Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 25 juli 2024 in de zaken tussen
[eiser 1], uit [woonplaats 1], eiser 1,
het college van burgemeester en wethouders van Den Haag, verweerder
Hockey Club Ypenburg, uit Den Haag, vergunninghoudster.
Inleiding
Waar gaat deze zaak over?
- De gebruikstijd van de blaashal wordt beperkt tot 23:00 uur in de avond;
- De verlichting op het veld en in de blaashal moet zijn uitgeschakeld om 23:00 uur;
- De ventilatie-unit voor de blaashal moet worden omkist en mag alleen in gebruik worden genomen door de vergunninghouder als deze middels rapportage heeft aangetoond dat geen sprake zal zijn van een overschrijding van 3 dB;
- De blaashal wordt jaarlijks geplaatst en afgebroken. De hal mag niet geplaatst worden voor 1 december en moet van de locatie geheel zijn verwijderd voor 28 februari in het volgende jaar.
De beroepen
Overgangsrecht Omgevingswet
Beoordeling door de rechtbank
.De rechtbank heeft in de uitspraak van 19 april 2021 verweerder de mogelijkheid gegeven om de geluidemissie te beperken door het voorschrijven van geluiddempende constructies. Verweerder heeft van die mogelijkheid gebruik gemaakt door een voorschrift aan de omgevingsvergunning te verbinden waardoor de ventilatorunit zal worden omkist. De rechtbank overweegt dat deze omkisting er voor zal zorgen dat het geluid van de ventilatorunit zal worden gedempt. De rechtbank ziet geen aanleiding om er aan te twijfelen dat dit voldoende zal zijn om de mogelijke 3dB(A) extra geluidbelasting die de StAB heeft berekend weg te nemen. Verweerder heeft bovendien een voorschrift aan de omgevingsvergunning verbonden dat de blaashal niet in gebruik mag worden genomen indien er een overschrijding van de geluidsgrenswaarden optreedt. Daarmee is gewaarborgd dat hoe dan ook geen onrechtmatige geluidshinder zal optreden. Het betoog van eiser 3 slaagt niet.
Conclusie en gevolgen
- verklaart de beroepen ongegrond;
- veroordeelt verweerder in alle zaken tot het betalen van een schadevergoeding aan eisers wegens overschrijding van de redelijke termijn tot een bedrag van € 3000,-;
- veroordeelt verweerder in alle zaken in de proceskosten van eisers tot een bedrag van € 328,13;
- veroordeelt de Staat der Nederlanden (ministerie van Justitie en Veiligheid) in alle zaken tot het betalen van een schadevergoeding aan eisers wegens overschrijding van de redelijke termijn tot een bedrag van € 1000,-;
- veroordeelt de Staat der Nederlanden (ministerie van Justitie en Veiligheid) in alle zaken in de proceskosten van eisers tot een bedrag van € 109,37.