ECLI:NL:RBDHA:2024:12505
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op asielaanvraag en niet-ontvankelijkheid op grond van WBV 2023/3
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 19 juli 2024 uitspraak gedaan in een beroep dat eiser heeft ingediend tegen het niet tijdig beslissen door de Minister van Asiel en Migratie op zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Eiser heeft zijn asielaanvraag op 24 oktober 2023 ingediend, en volgens de nieuwe regelgeving, WBV 2023/3, is de beslistermijn met negen maanden verlengd. Dit betekent dat de Minister uiterlijk op 24 januari 2025 op de aanvraag moet beslissen. Eiser heeft echter op 26 april 2024 een ingebrekestelling ingediend, maar de rechtbank oordeelt dat deze te vroeg is ingediend, omdat de verlengde beslistermijn nog niet was verstreken. Hierdoor is niet voldaan aan de voorwaarden voor het indienen van een beroep op grond van het niet tijdig beslissen door de Minister, zoals vastgelegd in de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank heeft geconcludeerd dat het beroep niet-ontvankelijk is, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan zonder zitting, omdat partijen geen zitting hebben aangevraagd. De rechtbank heeft de uitspraak openbaar gemaakt en partijen geïnformeerd over de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan.