ECLI:NL:RBDHA:2024:12506
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op asielaanvraag en de gevolgen van WBV 2023/3
In deze zaak heeft eiser beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen door de Minister van Asiel en Migratie op zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De rechtbank heeft vastgesteld dat partijen geen zitting nodig achtten en het onderzoek heeft gesloten zonder verdere behandeling. Eiser heeft betoogd dat de beslistermijn niet geldig is verlengd door de WBV 2023/3, die sinds 27 januari 2023 van kracht is en de beslistermijnen voor asielaanvragen verlengt voor aanvragen ingediend tussen 1 januari 2023 en 1 januari 2024. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de WBV 2023/3 van toepassing is op de aanvraag van eiser, die op 24 oktober 2023 is ingediend. Hierdoor is de beslistermijn met negen maanden verlengd, wat betekent dat de Minister uiterlijk op 24 januari 2025 moet beslissen. De ingebrekestelling van eiser op 27 april 2024 is te vroeg ingediend, waardoor niet is voldaan aan de voorwaarden voor het indienen van beroep wegens niet tijdig beslissen. De rechtbank heeft het beroep daarom niet-ontvankelijk verklaard en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. A. Skerka en bekendgemaakt op 19 juli 2024.