ECLI:NL:RBDHA:2024:12376

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
8 augustus 2024
Publicatiedatum
8 augustus 2024
Zaaknummer
09/289137-23 en 09/124904-23
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van taxichauffeur voor aanranding en belaging van klanten

Op 8 augustus 2024 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 39-jarige taxichauffeur, die werd beschuldigd van aanranding van twee slachtoffers en belaging van een derde. De feiten vonden plaats in 2022 en 2023 in Den Haag, waarbij de slachtoffers klanten van de verdachte waren. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een taakstraf van 100 uur en een voorwaardelijke gevangenisstraf van vier weken met een proeftijd van twee jaar. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan feitelijke aanrandingen en belaging, waarbij de impact van zijn gedrag op de slachtoffers aanzienlijk was. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte misbruik heeft gemaakt van het vertrouwen dat in taxichauffeurs wordt gesteld, wat de ernst van de feiten vergroot. De rechtbank heeft de vordering van de benadeelde partij gedeeltelijk toegewezen, waarbij een schadevergoeding van € 500,- werd toegewezen voor immateriële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 8 oktober 2022. De rechtbank heeft de verdachte ook verplicht om de kosten van de benadeelde partij te vergoeden.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Strafrecht
Meervoudige kamer
Parketnummers: 09/289137-23 en 09/124904-23 (ttz. gev.)
Datum uitspraak: 8 augustus 2024
Tegenspraak (279 Sv)
Promisvonnis
De rechtbank Den Haag heeft op de grondslag van de tenlastelegging en naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting het navolgende vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1985 te [geboorteplaats] ,
BRP-adres: [adres] , [postcode] [woonplaats] .

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Het onderzoek is gehouden op de terechtzitting van 25 juli 2024.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie mr. S. Sleeswijk Visser en van hetgeen door de verdachte en zijn raadsman mr. N.B. Genemans naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

Aan de verdachte is in de tenlastelegging met parketnummer 09/289137-23 tenlastegelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 25 december 2022 te ‘s-Gravenhage, [naam 1] door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid, te weten door onverhoeds handelen, heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handelingen, te weten het
- beetpakken van de arm en/of duwen van het hoofd richting zijn, verdachtes, hoofd, ten gevolge waarvan de lippen en/of tong van verdachte de lippen van die [naam 1] raakten;
2.
hij op of omstreeks 31 juli 2023 te ‘s-Gravenhage, [naam 2] door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid, te weten door onverhoeds handelen, heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handelingen, te weten het
  • beetpakken van de hand van die [naam 2] en/of betasten van het been van die [naam 2] en/of;
  • (over de kleding) knuffelen/betasten van het lichaam van die [naam 2] ;
3.
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 31 juli 2023 tot en met 14 augustus 2023 te ’s-Gravenhage, althans in Nederland (telkens) wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van [naam 2] , in elk geval van een ander, met het oogmerk die [naam 2] , in elk geval die ander te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen, immers heeft verdachte:
  • meermalen gebeld naar het telefoonnummer van die [naam 2] ;
  • een beledigend en/of bedreigend en/of provocerend voicemailbericht gestuurd naar die [naam 2] , te weten: "Hi [naam 2] , je spreekt met [verdachte] de taxichauffeur, weet jij wat jij mij allemaal hebt aangedaan. Ik ben mijn baan kwijt, ik weet waar je woont, ik kom binnenkort even een bak koffie drinken, vuile kankerhoer dat je bent, bel mij effe op ja, voordat het uit de hand gaat lopen. Vieze tering kut wijf";
  • beledigende en/of bedreigende en/of provocerende tekstberichten gestuurd naar die [naam 2] , te weten (onder meer): “Ik weet waar je woont ik sta echt voor je deur om verhaal te halen” en/of "Idioot dat je bent je wilt dat ik jou met rust last ik heb je niet gebeld niks wat heb jij gedaan ik word helemaal gek echt over 1 week kom je hoe dan ook terug we gaan elkaar zien blijf 24 uur voor je deur slapen als het moet" en/of "Gevolgen zijn voor jou gr van al mijn neefjes ook";
  • meermalen aangebeld in de straat van die [naam 2] , althans zich bevonden in de straat van die [naam 2] ;
subsidiair
hij in of omstreeks de periode van 31 juli 2023 tot en met 14 augustus 2023 te ’s Gravenhage [naam 2] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door die [naam 2] (via voicemail en/of tekstberichten) dreigend de woorden toe te voegen "Hi [naam 2] , je spreekt met [verdachte] de taxichauffeur, weet jij wat jij mij allemaal hebt aangedaan. Ik ben mijn baan kwijt, ik weet waar je woont, ik kom binnenkort even een bak koffie drinken, vuile kankerhoer dat je bent, bel mij effe op ja, voordat het uit de hand gaat lopen. Vieze tering kut wijf" en/of “Ik weet waar je woont ik sta echt voor je deur om verhaal te halen” en/of “Idioot dat je bent je wilt dat ik jou met rust last ik heb je niet gebeld niks wat heb jij gedaan ik word helemaal gek echt over 1 week kom je hoe dan ook terug we gaan elkaar zien blijf 24 uur voor je deur slapen als het moet” en/of “Gevolgen zijn voor jou gr van al mijn neefjes ook”, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking.
Aan de verdachte is in de tenlastelegging met parketnummer 09/124904-23 tenlastegelegd dat:
hij op of omstreeks 8 oktober 2022 te 's-Gravenhage, [naam 3] door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid, te weten het (onverhoeds) en/of meermalen
  • vastpakken van de (boven)armen en/of het lichaam van die [naam 3] (en vervolgens);
  • die [naam 3] naar zich toe trekken;
  • op korte afstand van die [naam 3] met zijn, verdachtes, mond bij het gezicht van die [naam 3] gaan staan;
  • omhelzen van die [naam 3] ;
  • tegen die [naam 3] zeggen: 'Ik vind je leuk, ik ben wel eerlijk'
[naam 3] heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handelingen, te weten het (meermalen)
  • geven van een kus op de wang van die [naam 3] ;
  • proberen te zoenen van die [naam 3] ;
  • omhelzen van die [naam 3] en/of;
  • leggen van zijn, verdachtes, hand op het been van die [naam 3] , terwijl zij zich in een afgesloten auto/taxi bevonden.

3. De ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie inzake 09/289137-23 - feit 3 primair

3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk is in de vervolging van het onder feit 3 primair tenlastegelegde omdat er geen op schrift gestelde klacht van aangeefster [naam 2] in het dossier aanwezig is.
3.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman van de verdachte heeft – op de gronden als vermeld in de door hem overgelegde pleitnota – de rechtbank verzocht het Openbaar Ministerie in de strafvervolging van de verdachte ter zake van het onder feit 3 primair tenlastegelegde niet-ontvankelijk te verklaren.
3.3
Het oordeel van de rechtbank
3.3.1
Het juridisch kader
Aan de verdachte is onder feit 3 primair tenlastegelegd – kort gezegd – dat hij in de periode van 31 juli 2023 tot en met 14 augustus 2023 aangeefster [naam 2] heeft belaagd. Ingevolge artikel 285b, tweede lid, Wetboek van Strafrecht (verder: Sr) is het misdrijf van belaging slechts op klacht vervolgbaar. De klacht bestaat ingevolge artikel 164, eerste lid, Wetboek van Strafvordering (verder: Sv) uit een aangifte met het verzoek tot vervolging.
Indien een als klacht bedoeld stuk wel een aangifte maar geen verzoek tot vervolging inhoudt, kan niettemin het bestaan van een klacht als omschreven in het eerste lid van artikel 164 Sv worden aangenomen indien op grond van het onderzoek ter terechtzitting komt vast te staan dat de klager ten tijde van het opmaken van bedoeld stuk de bedoeling had dat een vervolging zou worden ingesteld (ECLI:NL:HR:1994:ZC8448).
3.3.2.
De beoordeling
De rechtbank stelt aan de hand van het strafdossier de volgende feiten en omstandigheden vast.
Aangeefster [naam 2] heeft op 15 augustus 2023 aangifte gedaan van aanranding. De aangifte bevat geen uitdrukkelijk verzoek tot strafrechtelijke vervolging; evenmin blijkt dat de verbalisant haar heeft gevraagd of zij vervolging wilde.
Op 30 januari 2024 heeft verbalisant [verbalisant] telefonisch contact gehad met [naam 2] . Uit dit proces-verbaal van bevindingen blijkt dat [naam 2] gevraagd is of zij een klacht wilde doen en dat de verbalisant haar hoorde zeggen dat zij graag een klacht wilde doen.
Uit laatstgenoemd telefoongesprek volgt de bedoeling van aangeefster dat de verdachte zou worden vervolgd voor belaging. De politie beschouwt het gesprek zelf kennelijk ook als een klacht; immers heeft de verbalisant aan [naam 2] uitgelegd dat zij nog acht dagen de tijd heeft om de klacht in te trekken. De rechtbank heeft verder geen aanleiding om te veronderstellen dat die bedoeling er (nog) niet was op het moment van de aangifte op 15 augustus 2023.
Gelet op al hetgeen hiervoor is overwogen acht de rechtbank het Openbaar Ministerie ontvankelijk in haar vervolging van het onder 3 primair ten laste gelegde.

4.De bewijsbeslissing

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geen inhoudelijk standpunt ingenomen met betrekking tot het onder 3 primair tenlastegelegde. Voor het overige heeft de officier van justitie ten aanzien van beide parketnummers gerekwireerd tot bewezenverklaring van alle tenlastegelegde feiten.
4.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft – gelet op de inhoud van de door hem overgelegde pleitnota en ten aanzien van de verdenking met betrekking tot parketnummer 09/289137 – de rechtbank verzocht om de verdachte volledig vrij te spreken van hetgeen ten laste is gelegd onder feiten 2 en 3 primair en subsidiair.
Ten aanzien van de verdenking met betrekking tot parketnummer 09/124904-23 heeft de raadsman – gelet op de inhoud van de door hem overgelegde pleitnota – de rechtbank verzocht om de verdachte volledig vrij te spreken van het tenlastegelegde.
4.4
De beoordeling van de tenlastelegging
4.4.1.
Vrijspraak 09/289137-23, feit 2, aanranding [naam 2]
Op basis van het dossier kan de rechtbank niet vaststellen dat er sprake is geweest van dwang bij het beetpakken van de hand van aangeefster. Evenmin is dat het geval bij het knuffelen, waarvan de aangeefster zelf zegt dat zij hem (op zijn verzoek, en met tegenzin) een korte knuffel heeft gegeven. Het aanraken van haar been is onvoldoende specifiek om als ontucht te kunnen worden gekwalificeerd. Anders dan de officier van justitie, is de rechtbank van oordeel dat ook de context van de handelingen niet tot een andere conclusie kunnen leiden.
Hoewel er sprake is geweest van bijzonder onprofessioneel gedrag en zeer ongepaste fysieke toenaderingen vanuit de verdachte naar [naam 2] , toe terwijl zij zich als passagier in zijn taxi veilig zou moeten kunnen voelen, is de rechtbank van oordeel dat van feitelijke aanranding in de zin van artikel 246 Sr daarom geen sprake is.
De verdachte wordt dan ook vrijgesproken van hetgeen onder feit 2 is tenlastegelegd.
4.4.2.
De belaging (09/289137-23, feit 3)
Bij de beoordeling van de vraag of sprake is van belaging als bedoeld in artikel 285b, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht, zijn verschillende factoren van belang: de aard, de duur, de frequentie en de intensiteit van de gedragingen van de verdachte, de omstandigheden waaronder deze hebben plaatsgevonden en de invloed daarvan op het persoonlijk leven en de persoonlijke vrijheid van het slachtoffer.
De rechtbank stelt aan de hand van het strafdossier de volgende feiten en omstandigheden vast. In haar aangifte heeft [naam 2] verklaard dat zij op 31 juli 2023 voor het eerst bij de verdachte in zijn auto was gestapt. De verdachte verleende aan [naam 2] een taxirit naar haar werk (via Uber). Op basis van fysieke toenaderingen door de verdachte, waar [naam 2] niet van gediend was, heeft zij naar aanleiding van deze ritten dezelfde dag een melding gemaakt bij Uber. De verdachte is naar eigen zeggen door deze melding zijn baan kwijtgeraakt.
Op 2 augustus 2023 heeft de verdachte een dreigend voicemailbericht achtergelaten en op 5 augustus 2023 heeft hij diverse WhatsApp berichten van dreigende en intimiderende aard gestuurd. Daarnaast is de verdachte op 7 augustus door buurtbewoners in de straat van [naam 2] gezien en hebben zij een kenteken doorgegeven dat overeenkomt met het kenteken van de taxi van de verdachte. Ten slotte heeft de verdachte verklaard een aantal keren langs te zijn geweest bij het huis van [naam 2] .
Alhoewel de gedragingen plaatsvonden in een beperkte periode is de rechtbank van oordeel dat de impact voldoende ernstig is om de gedragingen als belaging aan te merken. Het betreft immers berichtjes en een voicemail van zeer dreigende aard, en het meerdere malen bij haar aanbellen door de verdachte moet de impact nog verder hebben versterkt.
Dat deze belagingshandelingen een diepe impact op het persoonlijke leven van het slachtoffer hebben gemaakt en dat haar persoonlijke vrijheid door de belagingshandelingen is beperkt, blijkt naar het oordeel van de rechtbank onder meer uit het gegeven dat zij naar aanleiding van de handelingen van de verdachte voor een aanzienlijke periode bij haar ouders in België is gaan wonen. De rechtbank acht het ook invoelbaar dat deze belagingshandelingen een groot gevoel van onveiligheid teweeg kunnen brengen op een plek die juist veilig zou moeten aanvoelen, hetgeen aansluit op de verklaringen van [naam 2] .
De rechtbank is gelet op bovenstaande feiten en omstandigheden van oordeel dat de aard, de duur, de frequentie en de intensiteit van de gedragingen van de verdachte, de omstandigheden waaronder deze hebben plaatsgevonden en de invloed daarvan op het persoonlijk leven en de persoonlijke vrijheid van het slachtoffer naar objectieve maatstaven bezien zodanig zijn geweest dat van een stelselmatige inbreuk op haar persoonlijke levenssfeer sprake is geweest.
4.4.3.
Het ontuchtig handelen jegens [naam 3]
De rechtbank is – anders dan de raadsman – van oordeel dat uit de inhoud van het strafdossier is gebleken van voldoende wettig en overtuigend bewijs voor een bewezenverklaring van de tenlastegelegde gedragingen. De rechtbank acht de verklaring van [naam 3] geloofwaardig en consistent. Daarnaast vindt deze verklaring steun in hetgeen door getuige [getuige 1] is verklaard. De tenlastegelegde gedragingen zoals zij hierna bewezen zijn verklaard kwalificeert de rechtbank zonder meer als ontuchtig.
4.4.4.
De bewijsmiddelen
Omwille van de leesbaarheid van het vonnis zijn de door de rechtbank gebezigde bewijsmiddelen uitgewerkt in de aan dit vonnis gehechte bewijsmiddelenbijlage. De inhoud van die bijlage dient als hier als herhaald en ingelast te worden beschouwd.
4.5
De bewezenverklaring
De rechtbank verklaart met betrekking tot de verdenking met parketnummer 09/289137-23 ten laste van de verdachte bewezen dat:
1.
hij omstreeks 25 december 2022 te ‘s-Gravenhage, [naam 1] door geweld, te weten door onverhoeds handelen, heeft gedwongen tot het dulden van ontuchtige handelingen, te weten het beetpakken van de arm en het duwen van het hoofd richting zijn, verdachtes, hoofd, ten gevolge waarvan de lippen en tong van verdachte de lippen van die [naam 1] raakten;
3.
hij in de periode van 31 juli 2023 tot en met 14 augustus 2023 te ’s-Gravenhage, telkens wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van [naam 2] met het oogmerk die [naam 2] te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen, immers heeft verdachte
  • meermalen gebeld naar het telefoonnummer van die [naam 2] ;
  • een beledigend en bedreigend en provocerend voicemailbericht gestuurd naar die [naam 2] , te weten:
  • beledigende en/of bedreigende en/of provocerende tekstberichten gestuurd naar die [naam 2] , te weten (onder meer): “
  • aangebeld in de straat van die [naam 2] .
De rechtbank verklaart met betrekking tot de verdenking met parketnummer 09/124904-23 ten laste van de verdachte bewezen dat:
hij op 8 oktober 2022 te 's-Gravenhage, [naam 3] door geweld, te weten het (onverhoeds) en/of meermalen
  • vastpakken van de bovenarmen van die [naam 3] en vervolgens;
  • die [naam 3] naar zich toe trekken;
  • op korte afstand van die [naam 3] met zijn, verdachtes, mond bij het gezicht van die [naam 3] gaan staan;
  • omhelzen van die [naam 3] ;
[naam 3] heeft gedwongen tot het dulden van ontuchtige handelingen, te weten het (meermalen)
  • geven van een kus op de wang van die [naam 3] ;
  • proberen te zoenen van die [naam 3] ;
  • omhelzen van die [naam 3] en;
  • leggen van zijn, verdachtes, hand op het been van die [naam 3] , terwijl zij zich in een afgesloten taxi bevonden.
Voor zover in de tenlasteleggingen type- en taalfouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd en gecursiveerd weergegeven, zonder dat de verdachte daardoor in de verdediging is geschaad.

5.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde is volgens de wet strafbaar, omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

6.De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is eveneens strafbaar, omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

7.De strafoplegging

7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de verdachte wordt veroordeeld tot:
  • een gevangenisstraf voor de duur van vier weken geheel voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren, en;
  • een taakstraf van 100 uren, subsidiair 50 dagen hechtenis.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft ter zitting naar voren gebracht dat de verdachte als ‘
first offender’moet worden gezien. Daarnaast heeft de raadsman zich aangesloten bij het standpunt van de officier van justitie dat het opleggen van bijzondere voorwaarden in deze zaak geen meerwaarde heeft.
7.3
Het oordeel van de rechtbank
Na te melden straffen zijn in overeenstemming met de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gegrond op de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan tijdens het onderzoek op de terechtzitting is gebleken.
De rechtbank neemt hierbij in het bijzonder het volgende in aanmerking.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan feitelijke aanrandingen. De verdachte was werkzaam als taxichauffeur en heeft bij zowel [naam 3] als [naam 1] misbruik gemaakt van het in hem gestelde vertrouwen als taxichauffeur. Immers worden taxiservices in het hedendaagse maatschappelijke en sociaaleconomische verkeer en in het bijzonder in het geval van [naam 1] na een uitgaansavond, ook door mensen bewust gekozen om veilig thuis te komen. De verdachte heeft met zijn onverhoedse fysieke toenaderingen misbruik gemaakt van dit vertrouwen dat in taxichauffeurs wordt gesteld en dat vertrouwen beschaamd. De rechtbank rekent dit de verdachte ten zeerste aan.
Daarnaast heeft de verdachte zich, nadat hij door Uber werd geconfronteerd met het onprofessionele karakter van zijn handelingen jegens [naam 2] , schuldig gemaakt aan belaging. Het siert de verdachte op geen enkele wijze dat hij op dergelijke wijze zijn frustraties heeft geuit richting [naam 2] . De rechtbank had de verdachte ter terechtzitting graag willen bevragen hoe hij vandaag de dag naar de gebeurtenissen kijkt. Nu de verdachte ter terechtzitting niet is verschenen, is onduidelijk of hij de aard en ernst inziet van zijn handelen en de wijze waarop hij het persoonlijke leven en de persoonlijke vrijheid van [naam 2] heeft beïnvloed.
De rechtbank heeft verder kennisgenomen van het strafblad van de verdachte van 17 juni 2024. Hieruit is gebleken dat de verdachte niet eerder onherroepelijk is veroordeeld. Nu een blanco strafblad het uitgangspunt is, heeft dit geen invloed op de strafmaat.
De rechtbank heeft kennisgenomen van een reclasseringsadvies over de verdachte d.d. 17 juli 2024 waaruit volgt dat, gelet op de stellige ontkenningen, de kans op recidive niet kan worden ingeschat.
De rechtbank acht, alles afwegende, de door de officier van justitie gevorderde straffen passend en geboden. Dit houdt in dat de verdachte zal worden veroordeeld tot een taakstraf voor de duur van 100 uren (met aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht) en voorts dat hij wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van vier weken, geheel voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren. De rechtbank ziet gelet op de proceshouding van de verdachte geen aanleiding om de door de reclassering geadviseerde bijzondere voorwaarden op te leggen.

8.De vordering van de benadeelde partij

8.1
De vordering
[naam 3] heeft zich als benadeelde partij gevoegd in het strafproces en vordert een schadevergoeding van € 1000,-, te vermeerderen met de wettelijke rente. Dit bedrag bestaat uit immateriële schade.
8.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering tot een bedrag van € 500,- kan worden toegewezen.
8.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich aangesloten bij het standpunt van de officier van justitie.
8.4
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank acht de gevorderde immateriële schadevergoeding gedeeltelijk toewijsbaar, als rechtstreeks door het bewezen verklaarde toegebrachte schade. Nu de vordering tot een hoogte van € 500,- niet is betwist, zal de rechtbank dit deel toewijzen. De aard, ernst en omvang van het bewezen verklaarde maken dat de rechtbank € 500,- een passende vergoeding acht voor de gestelde immateriële schade. De rechtbank zal de gevorderde wettelijke rente toewijzen met ingang van 8 oktober 2022, omdat vast is komen te staan dat de schade vanaf die datum is ontstaan.
De rechtbank zal de verdachte veroordelen in de kosten van de benadeelde partij tot op heden begroot op nihil. Verder wordt de verdachte veroordeeld in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
De rechtbank zal voor het toegewezen bedrag tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen, omdat de rechtbank het wenselijk acht dat de Staat schadevergoeding aan het slachtoffer bevordert. De rechtbank zal aan de verdachte de verplichting opleggen om aan de Staat te betalen een bedrag van € 500, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 8 oktober 2022 tot aan de dag dat dit bedrag is betaald, ten behoeve van [naam 3] .

9.De toepasselijke wetsartikelen

De op te leggen straffen en maatregel zijn gegrond op de artikelen:
- 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 36f, 57, 63, 246 en 285b van het Wetboek van Strafrecht;
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak rechtens gelden.

10.De beslissing

De rechtbank:
- verklaart niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het bij dagvaarding met parketnummer 09/289137-23 onder feit 2 ten laste gelegde feit heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
- verklaart wettig en overtuigend bewezen, dat de verdachte
de bij dagvaarding met parketnummer 09/289137-23 onder feiten 1 en 3 primair en
het bij dagvaarding met parketnummer 09/124904-23
tenlastegelegde feiten heeft begaan, zoals hierboven onder 4.5 bewezen is verklaard en dat het bewezen verklaarde uitmaakt:
09/289137-23 feit 1 en 09/124904-23:
Feitelijke aanranding van de eerbaarheid, meermalen gepleegd
09/289137-23 feit 3 primair:
Belaging
- verklaart het bewezen verklaarde en de verdachte daarvoor strafbaar;
- verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
- veroordeelt de verdachte tot:
een gevangenisstraf voor de duur van vier weken
- bepaalt dat de gevangenisstraf niet zal worden tenuitvoergelegd onder de algemene voorwaarde dat de veroordeelde zich voor het einde van de hierbij op twee jaren vastgestelde proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- veroordeelt de verdachte voorts tot:
een taakstraf voor de tijd van 100 uren;
- beveelt
,voor het geval dat de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, dat vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de tijd van
50 dagen;
- beveelt dat de tijd, door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering doorgebracht, geheel in mindering zal worden gebracht op de taakstraf, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht;
- bepaalt de maatstaf volgens welke de aftrek overeenkomstig artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht zal geschieden op 2 uren per dag.
- wijst de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [naam 3] gedeeltelijk toe en veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij, [naam 3] , van een bedrag van € 500,- bestaande uit immateriële schade;
- vermeerdert het toegewezen bedrag met de wettelijke rente vanaf 8 oktober 2022 tot aan de dag der algehele voldoening;
- veroordeelt de verdachte tevens in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot heden begroot op nihil, en in de proceskosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken;
- bepaalt dat de benadeelde partij in de vordering voor het overige niet ontvankelijk is en de vordering in zoverre slechts bij de burgerlijk rechter kan aanbrengen;
- legt aan de verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van [naam 3] , van een bedrag van € 500, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 8 oktober 2022 tot aan de dag dat dit bedrag is betaald, ten behoeve van [naam 3] ;
- bepaalt dat indien volledig verhaal niet mogelijk blijkt gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 10 dagen. De toepassing van deze gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op. Voormeld bedrag bestaat uit immateriële schade;
- bepaalt dat de verdachte van zijn schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde is bevrijd voorzover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot vergoeding van deze schade.
Dit vonnis is gewezen door
mr. G. Kuijper, voorzitter,
mr. M.M. Meessen, rechter,
mr. D.LS. Ceulen, rechter,
in tegenwoordigheid van mr. S.B.J. de Leeuw, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 8 augustus 2024.
BEWIJSMIDDELENBIJLAGE
De bronnen:
Ten aanzien van de zaak met parketnummer 09/289137-23:
1. een dossier van de Politie eenheid Den Haag, afgesloten en ondertekend d.d. 2 november 2023, aantal doorgenummerde bladzijden: 64. Dit dossier bevat een verzameling processen-verbaal die in de onderhavige zaak in het kader van het opsporingsonderzoek zijn opgemaakt alsmede andere bescheiden.
Ten aanzien van de zaak met parketnummer 09/124904-23:
2. een dossier van de Politie eenheid Den Haag, afgesloten en ondertekend d.d. 16 mei 2023, aantal doorgenummerde bladzijden: 31. Dit dossier bevat een verzameling processen-verbaal die in de onderhavige zaak in het kader van het opsporingsonderzoek zijn opgemaakt alsmede andere bescheiden.
De bewijsmiddelen [1]
ten aanzien van 09/289137-23, feit 1

Een proces-verbaal van aangifte van [naam 1] , opgemaakt d.d. 27 juni 2023, bron 1, dossierpagina’s 5 t/m 9, voor zover – zakelijk weergegeven – inhoudende:
Tegen wie wil je aangifte doen?
Die man van de taxi. Ik had alleen zijn voorletter en achternaam, maar dat weet ik
niet meer uit mijn hoofd. De taxichauffeur, waarbij ik was ingestapt
opmerking ambtenaren: [naam 1] zoekt de naam van de taxichauffeur in haar telefoon op. De naam is [verdachte] .
(…)
Waar wil je aangifte van doen?
Ik hoorde een man zeggen, taxi, taxi. Ik wilde achterin instappen en die man zei, kom lekker voorin zitten. Normaal gesproken doe ik dat niet. Ik deed het nu toch.(…)
Toen op een gegeven moment kwamen we bij de Doorniksestraat.(…)
Hij stopte daar. Ik vond dat raar. (…) Hij zei ik zet je hier af. (…) ik had de deur al op een kier open staan. Toen pakte hij bij mijn arm. Hij duwde met zijn andere arm mijn hoofd tegen zijn hoofd aan. Onze lippen raakte elkaar aan. Ik realiseerde toen wat er gebeurde. Ik heb de deur open geduwd en ben weggerend.
(…)
Ik vond het heel raar en het kon echt niet. Het is grensoverschrijdend gedrag. De volgende ochtend toen ik het tegen mijn ouders zei was ik meer bezorgd voor anderen die bij hem in de auto stappen en in zo'n situatie zouden schrikken en niets meer konden doen.
(…)
Wanneer was dit gebeurd?
24 december 2022.
(…)
De deur stond op een kier, hoe zat jij in de auto?
Ik wilde de deur open doen. Hij pakte met een arm mijn bovenarm en (rechtbank: met) zijn andere hand pakte hij mijn hoofd. Hij hield het hard vast. Ik zag de dag erna wel een blauwe plek, maar heel eerlijk weet ik niet of dat was door hem. Toen ik tegenstribbelde
liet hij mij wel los.
(…)
Je vertelde dat hij je hoofd vast pakte en je probeerde te zoenen. Hoe weet je dat hij je probeerde te zoenen?
(…)
dat denk ik wel. Hij deed zijn lippen tegen mijn lippen. Ik voelde dat er iets
gebeurde en mijn lippen hebben wel zijn lippen geraakt. Ik voelde zijn tong.
(…)
Met wie heb je het hier over gehad?
Toen ik naar huis aan het lopen was, een vriendinnetje van mij was thuis. Ik heb
het tegen haar verteld.
(…)

Een proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 2] , opgemaakt d.d. 9 oktober 2023, bron 1, dossierpagina’s 13 t/m 17, voor zover – zakelijk weergegeven – inhoudende:
Wat heeft [naam 1] je precies verteld?
Ja, nou hoe het precies is gebeurd.. Het was kerstavond volgens mij, we gingen uit in de Westwood. Er was een happy feelings feest. Ik kon lopend naar huis en zij ging een taxi zoeken via Uber of Bolt. Dat lukte niet. Er staan altijd taxi's in een rijtje die je ook kan nemen. Daar is ze ingestapt. Ik heb haar daar gedag gezegd en ben weggegaan.
Ze heeft mij geappt in de taxi. Zij appte mij om 3:32 uur. Ze appte mij toen het
volgende: " Deze Uber man is een beetje eng." Ik zei toen: " oeh wat dan?"
[…] Zij belde mij op een gegeven moment, redelijk in paniek. Ze zei dat ze naar huis ging, rennend op dat moment volgens mij. Ze zei dat er vervelende dingen waren gebeurd. Ik zei dat ze veilig thuis moest komen. Ze vertelde mij dat het al raar was dat hij vroeg of zij voorin wilde stappen. Zij deed dat toch maar. De hele rit was opzich prima, tot twee straten voor haar huis. Hij stopte en zij gaf aan van ik woon hier in de buurt, maar niet hier. Hij gaf toen aan van hier uitstappen is ook goed. Toen zei ze oke,waarom. Op dat moment heeft hij haar hoofd gepakt, de lippen raakte elkaar wel en wat er in de tussentijd is gebeurd weet ik niet. Ze is toen eruit gegaan en naar huis gerend. Toen heeft ze mij gebeld.
(…)
Je vertelt net dat [naam 1] in Amsterdam woont. Is zij dan met de taxi naar
Amsterdam gebracht?
Het feest was in Den Haag. Zij heeft kerstavond met haar familie gevierd volgens
mij, in Den Haag. Mijn ouders wonen ook in het Belgisch park. Wij dachten we gaan
naar het feest bij de Westwood. Wij kwamen daar vroeger ook. Zij was al in Den Haag
en zij ging weer terug naar haar ouders vanaf het feest.
Ten aanzien van 09/289137-23 feit 3 primair.

Een proces-verbaal van aangifte van [naam 2] , opgemaakt d.d. 15 augustus 2023, bron 1, dossierpagina’s 18 t/m 38, voor zover – zakelijk weergegeven – inhoudende:
(…)
Wat heb jij verteld?
Dat ik bedreigd was. Hij heeft een voicemail naar mij gestuurd, waarin hij zegt
iets over: weet je wat je mij hebt aangedaan, ik ben mijn baan kwijt door jou, ik
weet waar je woont, ik kom een keer een bakkie koffie bij je drinken. Ook allemaal
scheldwoorden er tussen.
Tegen wie wil je aangifte doen?
Tegen Uber of de man [verdachte] .
Kun je vertellen wat er is gebeurd?
Het was mijn laatste werkdag, ik moest mijn monitor naar werk brengen. Ik heb toen een Uber besteld.
(…)
Nadat hij mij had bedreigd, heb ik in een WhatsApp groep van mijn straat laten weten dat dit aan de gang is. Een buurvrouw heeft hem zien aanbellen en zij heeft in de WhatsApp groep aangegeven dat hij in een grijze Ford is met dit kenteken.
(…)
Welke vriendin heb je gebeld?
[getuige 3] .
Je hebt haar verteld wat er is gebeurd?
Ja.
Wanneer heb je het gemeld hip Uber?
Dezelfde dag
(de rechtbank begrijpt: 31 juli 2023)
(…)
Ik ben naar mijn ouders in België gegaan. Toen begon hij constant te bellen.
Je was in België en hij belde jou constant, met welk nummer was dat?
Met het nummer wat ik had. Ik heb hem geblokkeerd. Hij belde ook met een ander
nummer, met no caller ID. Hij liet een voicemail achter. Dit was op woensdag 2
augustus.
Opmerking ambtenaren: [naam 2] laat de voicemail horen. De voicemail is als volgt:
"Hi [naam 2] , je spreekt met [verdachte] de taxichauffeur, weet jij wat jij mij allemaal hebt
Aangedaan. Ik ben mijn baan kwijt, ik weet waar je woont, ik kom binnenkort even een bak koffie drinken, vuile kankerhoer dat je bent, bel mij effe op ja, voordat het uit de hand gaat lopen. Vieze tering kut wijf."
(..)
Hoe voelde je je toen je dit hoorde?
Ik was heel scared, Ik heb niet geslapen die nacht. Ik heb de volgende morgen
gelijk de politie gebeld.
(…)
Je hebt de volgende dag de politie gebeld, wat gebeurde er verder?
(…)
Ik heb een berichtje gestuurd. Ik zei: “Ik wil dat je mij met rust laat.” Hij heeft toen heel veel naar mij gestuurd.
Hoe heb je dit gestuurd?
In een WhatsApp berichtje.
Opmerking ambtenaren: [naam 2] laat een kopie van de berichten zien
(de rechtbank begrijpt: de inhoud van p. 28 en 29 van het procesdossier).
(…)
Toen heb ik het mijn ouders verteld en heb ik het ook in een app berichtje naar
een WhatsApp groep in de straat gestuurd.
(…)
Wat deed hij voor de deur?
Gewoon aanbellen.
Bij jouw huisnummer?
Ja.
(…)
Ik zag ook dat er een bericht was dat er een auto met dat kenteken was. Was dat
die keer?
Ik weet dat hij er gisteren was. Er staat volgens mij bij de appgesprekken die ik
heb meegenomen, welke datum dat is. Mijn buren laten mij via WhatsApp weten als hij er is.
Waar verblijf jij nu?
In België bij mijn ouders.
Wat is de reden dat je daar verblijft?
Ik voel mij niet veilig in Den Haag. Vorig weekend was ik in Belgie. Mijn ouders
waren naar een rommelmarkt gegaan. Ik was continu aan het scannen of ik hem tegen zou komen.
(…)
Je werd gebeld door No Caller ID, wat is de reden dat jij denkt dat hij dat is?
Ik krijg nooit een No Caller ID en al helemaal niet zoveel achter elkaar. Ik heb
ook verder met niemand ruzie.
(…)
Wat denk je dat de reden is dat hij komt?
Ik ben bang dat hij echt geweld gaat gebruiken.
Opmerking ambtenaren: [naam 2] wordt emotioneel.
Wat maakt dat je nu emotioneel wordt?
Gewoon dat ik bang ben dat hij mij gaat slaan of dat hij mij verkracht.
(…)
Hoe voelde je je voordat het gebeurde in je eigen huis?
Heel veilig en fijn
(…)
Opmerking ambtenaren: De documenten die [naam 2] heeft meegenomen, worden bijgevoegd
(rechtbank: als)bijlagen
Opmerking ambtenaren: [naam 2] beschrijft verder nog dat zij erg bang wordt wanneer haar vader wordt gebeld, omdat zij bang is dat [verdachte] zijn nummer heeft. Verder geeft zij ook aan dat zij bezorgd is als zij een Whatsapp bericht binnen ziet komen, omdat zij denkt dat het [verdachte] is."

Een geschrift, zijnde een overzicht van binnenkomende en uitgaande WhatsApp berichten van aangever [naam 2] , bron 1, dossierpagina’s 27 en 28, voor zover – zakelijk weergegeven – inhoudende:

Een geschrift, zijnde een overzicht van binnenkomende en uitgaande oproepen van de telefoon van aangever [naam 2] , bron 1, dossierpagina 31, voor zover – zakelijk weergegeven – inhoudende:

Een geschrift, zijnde een schermafdruk van de telefoon van aangever [naam 2] , bron 1, dossierpagina 32, voor zover – zakelijk weergegeven – inhoudende:

Een geschrift, zijnde een schermafdruk van de telefoon van aangever [naam 2] , bron 1, dossierpagina 34, voor zover – zakelijk weergegeven – inhoudende:

Een proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 3] , opgemaakt d.d. 23 oktober 2023, bron 1, dossierpagina’s 39 t/m 42, voor zover – zakelijk weergegeven – inhoudende:
Wat kan je vertellen over wat [naam 2] is overkomen?
(…)
Ik weet niet wat zij met Uber heeft besproken, maar ik weet wel dat Uber hem
heeft ontslagen. En dat hij daarna haar voicemail in had gesproken en gezegd dat hij weet wat zij verklaard heeft en ook heeft hij gezegd dat hij weet waar zij woont en dat soort dingen. Ik weet dat ze daarna heel erg bang was, maar ze had ook een
operatie rond die tijd. Zij is daarna toen naar haar ouders gegaan in België. En
daarna is zij niet meer terug gekomen. Nu is zij dus bij andere familie op bezoek.
Zij is vanaf die tijd dus niet meer thuis gekomen en ik heb haar dus ook heel lang
niet gezien. Ik weet ook wel dat zij best wel lang niet naar haar huis was gegaan,
omdat hij dus weet waar zij woonde.
Wat maakt het dat [naam 2] niet meer naar haar eigen huis is gegaan?
Omdat ze dus die voicemails van die man heeft gekregen. Hij weet waar zij woont
en zij is dus heel erg bang. En omdat zij niet meer in Den Haag werkt hoeft zij dus
niet meer per sé in Den Haag te blijven en heeft zij ook een moment voor haarzelf
gepakt. Maar voornamelijk, omdat zij heel erg bang is.
(…)
Op welke manier heeft de Uber
(rechtbank: chauffeur)nog meer contact gezocht met [naam 2] ?
Volgens mij heeft hij haar meerdere keren berichten gestuurd. Ik heb hier even met [naam 2] over gesproken en misschien wat berichtjes, maar verder ook niet veel. (…)
Hoe was [naam 2] haar emotie op het moment dat zij het aan je vertelde?
Nu ze begon heel rustig van, dat hij vroeg of zij ene vriend had en of singel was.
Toen ze steeds meer vertelde merkte je wel dat zie het moeilijk vond om dat te
zeggen.

Een proces-verbaal van verhoor van verdachte, opgemaakt d.d. 2 november 2023, bron 1, dossierpagina’s 49 t/m 61, voor zover – zakelijk weergegeven – inhoudende:
(…)
Jammer genoeg leeft ze nog.
Waarom zeg je dat?
Omdat ik haar het daglicht niet gun.
Wat maakt het dat je haar het daglicht niet gunt?
Ze heeft contact met Uber gezocht en mijn account bij Uber werd daarna
geblokkeerd. (…) Ik wist waar ze woonde, want ik had haar natuurlijk thuis gebracht dus ik (rechtbank: ben) een aantal keer langs geweest. Ik heb aangebeld, maar er werd niet open gedaan. Ik heb haar opgebeld en haar voicemail ingesproken.(…)
Ik ben er toen niet meer heen gegaan. Wel heb ik haar nog gebeld en haar voicemail ingesproken omdat je wilde weten waarom ze dat allemaal heeft gedaan.
(…)
Het kenteken [kenteken] , wat zegt dat kenteken jou?
Dat is mijn taxi geweest.
Ten aanzien van 09/289137-23:

Een proces-verbaal van aangifte van [naam 3] , opgemaakt d.d. 29 november 2022, bron 2, dossierpagina’s 7 t/m 12, voor zover – zakelijk weergegeven – inhoudende:
Tegen wie wil je aangifte doen?
(…)
Tegen [verdachte] .
Hoe weet je die naam?
Sowieso van zijn WhatsApp contact gegevens. En [verdachte] van zijn branchegegevens.
Waar ken je hem van?
Van Uber.
Wat doet hij daar?
(rechtbank: Hij is) taxichauffeur.
(…)
Wanneer is dit allemaal gebeurd?
Zaterdag 8 oktober voor mijn nachtdienst rond 22:00 uur.
(…)
Dit is gebeurd bij het hoofdbureau, vlakbij het hoofdbureau. Burgemeester Patijnlaan. Het was misschien 2, 3 minuten lopen.
(…)
Kan jij vertellen wat er gebeurd is zaterdag 8 oktober 2022?
Ik heb hem een dag van te voren geapt, omdat ik naar een verjaardag ging, maar ik
had ook nachtdienst. Ik had hem gevraagd of hij mij kon ophalen in Zoetermeer en mij kon afzetten op het werk. Hij wist wat voor werk ik deed hij had mij al eens eerder opgehaald van het werk. Dat was goed. Toen maakte hij en prijs, gewoon buiten het taxi prijsje.
(…)
Onderweg in de auto zei hij wel dingen zoals lieverd. Ik negeerde dat dan. En ook
dat hij mijn been heeft aangeraakt wat ik helemaal niet fijn vond.
(…)
Hij legde echt zijn hand en duim over mijn bovenbeen.
(…)
Een aantal gesprekken verder was ik bijna bij het HB. Hij wilde parkeren in een van de parkeervakken. Hij zei toen: "Ik ga nog even roken". Ik dacht prima dat snap ik. We stapten uit en hielden nog een praatje.
(…)
Hij kwam steeds dichterbij dat ik dacht van ik moet een beetje op mijn hoede zijn.
(…)
Hij kwam ook echt naar voren en pakte mij echt beet bij mijn bovenarmen en trok
mij naar zich toe. Ik heb hem toen van mij afgeduwd. Hij deed het toen nog een keer
en toen heb ik hem weer weggeduwd en gezegd: "Laten we het professioneel houden". En toen (rechtbank: pakte) hij mij nogmaals beet. Hij wilde mij echt omhelzen, echt dat naar zich toe trekken. Hij pakte mij beet en gaf mij echt een knuffel en ik dacht dit is niet fijn. Ik dacht ik wil gewoon gaan werken ik moet werken. Dat was het enige wat ik dacht. Hij stapte in zijn auto en reed weg.
(…)
Hij toeterde nog waardoor ik zwaaide. Er kwam toen een collega van mij aan en toen raakte ik in lichte paniek van wat er net gebeurd was. Ik was ook emotioneel. Ik heb het toen aan de collega verteld.
(…)
Je zegt dat je bleef tot zijn sigaret op was. En toen?
En toen pakte hij mij beet en probeerde hij mij kussen.
Neem ons is mee naar het moment van kussen.
Hij pakte mij bij mijn bovenarmen beet en trok mij naar zich toe. Hij kwam heel
dicht bij mijn gezicht met zijn mond. Hij wilde echt iets. Hij wilde mij kussen. Ik
wilde dat niet dus duwde hem weg met mijn rechterhand. Dat lukte ook, maar hij had mij nog steeds vast. Ik weet niet meer wat ik zei. Hij zei: "Weet je het zeker". Hij kwam weer naar mij toe en probeerde mij weer te kussen op mijn mond. Hij ging echt naar mijn lippen toe.(…)
Toen heb ik hem weer weggeduwd daarna pakte hij mij weer beet en omhelsde mij. Ik heb er niet om gevraagd hij zei: "Ik vind je leuk ik ben wel eerlijk". Ik dacht je weet dat ik een relatie heb, dat heb ik gezegd. Ik heb nooit gezegd dat ik iets met een man wil ofzo. Ik vind het gewoon erg dat mijn grenzen niet werden gerespecteerd en mij als persoon. Ik kan best knuffelen met mensen die ik ken en geen bedoelingen hebben, maar dit gaat mij echt te ver.
Hij omhelsde je en probeerde hij je weer te zoenen zeg je?
Ja hij kuste mij toe op mijn wang, mijn rechterwang.
En toen?
Toen heb ik hem een beetje van mij af kunnen duwen en kunnen zeggen dat ik ging
werken.
(…)
Je loopt dan weg en ziet een collega lopen en verteld wat er dan is gebeurd. Wie
is hij/zij?
Hij heet [getuige 1] (fonetisch).
Hoe uitgebreid heb je het hem verteld?
Ik heb hem eigenlijk verteld dat iemand mij heeft proberen te kussen en dat het
net gebeurd was. Hij schrok er wel van. Ik heb hem gezegd dat de taxichauffeur mij
heeft proberen te kussen en dat het net gebeurd was.

Een proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 1] , opgemaakt d.d. 17 april 2023, bron 2, dossierpagina’s 13 t/m 14, voor zover – zakelijk weergegeven – inhoudende:
Aangeefster [naam 3] heeft aangifte gedaan van (pog.) aanranding.
Wat kunt u ons vertellen over wat er gebeurd is op zaterdag 8 oktober?
Ik had nachtdienst en mijn dienst start om 22:30 uur. Ik ben er meestal tussen 21:00-21:30 uur. Ik zag haar buiten bij de trap naar de ingang. Ik zag dat ze
geschrokken was. Ik vroeg haar of alles goed was. Ik had samen nachtdienst met haar. Ze zei dat ze met een taxi naar werk was gebracht. Ze zei dat een man aan haar had gezeten. Hoe en wat heeft ze niet verteld. Ze was echt in shock. Ze stond buiten naar één punt te staren. Ik kende haar een beetje en normaal had ze altijd wel een praatje enzo. Ze had tijd nodig om te starten. Ik ben er verder niet op ingegaan.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt — tenzij anders vermeld — bedoeld een proces- verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren. Waar wordt verwezen naar bijlagen betreffen dit de bijlagen bij het proces-verbaal van de Politie Eenheid Den Haag, genummerd PL1500-2023331800 (bron 1) dan wel de bijlagen bij het proces-verbaal van de Politie Eenheid Den Haag genummerd PL1500-2022302803 (bron 2).