Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 9 augustus 2024 in de zaak tussen
[eiser] , uit [woonplaats] , eiser
het college van burgemeester en wethouders van Den Haag, verweerder
Inleiding
(het bestreden besluit II) het bestreden besluit I gewijzigd. De hoogte van de boete is vastgesteld op € 5.000,-.
Beoordeling door de rechtbank
Conclusie en gevolgen
Beslissing
- verklaart het beroep tegen het bestreden besluit I gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit I voor zover het de hoogte van de boete betreft;
- herroept het primaire besluit voor zover het de hoogte van de boete betreft;
- verklaart het beroep tegen het bestreden besluit II ongegrond;
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 184,- aan eiser te vergoeden;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 1750,-.