Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[naam eiser] , eiser,
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder,
Procesverloop
Overwegingen
3a. Nederland niet op de voorgeschreven wijze is binnengekomen, dan wel een poging daartoe heeft gedaan;
3e. in verband met zijn aanvraag om toelating onjuiste of tegenstrijdige gegevens heeft verstrekt over zijn identiteit, nationaliteit of de reis naar Nederland of een andere lidstaat;
3k. een overdrachtsbesluit heeft ontvangen en geen medewerking verleent aan de overdracht aan de lidstaat die verantwoordelijk is voor de behandeling van zijn asielverzoek;
3m. een overdrachtsbesluit heeft ontvangen en onmiddellijke overdracht of overdracht op zeer korte termijn noodzakelijk is ten behoeve van het realiseren van de overdracht binnen zes maanden na het akkoord van de lidstaat die verantwoordelijk is voor de behandeling van zijn asielverzoek;
en als lichte gronden vermeld dat eiser:
4a. zich niet aan een of meer andere voor hem geldende verplichtingen van hoofdstuk 4 van het Vb heeft gehouden;
4c. geen vaste woon- of verblijfplaats heeft;
4d. niet beschikt over voldoende middelen van bestaan.
Zichtbare verwondingen aan de onderarm. Zelfmutilatie. Dat heb ik in Turkije gedaan, 1,5 jaar geleden”. Nu het gaat om littekens/genezen verwondingen die 1,5 jaar geleden zijn toegebracht en eiser geen medische stukken heeft overgelegd waaruit blijkt dat hij onder medische behandeling staat voor die littekens dan wel onder psychische behandeling staat voor actuele automutilatie, is de rechtbank van oordeel dat verweerder in de maatregel van bewaring hierop niet specifiek hoefde in te gaan, maar kon volstaan met de motivering dat in het DCR een medische dienst beschikbaar is, dat eiser een intake krijgt bij de medische dienst en dat de medische zorgverlening binnen het DCR gelijkwaardig is aan de gezondheidszorg in de vrije maatschappij. Ter zitting heeft verweerder overigens toegelicht dat eiser bij zijn plaatsing in het DCR een medische intake heeft gehad en dat eiser vervolgens op advies van de medische dienst onder cameratoezicht is geplaatst. Eiser heeft verder niet aannemelijk gemaakt dat de in het DCR beschikbare medische zorg in zijn geval niet toereikend is geweest of dat zijn gezondheidssituatie in bewaring door gebrek aan de benodigde zorg verslechterd is. De beroepsgrond slaagt gezien het voorgaande niet.
Beslissing
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.