ECLI:NL:RBDHA:2024:13229
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig nemen van besluit op mvv-aanvraag voor verblijf als familie- of gezinslid
In deze zaak heeft eiseres op 18 september 2023 beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit door de minister van Asiel en Migratie op haar aanvraag om verlening van een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) ten behoeve van verblijf als familie- of gezinslid. De aanvraag was ingediend op 2 december 2022, en de minister had op grond van de Vreemdelingenwet 2000 binnen 90 dagen, dus uiterlijk op 2 maart 2023, moeten beslissen. Eiseres heeft de minister op 19 juli 2023 rechtsgeldig in gebreke gesteld, waarna het beroep tijdig is ingediend. De rechtbank heeft geoordeeld dat het beroep kennelijk gegrond is, omdat de minister niet binnen de wettelijke termijn heeft beslist.
De rechtbank heeft eiseres vrijstelling van griffierecht verleend op basis van haar financiële situatie. Tevens heeft de rechtbank bepaald dat de minister binnen acht weken na de uitspraak een besluit moet nemen. Indien de minister besluit tot nader onderzoek, moet dit binnen twintig weken na de uitspraak bekend worden gemaakt. De rechtbank heeft ook een dwangsom van € 100 per dag opgelegd voor elke dag dat de termijn wordt overschreden, met een maximum van € 7.500. Daarnaast heeft de rechtbank vastgesteld dat de minister € 1.442 aan bestuurlijke dwangsommen heeft verbeurd, en veroordeelt de minister tot betaling van de proceskosten van eiseres ter hoogte van € 437,50.
De uitspraak is gedaan door mr. S.E. van de Merbel op 19 augustus 2024, en is openbaar gemaakt. Eiseres heeft de mogelijkheid om binnen zes weken na de uitspraak een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens is met de uitspraak.