RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Middelburg
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam eiser 1], eiser 1,
V-nummer: [nummer eiser 1]
[naam eiseres 1], eiseres 1,
V-nummer: [nummer eiseres 1]
[naam eiser 2], eiser 2,
V-nummer: [nummer eiser 2]
[naam eiser 3], eiser 3,
V-nummer: [nummer eiser 3]
[naam eiser 4], eiser 4,
V-nummer: [nummer eiser 4]
[naam eiseres 2], eiseres 2,
V-nummer: [nummer eiseres 2]
[naam eiseres 3], eiseres 3,
V-nummer: [nummer eiseres 3]
gezamenlijk te noemen: ‘eisers’
(gemachtigde: mr. A.W.M. van de Wouw),
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
(gemachtigde: mr. S.J.R.R. Brock).
Inleiding
1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eisers tegen de afwijzing van hun mvv-aanvraag van 12 oktober 2022 voor verblijf bij referente, [naam referente].
2. De staatssecretaris heeft deze aanvraag met het besluit van 13 januari 2023 (het primaire besluit) afgewezen. Met het bestreden besluit van 28 augustus 2023 op het bezwaar van eisers is de staatssecretaris bij de afwijzing van de aanvraag gebleven.
3. Eisers hebben op 8 september 2023 beroep ingesteld tegen het bestreden besluit.
4. De staatssecretaris heeft op 14 november 2023 op het beroep gereageerd met een verweerschrift.
5. De rechtbank heeft het beroep op 21 december 2023 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: referente, de gemachtigde van eisers, A. Mohamedali als tolk en de gemachtigde van de staatssecretaris.
Feiten en omstandigheden
6. Eiser 1 en eiseres 1 zijn de ouders van referente. Zij zijn geboren op respectievelijk [geboortedatum eiser 1] 1971 en [geboortedatum eiseres 1] 1980. De overige eisers zijn broers en zussen van referente. Zij zijn geboren op respectievelijk [geboortedatum eiser 2] 2004, [geboortedatum eiser 3] 2006, [geboortedatum eiser 4] 2010, [geboortedatum eiseres 2] 2012 en [geboortedatum eiseres 3] 2020.
7. Referente is geboren op [geboortedatum referente] 2002. Zij heeft Eritrea in december 2016 verlaten en is in maart 2018 in Nederland aangekomen. Referente is in het bezit van een asielvergunning voor bepaalde tijd die haar op 9 juli 2019 is verleend. Zij heeft binnen drie maanden na de vergunningverlening een mvv-aanvraag ingediend voor nareis van eisers, met uitzondering van eiseres 3 (die toen nog niet was geboren). De staatssecretaris heeft DNA-onderzoek aangeboden om de gestelde familieband tussen referente en eisers aan te tonen. Als gevolg van reisbeperkingen in verband met COVID-19, oorlog in het grensgebied tussen Eritrea en Ethiopië en een vergevorderde zwangerschap van eiseres 1, slaagden eisers er niet in om ten behoeve van het DNA-onderzoek van Eritrea naar Ethiopië af te reizen. De staatssecretaris heeft de aanvraag daarom afgewezen, welke afwijzing in bezwaar is gehandhaafd. Dit besluit is onherroepelijk. Wel heeft de staatssecretaris op de mogelijkheid gewezen om een nieuwe aanvraag in te dienen.
Totstandkoming van het bestreden besluit
8. Op 12 oktober 2022 heeft referente ten behoeve van eisers een nieuwe mvv-aanvraag ingediend, nadat het eisers gelukt was om naar Soedan te reizen. Dit betreft een reguliere aanvraag om gezinshereniging op grond van artikel 8 van het EVRM.Ter staving van de identiteit en de familierechtelijke relatie zijn, net als bij de vorige mvv-aanvraag, kopieën van identiteitsbewijzen (eiser 1 en eiseres 1) en geboorteaktes (overige eisers met uitzondering van eiseres 3) overgelegd. Ten behoeve van eiseres 3 is een doopakte en een gezondheidsboekje overgelegd. Bij het primaire besluit heeft de staatsecretaris de aanvraag opnieuw afgewezen omdat de identiteit van eisers en de familieband met referente niet is aangetoond. Omdat slechts kopieën zijn aangeleverd heeft de staatssecretaris geen onderzoek verricht naar de echtheid van de overgelegde documenten. Er is geen DNA-onderzoek aangeboden omdat ook wanneer de familieband wel zou worden vastgesteld, dit volgens de staatssecretaris niet tot inwilliging van de aanvraag kon leiden.
9. Bij het bestreden besluit heeft de staatssecretaris overwogen dat de identiteit van eiser 1 en eiseres 1 aannemelijk is gemaakt. Voor wat betreft de gestelde familieband is aan alle eisers het voordeel van de twijfel gegund. Van gezinsleven in de zin van artikel 8 van het EVRM (hierna: gezinsleven) tussen referente en haar ouders is echter geen sprake. Het jongvolwassenenbeleid is niet van toepassing en daarom is een meer dan gebruikelijke afhankelijkheidsrelatie vereist, waarvan niet is gebleken. Ook tussen referente en haar broers en zussen is geen sprake van gezinsleven. Daarvoor zijn hechte persoonlijke banden vereist, die ontbreken. Voor gezinsleven met eiser 2, een meerderjarige broer, is een meer dan gebruikelijke afhankelijkheidsrelatie vereist, die ook niet aannemelijk is geworden. De belangenafweging valt uit in het nadeel van eisers. Hierbij heeft de staatssecretaris onder meer overwogen dat van bijzondere omstandigheden die tot een andere uitkomst moeten leiden niet is gebleken.