Uitspraak
Echtscheiding met nevenvoorzieningen
Beschikking op het op 1 februari 2023 ingekomen verzoek van:
[de man] ,
[de vrouw] ,
Procedure
- het verzoekschrift;
- het verweerschrift tevens zelfstandig verzoekschrift;
Feiten
Verzoek en verweer
€ 2.943,92 wegens achterstallige huishoudkosten;
€ 509,- per maand, bij vooruitbetaling te voldoen, althans een zodanig bedrag als de rechtbank juist acht;
€ 394,- per maand, althans een zodanig bedrag als de rechtbank juist acht, bij vooruitbetaling te voldoen;
Beoordeling
De woning waar partijen gezamenlijk wonen is eigendom van de man en was dat ook al ten tijde van het aangaan van het huwelijk. Ook de hypothecaire geldlening staat op naam van de man, zodat ten aanzien van deze woning geen verdeling behoeft plaats te vinden.” De man heeft ook altijd de hypothecaire geldlening met uitsluiting van de vrouw voldaan vanaf zijn privérekening. Toen de man het rentepercentage wilde wijzigen, heeft de bank enkel met de hem gehandeld. Daarnaast hadden partijen een gezamenlijke rekening waarop zij beiden een bedrag stortten ten behoeve van de gebruikerslasten en overige vaste lasten. De redelijkheid en billijkheid verzetten zich dan ook tegen het hanteren van de algehele gemeenschap van goederen. Ten slotte voert de man aan dat het doel van artikel 1:166 BW is om te voorkomen dat mogelijke schuldeisers worden benadeeld, doordat echtgenoten de regeling van (het inmiddels vervallen) artikel 1:119 BW ontlopen. In dit geval hebben partijen echter volledig met elkaar afgerekend en hebben zij dus op geen enkele manier een schuldeiser kunnen benadelen, aldus de man.
Echtelijke woning en hypothecaire geldlening
Beslissing
€ 449,- per maand aan [jong-meerderjarige] zal betalen, telkens bij vooruitbetaling te voldoen;