ECLI:NL:RBDHA:2024:13208
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag van Armeense nationaliteit met beroep op christelijk geloof en veilig land van herkomst
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 13 augustus 2024, wordt het beroep van eiseres, een Syrische vrouw met een vermeende Armeense nationaliteit, tegen de afwijzing van haar asielaanvraag beoordeeld. Eiseres heeft op 25 juni 2022 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel, die door de minister van Asiel en Migratie op 27 juni 2024 als kennelijk ongegrond is afgewezen. De rechtbank behandelt het beroep op 19 juli 2024, waarbij eiseres niet aanwezig is. De rechtbank concludeert dat de minister terecht heeft geoordeeld dat eiseres over de Armeense nationaliteit beschikt, gebaseerd op gegevens uit het EU-VIS en een Grieks visumdossier. Eiseres betoogt dat het Armeense paspoort vals is en dat zij niet in staat is om een verklaring van de Armeense autoriteiten te verkrijgen. De rechtbank oordeelt dat de minister zich terecht baseert op het EU-VIS resultaat en dat eiseres niet voldoende heeft aangetoond dat zij geen Armeense nationaliteit heeft.
De rechtbank behandelt ook de vraag of de minister het juiste landenbeleid toepast. Eiseres stelt dat zij niet kan terugkeren naar Armenië, maar de rechtbank oordeelt dat Armenië als veilig land van herkomst kan worden aangemerkt. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat de afwijzing van de asielaanvraag standhoudt. Eiseres krijgt geen vergoeding van haar proceskosten. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen kunnen binnen een week hoger beroep aantekenen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.