ECLI:NL:RBDHA:2024:13170
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag op basis van geloofwaardigheid van Somalische identiteit en nationaliteit
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag door de minister van Asiel en Migratie. De aanvraag werd afgewezen als kennelijk ongegrond op 27 mei 2024. Eiser, geboren in Zuid-Somalië, heeft zijn asielaanvraag ingediend op 22 oktober 2021. De rechtbank heeft op 19 juli 2024 de zaak behandeld, waarbij eiser en zijn gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigde van de verweerder. De rechtbank heeft de argumenten van eiser, die zijn identiteit en nationaliteit betwist, zorgvuldig gewogen.
Eiser heeft gesteld dat hij van Somalische nationaliteit is en heeft geprobeerd zijn identiteit te onderbouwen met documenten en verklaringen van familieleden. Echter, de rechtbank constateert dat eiser zijn identiteit en nationaliteit niet met documenten heeft kunnen onderbouwen. Verweerder heeft twijfels geuit over de geloofwaardigheid van de gestelde identiteit en herkomst, mede door inconsistenties in de persoonsgegevens van eiser die in Zwitserland zijn geregistreerd.
De rechtbank heeft ook de taalanalyse van TOELT in overweging genomen, die concludeerde dat eiser niet eenduidig te herleiden is tot de spraakgemeenschap van Zuid-Somalië. Eiser heeft geen contra-expertise ingediend om deze conclusie te weerleggen. De rechtbank oordeelt dat verweerder terecht heeft geoordeeld dat de door eiser gestelde identiteit, nationaliteit en herkomst ongeloofwaardig zijn. Daarom heeft de rechtbank het beroep ongegrond verklaard en de afwijzing van de asielaanvraag bevestigd.