Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
bij vervroeging)
1.De procedure
- de dagvaarding van 26 januari 2024, met producties 1 tot en met 8;
- de conclusie van antwoord, met producties 1, 2 en 3;
- het tussenvonnis van 15 mei 2024, waarin de mondelinge behandeling is bevolen;
- de akte aanvullende producties tevens houdende akte vermindering eis van de man, met producties 9 tot en met 13.
2.De feiten
de hypotheek bij de ING op naam van [naam 1] en [naam 2](rechtbank: de ouders van de man)
ad € 42.000, welk hypotheekbedrag is aangewend voor de aankoop van de echtelijke woning, wordt bij helfte tussen partijen verdeeld;”
- dat de vrouw gehouden is aan de man te vergoeden, zulks onder aftrek van het verkregen
- dat ten aanzien van de hypotheek bij de ING op naam van [naam 1] en mevrouw
Partijen verklaren te zijn overeengekomen en vast te stellen als volgt:
3.Het geschil
4.De beoordeling
Beroep op nietigheid van de dagvaarding
alsmede uitgaven ter voorkoming van een dreigende uitwinning”. Dit artikel ziet dus ook op de draagplicht van uitgaven ten aanzien van de gemeenschappelijke woning.