ECLI:NL:RBDHA:2024:12741
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in verband met intrekking positief advies betrouwbaarheids- en geschiktheidsonderzoek
In deze uitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 12 augustus 2024, wordt het verzoek om een voorlopige voorziening van verzoeker beoordeeld. Verzoeker, die tolkwerkzaamheden voor de Nationale Politie verrichtte, had bezwaar gemaakt tegen de intrekking van een eerder positief advies dat was gegeven na een betrouwbaarheids- en geschiktheidsonderzoek (BGO). De brief van 12 juni 2024, waarin het positieve advies werd ingetrokken, leidde ertoe dat verzoeker geen tolkwerkzaamheden meer kon uitvoeren voor de politie. De voorzieningenrechter oordeelt dat de brief van 12 juni 2024 niet als een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kan worden aangemerkt, en dat de brief van 4 juli 2024, waarin werd meegedeeld dat het bezwaar niet verder in behandeling wordt genomen, ook niet als een beslissing op bezwaar kan worden gezien. Het verzoek om een voorlopige voorziening wordt afgewezen omdat er geen spoedeisend belang is aangetoond. De voorzieningenrechter laat het karakter van de brieven in het midden en concludeert dat er geen evidente onrechtmatigheid is. De behandeling van het beroep zal door de rechtbank worden voortgezet.