In deze uitspraak oordeelt de rechtbank over het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiser, een Somalische nationaliteit, heeft op 17 maart 2022 een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel ingediend, welke op 18 juli 2023 door verweerder als ongegrond is afgewezen. Eiser heeft zijn asielaanvraag gebaseerd op problemen met Al Shabaab in zijn thuisland, maar de rechtbank oordeelt dat hij onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat hij bij terugkeer naar Mogadishu een reëel risico op ernstige schade loopt. De rechtbank stelt vast dat verweerder op goede gronden heeft geconcludeerd dat eiser geen persoonlijke problemen met Al Shabaab heeft gehad in Mogadishu en dat zijn familie daar zonder problemen verblijft. Eiser heeft geen bewijs geleverd dat hij nog steeds in de negatieve belangstelling van Al Shabaab staat.
De rechtbank overweegt dat de situatie in Mogadishu niet zodanig is dat er sprake is van een algehele 15c-situatie, waarbij de enkele aanwezigheid van eiser al leidt tot een risico op ernstige schade. De rechtbank volgt verweerder in zijn standpunt dat de mate van willekeurig geweld in Mogadishu niet zodanig hoog is dat dit voor iedere vreemdeling een risico op ernstige schade met zich meebrengt. Eiser heeft geen individuele elementen aangevoerd die een verhoogd risico op ernstige schade kunnen onderbouwen. De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is en dat het terugkeerbesluit in stand blijft.