ECLI:NL:RBDHA:2024:12245

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
5 augustus 2024
Publicatiedatum
5 augustus 2024
Zaaknummer
C/09/667706 / KG ZA24-518
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Intellectueel-eigendomsrecht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Inbreuk op Uniemerken en Auteursrechten door Verkoop van E-bikes

In deze zaak, die zich afspeelt in het kort geding, vordert Ecomotion B.V. (hierna: Ecomotion) dat Fietsenwinkel.nl 2020 B.V. en Hei-Bike Products B.V. (hierna gezamenlijk: Fietsenwinkel c.s.) onmiddellijk stopt met de verkoop van de BSP Quantum e-bikes, die inbreuk maken op de Uniemerken en auteursrechten van Ecomotion. Ecomotion is de nieuwe rechthebbende van de intellectuele eigendomsrechten van Hartmobile B.V., die failliet ging. De e-bikes zijn geproduceerd door Maxcom EOOD, die de fietsen zonder toestemming van Ecomotion aan Fietsenwinkel c.s. heeft verkocht. Ecomotion stelt dat de verkoop van de BSP Quantum e-bikes een inbreuk vormt op hun merkrechten, omdat deze fietsen nog steeds de QWIC-merken dragen. De voorzieningenrechter oordeelt dat Fietsenwinkel c.s. geen toestemming had om de e-bikes te verkopen en dat er sprake is van inbreuk op zowel de merkrechten als de auteursrechten van Ecomotion. De rechter beveelt Fietsenwinkel c.s. om binnen 24 uur na betekening van het vonnis te stoppen met de verkoop van de BSP Quantum e-bikes en legt dwangsommen op voor het geval zij hier niet aan voldoen. Daarnaast wordt Fietsenwinkel c.s. veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan Ecomotion.

Uitspraak

RECHTBANK Den Haag

Civiel recht
Zaaknummer: C/09/667706 / KG ZA 24-518
Vonnis in kort geding van 5 augustus 2024
in de zaak van

1.ECOMOTION B.V.,

te Amsterdam,
hierna te noemen: Ecomotion,
2.
QWIC B.V.,
te Amsterdam,
hierna te noemen: Qwic,
eisende partijen,
hierna samen te noemen: Ecomotion c.s.,
advocaat: mr. C.M.M. Pilaar, te Amsterdam.
tegen

1.FIETSENWINKEL.NL 2020 B.V.,

te Utrecht,
hierna te noemen: Fietsenwinkel,
2.
HEI-BIKE PRODUCTS B.V.,
te Utrecht,
hierna te noemen: Hei-Bike,
gedaagde partijen,
hierna samen te noemen: Fietsenwinkel c.s.,
advocaat: mr. A.M. van Aerde, te Amsterdam.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de op 18 juni 2024 betekende dagvaarding;
- de zijdens Ecomotion c.s. ingediende akte vermeerdering van eis;
- de zijdens Ecomotion c.s. overgelegde producties EP01 tot en met EP14;
- de conclusie van antwoord tevens eis in reconventie;
- de zijdens Fietsenwinkel c.s. overgelegde producties GP01 tot en met GP21;
- de mondelinge behandeling van 8 juli 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt;
- de pleitnota van Ecomotion c.s.; en
- de pleitnota van Fietsenwinkel c.s.
1.2.
Namens Ecomotion c.s. waren bij de mondelinge behandeling aanwezig [naam 1] (
CEOvan Qwic) en [naam 2] (
Head of productvan Qwic) vergezeld van haar advocaten mr. A.P. Groen (advocaat te Amsterdam) en mr. R.I. Philips (advocaat te Hilversum).
1.3.
Van de zijde van Fietsenwinkel c.s. waren ter zitting aanwezig [naam 3] (
managing directorFietsenwinkel), [naam 4] (aandeelhouder/eigenaar Fietsenwinkel, via Popal Mobility Group), [naam 5] (aandeelhouder/eigenaar Fietsenwinkel, via Popal Mobility Group) en [naam 6] (statutair directeur Fietsenwinkel), alsmede haar advocaten mr. Van Aerde, voornoemd, en mr. A.C.E. Scholten (advocaat te Amsterdam).
1.4.
Ecomotion c.s. heeft, na daartoe verkregen toestemming van de voorzieningenrechter, twee fietsen (de ‘QWIC Premium i MN7+’, zie hierna onder 2.4, en de BSP Quantum N7, zie hierna onder 2.9) meegenomen naar de zitting.
1.5.
Aan het eind van de mondelinge behandeling heeft de voorzieningenrechter op verzoek van partijen bepaald dat de zaak een week werd aangehouden in verband met het beproeven van een minnelijke regeling. Nadat partijen bij brief van 15 juli 2024 hadden laten weten er niet in te zijn geslaagd tot minnelijke overeenstemming te komen, heeft de voorzieningenrechter bepaald dat vandaag (5 augustus 2024) vonnis wordt gewezen.

2.De feiten

Partijen
2.1.
Fietsenwinkel en Hei-Bike, beide dochtervennootschappen van de Popal Mobility Group, zijn actief op de Nederlandse markt voor de verkoop van fietsen. Zij brengen onder meer verschillende (elektrische) fietsen van het merk ‘BSP’ (hierna: het BSP-merk) op de markt.
2.2.
Ecomotion is de enig aandeelhouder van Qwic. Laatstgenoemde handelt – met toestemming van Ecomotion – in fietsen die zij in de markt zet onder de (merk)naam ‘QWIC’. Ecomotion c.s. is een doorstart van de op 20 november 2023 gefailleerde vennootschappen Hartmobile B.V. (hierna: Hartmobile) en haar enig aandeelhouder Ante Ventum B.V. (hierna: Ante Ventum). Hartmobile was sinds januari 2006 actief op de Nederlandse markt als groothandel voor (elektrische) fietsen.
2.3.
Na het faillissement van Hartmobile en Ante Ventum hebben verschillende partijen, waaronder Fietsenwinkel, interesse getoond in het overnemen van (een deel van) hun activa. Uiteindelijk heeft de curator op 2 februari 2024 overeenstemming bereikt met Ecomotion die daardoor alle activa en intellectuele eigendomsrechten uit de boedel van Hartmobile heeft verworven, waaronder de volgende internationale merkregistraties (hierna: de QWIC-merken):
a. de internationale registratie voor het hieronder afgebeelde beeldmerk, met registratienummer 1353970, geregistreerd op 17 maart 2017, met gelding in onder meer de Europese Unie (hierna: EU), voor onder meer waren in klasse 12 (fietsen):
b. de internationale registratie voor het hieronder afgebeelde beeldmerk, met registratienummer 1515258, geregistreerd op 25 oktober 2019, met gelding in onder meer de EU, voor onder meer waren in klasse 12 (fietsen):
c. de internationale registratie voor het woordmerk ‘QWIC’, met registratienummer 1515319, geregistreerd op 25 oktober 2019, met gelding in de EU, voor onder meer de waren in klasse 12 (fietsen).
De QWIC Premium i MN7+ (belt)
2.4.
Hartmobile bracht sinds 2019 onder meer een elektrische fiets met de namen ‘QWIC Premium i MN7+’ en ‘QWIC Premium i MN7+ belt’ op de markt (hierna: de QWIC Premium e-bike). Het gaat om de hieronder afgebeelde fiets (zowel het heren- als het damesmodel van de QWIC Premium i MN7+). [1]
2.5.
De QWIC Premium e-bike (evenals een aantal andere modellen e-bikes dat door Hartmobile onder het QWIC-merk op de markt werd gezet) werd geassembleerd door het in Bulgarije gevestigde bedrijf Maxcom EOOD (hierna: Maxcom). In dat verband hebben, enerzijds, Hartmobile en/of Ante Ventum en, anderzijds, Maxcom meerdere overeenkomsten gesloten, waaronder de
Supply Agreementvan 7 mei 2020, het
Payment Planvan 2 december 2022 en de
Commercial Partnership Agreementuit oktober 2023. Die drie overeenkomsten bevatten alle drie een (standaard) zogenoemde ‘
entire agreement clause’ die erop neerkomt dat de betreffende overeenkomst de volledige overeenkomst vormt tussen partijen en in de plaats komt van iedere eerdere afspraak of overeenkomst tussen partijen. Bovendien blijkt uit die overeenkomsten dat wijziging van de daarin neergelegde afspraken alleen schriftelijk kan worden overeengekomen.
2.6.
Op het moment dat Hartmobile en Ante Ventum in november 2023 failliet werden verklaard, beschikte Maxcom over een partij van 20.000 QWIC-fietsen(onderdelen) ter waarde van (volgens Maxcom) ongeveer € 25.000.000,-. Genoemde fietsen(onderdelen), waaronder bijna 9.000 QWIC Premium e-bikes, waren besteld door Hartmobile en (voor)gefinancierd door Maxcom.
2.7.
Nadat Maxcom in februari 2024 duidelijk was geworden dat Ecomotion c.s. niet op korte termijn de volledige voorraad fietsen(onderdelen), waaronder de QWIC Premium e-bikes, waarover Maxcom beschikte, zou afnemen, heeft zij een andere afnemer voor (een deel van) die fietsen gezocht. Op 18 maart 2024 zijn Fietsenwinkel en Maxcom overeengekomen dat Fietsenwinkel 7.474 QWIC Premium e-bikes zou kopen. Die afspraak hebben partijen nader uitgewerkt en bevestigd in de door hen op 16 mei 2024 ondertekende
Sales Agreement. Daarin is onder meer het volgende opgenomen:
“1. SCOPE
1.1
Maxcom is manufacturer and seller of E-bikes. Parties have agreed that Fietsenwinkel.nl will purchase the E-Bikes specified below.
1.2.
Maxcom has expressly informed Fietsenwinkel.nl that all E-Bikes that are the subject of the present sales agreement were originally ordered by Hartmobile B.V., registered in the trade register under number 27284840 and Ante Ventum B.V., also trading as QWIC, registered in the trade register under number 69970327, for production. The product design of all the E-Bikes listed above was given by QWIC. Hartmobile B.V. is insolvent and its company has been subject to insolvency proceedings in the Netherlands (F.13/23/330). Maxcom has carried out the production of all E-Bikes/Bikes that are the subject of the present sales agreement at its own expense. Hartmobile B.V. has not paid for the ordered E-Bike/Bike and is not able to pay for them anymore. Maxcom is entitled for a payment claim to Hartmobile B.V. in the amount of 25.162.838,12-Euro. Therefore, Maxcom has a right of distress sale in relation to the E-Bikes that are the subject of this agreement.
1.3
The E-Bikes/Bikes that are the subject of the present sales agreement will be redesigned according to the specifications given by Fietsenwinkel.nl. All logos “QWIC” will be removed from the E-Bikes, except for “Q” on the bicycle seat bracket.
1.4
Software of motors and displays supplied by Bafang Company must be changed so that it is not visible that it has been designed initially for QWIC.
(…)
2. SUBJECT OF THIS AGREEMENT and PRODUCT SPECIFICATIONS
Maxcom agrees to produce and sell and Fietsenwinkel.nl agrees to purchase the under-mentioned E-Bikes according to the terms and conditions stipulated below:
Model name
Model name
Quantity
Till end of 2024
Till end of 2025
MN7+, Chain M420 lady
Premium I MN7+
4380
TBD
TBD
MN7+B, Belt M420, Lady
Premium I MN7+ belt
2372
TBD
TBD
MN7+B, Belt M420, Gent
Premium I MN7+ belt
720
TBD
TBD
7472
2000
5472
(…)
9. TERMINATING (WITHDRAWING FROM) THE AGREEMENT
9.1
Fietsenwinkel.nl is entitled to terminate this agreement in the cumulative presence of the following two conditions: (1) the holder of the QWIC IP files a claim against Fietsenwinkel.nl for intellectual property rights on the E-Bikes subject to this agreement and (2) the competent court rules a decision that the sale of those E-Bikes is an act of infringement of intellectual property rights in the Netherlands. In this case, Fietsenwinkel.nl is released from his obligation to purchase the remaining amount of E-Bikes.
(…)
11. INTELLECTUAL PROPERTY LICENSE
Fietsenwinkel.nl declares that he is familiar with the factual and legal situation set out in P. 1.2. of this agreement.
(…)”
2.8.
Fietsenwinkel c.s. heeft een
Joint Statementvan [naam 7] (hierna: [naam 7] ), de oud-directeur van Hartmobile, en M. [naam 8] (hierna: [naam 8] ), de directeur van Maxcom, overgelegd. Die – door genoemde personen op 4 juli 2024 ondertekende (Engelstalige) – verklaring luidt als volgt:

Statement of [naam 7] :
In November 2022, I, [naam 7] , was the sole director of the company Hartmobile BV (“Hartmobile”). At that time, Hartmobile was the owner of the QWIC trademarks and in economically difficult circumstances. Also, Hartmobile owed at least an amount of approximately EUR 4 million in invoices to the Bulgarian bicycle manufacturing company MAXCOM EOOD (“Maxcom”).
To alleviate the pressure on Hartmobile, I have asked [naam 8] , CEO at Maxcom, to transform the EUR 4 million in invoices into a loan. While Mr [naam 8] on behalf of Maxcom was in principle willing to cooperate with this, there was the question where this would leave Maxcom if Hartmobile would be unable to pay back the loan.
To address that concern, in November 2022 I have offered that Maxcom would have the right to sell the inventory present at their premises, under the QWIC brand, in the event that Hartmobile would not be able to pay back the loan. Mr [naam 8] accepted this on behalf of Maxcom and agreed to transform the invoices into a loan under this condition. I understand that because of this, the intellectual property rights in the inventory of QWIC bikes at Maxcom (copyrights, trademark rights) have exhausted, enabling Maxcom to sell off this inventory.
The loan entered into force on 2 December 2022.
Statement of [naam 8]
I, [naam 8] , CEO of Maxcom, confirm the above is accurate and true.”
2.9.
Fietsenwinkel c.s. heeft de door Maxcom geleverde, oorspronkelijk door Hartmobile als QWIC Premium MN7+ bestelde e-bikes onder de (merk)naam ‘BSP Quantum N7’ en ‘BSP Quantum N7 Pro’ in haar online en fysieke winkels te koop aangeboden. Die fietsen (hierna: de BSP Quantum) zijn hieronder afgebeeld (een heren- en een damesmodel van de BSP Quantum N7). [2]
2.10.
Op de BSP Quantum zijn op sommige plaatsen de QWIC-merken nog zichtbaar, zoals op de zadelpen en (onder een sticker met daarop de aanduiding ‘BSP’) op de fietscomputer, terwijl op andere plaatsen, zoals op het frame (enkel) het BSP-merk is aangebracht.
2.11.
Nadat Ecomotion c.s. kennis had genomen van de verhandeling door Fietsenwinkel c.s. van de BSP Quantum, heeft Ecomotion c.s. Fietsenwinkel c.s. gesommeerd iedere inbreuk op de QWIC-merken en de op het ontwerp van de QWIC Premium e-bikes rustende auteursrechten te staken. Daaraan heeft Fietsenwinkel c.s. geen gehoor gegeven.
2.12.
Bij beschikking van 20 juni 2024 heeft Ecomotion c.s. verlof verkregen van de rechtbank Midden-Nederland om onder Fietsenwinkel c.s. conservatoir bewijsbeslag en beslag tot afgifte te leggen. Dat beslag is op 21 juni 2024 uitgevoerd.

3.Het geschil in conventie en in reconventie

in conventie
3.1.
Ecomotion c.s. vordert in dit kort geding, na vermeerdering van eis, bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:
I. Fietsenwinkel c.s. te bevelen onmiddellijk na betekening van het vonnis in dit geding te staken en gestaakt te houden van iedere inbreuk en/of onrechtmatig handelen, zoals uiteengezet in de dagvaarding, meer in het bijzonder het (laten) produceren, aanbieden, verkopen en in voorraad houden van de BSP Quantum e-bikes, waaronder uitdrukkelijk mede verstaan wordt het onmiddellijk verwijderen van haar website, sociale mediakanalen en uit de fysieke winkels van iedere afbeelding of verkoopaanbieding van de BSP Quantum e-bikes;
II. Fietsenwinkel c.s. te bevelen onmiddellijk na betekening van het vonnis in dit geding binnen het gehele gebied van de EU te staken en gestaakt te houden van ieder inbreuk op de QWIC-merken, in het bijzonder te staken en gestaakt te houden van ieder gebruik van een identiek en/of overeenstemmend teken voor de waren (elektrische) fietsen, meer in het bijzonder, de BSP Quantum e-bikes;
III. primair: Fietsenwinkel c.s. te bevelen om met onmiddellijke ingang na betekening van het vonnis in dit geding te gedogen dat Ecomotion c.s. inzage en afschrift verkrijgen van de door het bewijsbeslag geraakte bescheiden, meer in het bijzonder alle fysieke en/of elektronische bescheiden die in beslag genomen zijn die informatie bevatten van één of meer van de volgende gegevens en/of zoektermen in de periode 23 november 2023 t/m 17 juni 2024, ten aanzien van: de zoektermen, inclusief verschillende schrijfwijzen en kennelijke verschrijvingen van: ‘BSP Quantum N7’, ‘BSP Quantum N7 Pro’, ‘BSP Quantum’, ‘BSP logo’, ‘BSP’, ‘Quantum’, ‘N7’, ‘N7 Pro’, ‘Hartmobile B.V.’, ‘Hartmobile’, ‘QWIC B.V.’, ‘QWIC’, ‘Ecomotion’, ‘QWIC Premium i MN7’, ‘QWIC Premium i MN7+ Belt’, ‘QWIC Premium i’, ‘QWIC Premium’, ‘Premium i’, ‘QWIC logo’, ‘Maxcom EOOD’ en ‘Maxcom’;
subsidiair: Fietsenwinkel c.s. te bevelen om met onmiddellijke ingang na betekening van het vonnis in dit geding te gedogen dat een door Ecomotion c.s. aan te wijzen onafhankelijke derde, dan wel een door de voorzieningenrechter te benoemen deskundige, onbeperkt inzage verkrijgt in de door het bewijsbeslag geraakte bescheiden. Die tevens Ecomotion c.s. inzage en afgifte dient te verstrekken van alle bewijsmiddelen, meer in het bijzonder alle fysieke en/of elektronische bescheiden die in beslag genomen zijn die informatie bevatten van één of meer van de volgende gegevens en/of zoektermen in de periode 23 november 2023 t/m 17 juni 2024, ten aanzien van: de zoektermen, inclusief verschillende schrijfwijzen en kennelijke verschrijvingen van: ‘BSP Quantum
N7’, ‘BSP Quantum N7 Pro’, ‘BSP Quantum’, ‘BSP logo’, ‘BSP’, ‘Quantum’, ‘N7’, ‘N7 Pro’, ‘Hartmobile B.V.’, ‘Hartmobile’, ‘QWIC B.V.’, ‘QWIC’, ‘Ecomotion’, ‘QWIC Premium i MN7’, ‘QWIC Premium i MN7+ Belt’, ‘QWIC Premium i’, ‘QWIC Premium’, ‘Premium i’, ‘QWIC logo’, ‘Maxcom EOOD’ en ‘Maxcom’;
althans een door de voorzieningenrechter andersluidend te bepalen passend bevel;
IV. te bevelen dat Fietsenwinkel c.s. ten aanzien van de vordering onder sub III. daartoe alle benodigde medewerking dient te verlenen, één en ander op straffe van een onmiddellijk opeisbare dwangsom van € 10.000 (zegge: tienduizend euro) voor iedere dag, of gedeelte van de dag daaronder begrepen, dat Fietsenwinkel c.s., niet geheel en/of niet tijdig nakomt, met een maximum van € 300.000,- (zegge: driehonderdduizend euro), althans een door de voorzieningenrechter in goede justitie te bepalen dwangsom;
V. Fietsenwinkel c.s. te bevelen om binnen zeven dagen na betekening van het vonnis in dit geding aan (de advocaten van) Ecomotion c.s. schriftelijke en volledige opgave te doen van:
a. het aantal exemplaren van de BSP Quantum e-bikes die zijn ingekocht en verkocht, alsmede de inkoop- en verkoopprijzen daarvan;
b. de volledige naam- en adresgegevens van de kopers (niet zijnde individuele consumenten) van de door u verkochte exemplaren van de BSP Quantum e-bikes;
c. het aantal exemplaren van de BSP Quantum e-bikes die door u in voorraad worden gehouden op het moment van het vonnis; en
d. de totale omzet en winst, uitgesplitst naar bruto- en nettowinst gerealiseerd met de verhandeling van de BSP Quantum e-bikes;
VI. Fietsenwinkel c.s. te bevelen aan Ecomotion c.s. een onmiddellijk opeisbare dwangsom te betalen van:
a. € 10.000, - (zegge: tienduizend euro) voor iedere keer dat Fietsenwinkel c.s. niet (volledig en/of tijdig) voldoet aan enig ingevolge het gevorderde sub I., sub II. of sub V. gegeven bevel en per dag (waarbij ieder gedeelte van een dag als hele dag gerekend wordt) dat deze overtreding voortduurt of deze overtredingen voortduren;
of, naar keuze van Ecomotion c.s.,
b. € 1.000, - (zegge: duizend euro) voor iedere fiets waarmee Fietsenwinkel c.s. niet (volledig en/of tijdig) voldoet aan enig ingevolge het gevorderde sub I, sub II of sub V gegeven bevel;
VII. Fietsenwinkel c.s. op voet van artikel 1019h Rv [3] te veroordelen tot betaling van de volledige door Ecomotion c.s. gemaakte gerechtelijke kosten, en andere kosten.
3.2.
Ecomotion c.s. legt aan de vordering het volgende ten grondslag. Met de verhandeling van de BSP Quantum e-bikes, waarop de QWIC-merken deels nog zijn vermeld, maakt Fietsenwinkel c.s. inbreuk op de merkrechten van Ecomotion c.s. als bedoeld in artikel 9 lid 2 sub a UMVo [4] . Daarnaast betreffen de BSP Quantum e-bikes slaafse kopieën van de QWIC Premium e-bikes, waarin alle auteursrechtelijk beschermde vormgevingskeuzes van de QWIC Premium e-bikes zijn overgenomen. De BSP Quantum e-bikes zijn dan ook onrechtmatige verveelvoudigingen in de zin van artikel 13 Aw [5] , althans zij vormen een slaafse nabootsing waartegen op grond van artikel 6:162 BW [6] kan worden opgetreden. Aan de op artikel 843a Rv gestoelde inzagevordering (onder III.) legt Ecomotion c.s. ten grondslag dat zonder onmiddellijke inzage in de bewijsbeslagen Ecomotion c.s. niet adequaat in staat is om de omvang van de inbreuk vast te stellen, de daarbij betrokken entiteiten te identificeren en verdere onrechtmatige handelingen bloot te leggen.
3.3.
Fietsenwinkel c.s. voert verweer en concludeert tot niet-ontvankelijkheid van Ecomotion c.s., dan wel tot afwijzing van de vorderingen, met uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van Ecomotion c.s. in de kosten van deze procedure.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
in reconventie
3.5.
Fietsenwinkel c.s. heeft een reconventionele vordering ingesteld die strekt tot opheffing van alle door Ecomotion c.s. ten laste van Fietsenwinkel c.s. gelegde beslagen.
3.6.
Fietsenwinkel c.s. legt – verkort weergegeven – aan haar vordering ten grondslag dat zij elke dag grote schade lijdt als gevolg van het ten onrechte door Ecomotion c.s. gelegde beslag. Zij kan de BSP Quantum e-bikes gedurende het beslag niet verkopen, juist op het moment dat na een lange periode van regen de Nederlandse zomer begint en de vraag aantrekt. Ook kan zij de al verkochte BSP Quantum e-bikes niet leveren aan consumenten en is zij genoodzaakt aan hen alternatieve e-bikes te leveren, dit met alle vermogensschade en reputatieschade van dien. Daarbij is het maar zeer de vraag in hoeverre Ecomotion c.s. in staat zal blijken die schade op een later moment te vergoeden. Het afgiftebeslag veroorzaakt bij Fietsenwinkel c.s. dus een groot restitutierisico.
3.7.
Ecomotion c.s. voert verweer en concludeert tot afwijzing van de vordering in reconventie met veroordeling, uitvoerbaar bij voorraad, van Fietsenwinkel c.s. in de kosten van het geding in reconventie.
3.8.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling in conventie

Bevoegdheid
4.1.
Voor zover Ecomotion c.s. aan haar vorderingen haar met een Uniemerk gelijk te stellen internationale merkregistraties met gelding in de EU ten grondslag heeft gelegd, volgt de (internationale en relatieve) bevoegdheid van de voorzieningenrechter uit artikel 123 lid 1 in samenhang bezien met artikel 124 onder a en artikel 125 lid 1 jo. artikel 131 lid 2 UMVo in verbinding met artikel 3 van de Uitvoeringswet EG-verordening inzake het Gemeenschapsmerk, omdat Fietsenwinkel c.s. is gevestigd in Nederland. Deze bevoegdheid strekt zich uit tot het grondgebied van alle lidstaten van de EU.
4.2.
De (relatieve) bevoegdheid van de voorzieningenrechter om kennis te nemen van de vorderingen voor zover zij een andere grondslag kennen (auteursrechtinbreuk, slaafse nabootsing, inzage) vloeit voort uit artikel 110 Rv, nu Fietsenwinkel c.s. is verschenen zonder die bevoegdheid te betwisten.
Kort geding
4.3.
Het gaat hier om een in kort geding gevorderde voorlopige voorziening. De rechter moet daarom eerst beoordelen of Ecomotion c.s. ten tijde van dit vonnis bij die voorziening een spoedeisend belang heeft. Daarnaast geldt dat de rechter in dit kort geding moet beoordelen of de vorderingen in de bodemprocedure een zodanige kans van slagen hebben, dat vooruitlopend daarop toewijzing van de voorlopige voorziening gerechtvaardigd is. Als uitgangspunt geldt bovendien dat in deze procedure geen plaats is voor bewijslevering.
Spoedeisend belang
4.4.
Het spoedeisend belang vloeit voort uit de aard van de vorderingen (een verbod ter beëindiging van een beweerdelijke inbreuk op de QWIC-merken en auteursrechten van Ecomotion c.s.). Het (bestaan van) spoedeisend belang is door Fietsenwinkel c.s. overigens ook niet bestreden.
Toestemming
4.5.
Partijen zijn het erover eens dat, voor zover de QWIC Premium e-bikes beschermd worden door een recht van intellectuele eigendom (merk- en/of auteursrecht), die fietsen enkel mogen worden verhandeld met toestemming van de rechthebbende: thans Ecomotion c.s. en voorheen Hartmobile. Een eerste punt dat partijen verdeeld houdt betreft de vraag of Maxcom toestemming had voor de verkoop aan Fietsenwinkel c.s. van de door Hartmobile bestelde en bij haar in voorraad zijnde QWIC Premium e-bikes. Volgens Fietsenwinkel c.s. volgt die toestemming ten eerste uit de afspraak die [naam 7] , namens Hartmobile, en [naam 8] , namens Maxcom, in november 2022 hebben gemaakt, zoals die blijkt uit hun gezamenlijke, hiervoor onder 2.8 weergegeven verklaring. Ten tweede heeft Fietsenwinkel c.s. aangevoerd dat Bulgaars recht aan Maxcom in de gegeven omstandigheden de bevoegdheid verleent de e-bikes te verkopen. Ten slotte betoogt Fietsenwinkel c.s. dat het misbruik van recht zou opleveren om Maxcom in de gegeven omstandigheden te verbieden om de waren te verkopen, zodat – zo begrijpt de voorzieningenrechter dat betoog – Maxcom
de factoover toestemming beschikte. De voorzieningenrechter overweegt daaromtrent als volgt.
4.6.
Naar aanleiding van het eerste punt, merkt de voorzieningenrechter op dat in het hiervoor onder 2.5 genoemde
Payment Planvan 2 december 2022, waarnaar [naam 7] in zijn verklaring verwijst, Maxcom en Hartmobile de tussen hen gemaakte afspraken omtrent de betaling door Hartmobile van openstaande facturen, hebben geformaliseerd. Kort gezegd behelst die overeenkomst de afspraak dat een openstaand bedrag van € 4.000.000,- wordt omgezet in een ‘
loan facility’ die Hartmobile conform het in het
Payment Planopgenomen schema aan Maxcom zal terugbetalen. Ter zekerheid (van de terugbetaling) van die lening, zou Hartmobile toestemming hebben gegeven aan Maxcom om de door Hartmobile bestelde e-bikes te verkopen indien Hartmobile niet aan haar betalingsverplichting zou voldoen. Voor zover een dergelijke afspraak al aan Ecomotion c.s. – als rechthebbende op de beweerdelijke intellectuele eigendomsrechten ten tijde van de verkoop van de QWIC Premium e-bikes aan Fietsenwinkel c.s. – kan worden tegengeworpen, stelt de voorzieningenrechter vast dat in het
Payment Planniet een bepaling is opgenomen waaruit volgt dat Maxcom de door Hartmobile bestelde e-bikes als zodanig en voorzien van de QWIC-merken aan een derde mag verkopen in het geval Hartmobile niet aan haar betalingsverplichtingen zou voldoen. Daarentegen bevat die overeenkomst (artikel 12.1) wel een
entire agreementclausule waaruit volgt dat de inhoud van het
Payment Plande gehele overeenkomst tussen partijen vormt en dat die overeenkomst in de plaats komt van iedere eerdere afspraak of overeenkomst tussen Maxcom en Hartmobile. Bovendien volgt uit de daaropvolgende bepaling (artikel 12.2) dat het
Payment Planenkel schriftelijk kan worden gewijzigd. Gelet daarop komt de voorzieningenrechter tot de conclusie dat een eventuele, in november 2022 tussen [naam 7] en [naam 8] gemaakte afspraak die als zodanig niet in het
Payment Planis opgenomen, ná het sluiten van die overeenkomst (2 december 2022) in ieder geval geen gelding (meer) heeft. Nu is gesteld noch gebleken dat die afspraak op een latere datum (na 2 december 2022) als aanvulling op/wijziging van het
Payment Planop schrift is gesteld (ook niet als onderdeel van de in oktober 2023 gesloten
Commercial Partnership Agreement), kan daaraan dus geen toestemming worden ontleend voor Maxcom om de QWIC Premium e-bikes aan Fietsenwinkel c.s. te verkopen.
4.7.
De voorzieningenrechter volgt Fietsenwinkel c.s. evenmin in haar (subsidiaire) standpunt dat de bevoegdheid van Maxcom om aan Fietsenwinkel c.s. de QWIC Premium e-bikes te verkopen, volgt uit het Bulgaarse recht. Fietsenwinkel c.s. heeft in dat verband gewezen op artikel 328 van de Bulgaarse
Commerce Actwaarin is bepaald dat indien een koper in gebreke is om de goederen in ontvangst te nemen van de verkoper, de verkoper het recht heeft om de goederen te verkopen tegen marktprijzen, nadat de koper daarvan in kennis is gesteld. Voor zover dat artikel in de omstandigheden van deze zaak al toepassing vindt – die vraag laat de voorzieningenrechter in het midden – kan daaraan naar voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter niet de door Fietsenwinkel c.s. gewenste conclusie worden verbonden. Genoemd artikel biedt aan de daar bedoelde verkoper immers geen basis (toestemming) voor het gebruik (door het in het verkeer brengen van goederen die onderwerp zijn) van intellectuele eigendomsrechten van de in dat artikel bedoelde koper. Fietsenwinkel c.s. heeft ook niet toegelicht waaruit zou volgen dat het de verkoper – naar Bulgaars recht – vrijstaat gebruik te maken van de intellectuele eigendomsrechten van de koper, terwijl een dergelijke uitleg lijkt in te druisen tegen het Europeesrechtelijk geharmoniseerde merkrecht. Naar voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter is het Maxcom dus – ook op basis van Bulgaars recht – niet toegestaan om de QWIC Premium e-bikes aan een derde te verkopen indien en voor zover zij daarmee gebruikmaakt van (lees: inbreuk maakt op) de daarop rustende intellectuele eigendomsrechten van (thans) Ecomotion c.s. Dat neemt niet weg – zo staat ook niet ter discussie – dat Maxcom (als eigenaar van die waren) de verschillende (losse) onderdelen waaruit de QWIC Premium e-bikes bestaan en waarop geen (intellectuele eigendoms-)rechten van Ecomotion c.s. rusten, zonder toestemming van laatstgenoemde in beginsel kan verhandelen.
4.8.
Ook het (meer subsidiair) door Fietsenwinkel c.s. gevoerde misbruikbetoog verwerpt de voorzieningenrechter. In de kern komt dat betoog erop neer dat in de huidige situatie Ecomotion c.s. redelijkerwijs haar (vermeende) intellectuele eigendomsrechten niet aan Maxcom en Fietsenwinkel c.s. kan tegenwerpen en dat zij dus
de factotoestemming moet verlenen voor de verkoop van de QWIC Premium e-bikes. Daartoe betoogt Fietsenwinkel c.s. dat Maxcom voor miljoenen euro’s in opdracht van Hartmobile e-bikes heeft geproduceerd, die Ecomotion, na het faillissement van Hartmobile, niet (allemaal) wil afnemen. Voor de voorzieningenrechter is echter onduidelijk – en Fietsenwinkel c.s. heeft dat ook niet toegelicht – op welke grond Maxcom haar (normale) bedrijfsrisico’s, waartoe de door haar gevoelde negatieve gevolgen van het faillissement van Hartmobile behoren (in de vorm van niet-terugverdiende financiële investeringen die zij heeft gedaan voor de productie van de door Hartmobile bestelde e-bikes), kan afwentelen op Ecomotion c.s. De na de faillietverklaring van Hartmobile aangestelde curator heeft – in het belang van alle crediteuren, waaronder Maxcom – enkel de activa en intellectuele eigendomsrechten waarover Hartmobile en Ante Ventum beschikten, aan Ecomotion c.s. verkocht. Op Ecomotion c.s. rust verder geen (juridische) verplichting om e-bikes van Maxcom af te nemen, evenals op Maxcom geen verplichting rust om de e-bikes aan Ecomotion c.s. aan te bieden. Zoals hiervoor onder 4.7 overwogen staat het Maxcom als eigenaar immers vrij om de (verschillende onderdelen van de) e-bikes te verhandelen, zo lang zij zich daarbij onthoudt van het gebruik van (lees: inbreuk op) de intellectuele eigendomsrechten van Ecomotion c.s.
4.9.
Uit het voorgaande volgt dat Maxcom (en Fietsenwinkel c.s.) dus niet over toestemming beschikt (beschikken) om de QWIC Premium e-bikes (als zodanig) te verkopen. In dat verband hecht de voorzieningenrechter eraan op te merken dat ook Maxcom en Fietsenwinkel blijkens de door hen gesloten
Sales Agreement(die hiervoor onder 2.7 deels is weergegeven) expliciet rekening hebben gehouden met de mogelijkheid dat Ecomotion c.s. (als nieuwe rechthebbende op de (vermeende) intellectuele eigendomsrechten van Hartmobile en Ante Ventum) zich tegen de verhandeling van de QWIC Premium e-bikes zou verzetten (zie met name artikel 9.1 van de
Sales Agreement).
Merkinbreuk
4.10.
Met betrekking tot de gestelde inbreuk op de merkrechten van Ecomotion c.s. overweegt de voorzieningenrechter als volgt.
4.11.
Als enerzijds gesteld (door Ecomotion c.s.) en anderzijds niet of onvoldoende bestreden (door Fietsenwinkel c.s.) staat vast dat de door Fietsenwinkel c.s. in de markt aangeboden BSP Quantum e-bikes zijn voorzien van de QWIC-merken, namelijk op de zadelpen en – weliswaar afgeplakt met een sticker – op de fietscomputer. Evenmin is in geschil dat Ecomotion c.s. aan Fietsenwinkel c.s. geen toestemming heeft gegeven voor dergelijk gebruik van de QWIC-merken in het economisch verkeer voor waren die gelijk zijn aan die waarvoor de QWIC-merken zijn ingeschreven (fietsen). In zoverre is sprake van een situatie als bedoeld in artikel 9 lid 2 sub a UMVO, waartegen de merkhouder kan optreden.
4.12.
Uit hetgeen hiervoor onder 4.5 tot en met 4.9 is overwogen, blijkt dat Maxcom niet over toestemming beschikte om de QWIC Premium e-bikes voorzien van de QWIC-merken aan Fietsenwinkel c.s. te verkopen. Laatstgenoemde kan zich daarom niet op de zogenaamde uitputtingsregel van artikel 15 lid 1 UMVo beroepen. Daarmee staat vast dat Fietsenwinkel met het aanbod van de BSP Quantum e-bikes inbreuk maakt op de Uniemerken van Ecomotion c.s.
Auteursrechtinbreuk
4.13.
De voorzieningenrechter zal vervolgens de gestelde inbreuk op de auteursrechten van Ecomotion c.s. beoordelen. Daarbij bestaat afzonderlijk belang, omdat volgens de stelling van Ecomotion c.s. – ook als de merkinbreuk zou worden beëindigd door verwijdering van alle QWIC-merken van de BSP Quantum e-bikes – de verhandeling van die e-bikes nog altijd onrechtmatig is. Daaromtrent overweegt de voorzieningenrechter als volgt.
4.14.
Wil een voortbrengsel als een auteursrechtelijk beschermd werk in de zin van artikel 10 Aw worden beschouwd, dan is vereist dat het oorspronkelijk is, in die zin dat het gaat om een eigen intellectuele schepping van de maker, en dat de auteursrechtelijk te beschermen bestanddelen een uitdrukking van een dergelijke intellectuele schepping vormen. Een intellectuele schepping is een eigen schepping van de auteur wanneer zij de uitdrukking vormt van diens persoonlijkheid. Dat is het geval wanneer de auteur bij het maken van het werk zijn creatieve bekwaamheden tot uiting heeft kunnen brengen door het maken van vrije en creatieve keuzen. [7] Deze maatstaf geldt evenzeer als het, zoals in deze zaak, een gebruiksvoorwerp betreft. Ook een verzameling of een bepaalde selectie van op zichzelf niet beschermde elementen, kan een (oorspronkelijk) werk zijn in de zin van de Aw. [8] Daarbuiten valt in elk geval al hetgeen een vorm heeft die zo banaal of triviaal is, dat daarin geen creatieve arbeid van welke aard dan ook valt aan te wijzen. [9] De keuzes van de maker mogen verder niet een louter technisch effect dienen of te zeer het resultaat zijn van een door technische uitgangspunten beperkte keuze. [10] Of aan voornoemde maatstaf is voldaan, dient beoordeeld te worden naar de situatie op het moment waarop het voortbrengsel tot stand is gebracht. Voorts geldt dat de enkele omstandigheid dat het werk of bepaalde elementen daarvan, passen binnen een bepaalde mode, stijl of trend niet betekent dat het werk of deze elementen zonder meer onbeschermd zijn. Onderzocht moet worden of de vormgeving van de (combinatie van de) verschillende elementen zodanig is dat aangenomen kan worden dat met het ontwerp door de maker op een voldoende eigen wijze uiting is gegeven aan de vigerende stijl, trend of mode. [11]
4.15.
Fietsenwinkel c.s. bestrijdt dat het ontwerp van de QWIC Premium e-bikes een auteursrechtelijk beschermd werk is. Daartoe voert zij aan dat het ontwerp van de QWIC Premium e-bikes bestaat uit verschillende standaardonderdelen die apart en in combinatie, niet voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking komen omdat de vormgeving (i) technisch bepaald is en/of (ii) ontworpen is door derden en/of (iii) zo banaal en triviaal is dat niet gezegd kan worden dat daar creatieve keuzes zijn gemaakt, zodat het ontwerp van de QWIC Premium e-bikes niet het persoonlijk stempel van de maker draagt.
4.16.
Als auteursrechtelijk relevante elementen van het ontwerp van de QWIC Premium e-bikes heeft Ecomotion c.s. gewezen op het volgende:
(i) het frame heeft specifieke, nauwkeurige verhoudingen, gradenbepalingen, hoekmetingen, dikte en maatvoering;
(ii) het frame is ontworpen met een robuuste behuizing die de vorm heeft van een controle teken, oftewel een vinkje;
(iii) de onderbuis van het frame, waarin de accu is ingebed, heeft een specifieke, dikkere ronde afgewerkte vormgeving;
(iv) de toepassing van de kleurstelling op het frame;
(v) er zijn twee inkepingen in de bovenkant van de onderbuis van het frame, richting de aanhechting van het frame met de balhoofdbuis;
(vi) de dikte van de zadelbuis van het frame;
(vii) de driehoekige MIK bagagedrager, die visueel enkel bevestigd lijkt te zijn aan het midden van het achterwiel, bevindt zich in het midden van de bovenkant van het achterwiel;
(viii) de smalle, minimalistische aluminium spatborden voor en achter, zonder spatlap, waarbij het achterste spatbord het halve wiel omsluit en het voorste spatbord veel korter is;
(ix) de specifieke vormgeving van de velgen;
(x) de minimalistische kettingkast;
(xi) het gebruik van aluminium materialen;
(xii) het gebogen stuur en geïntegreerd bedieningssysteem;
(xiii) de handvatten en het zadel;
(xiv) de plaatsing van het achterlicht in de ronding van de bagagedrager;
(xv) het plaatsing van het voorlicht op de voorkroon bij de voorband; en
(xvi) de specifieke keuze voor (de combinatie van) een Shimano hydraulisch remsysteem, een Bafang geïntegreerde middenmotor, een Nexus 7 versnellingssysteem en een zadelpen.
4.17.
De voorzieningenrechter kan Fietsenwinkel c.s. in zoverre volgen in haar verweer dat niet al deze elementen getuigen van een eigen intellectuele schepping. Elementen zoals het type remsysteem, het type middenmotor en het type versnellingssysteem zijn eerder functionele dan creatieve keuzes. Ten aanzien van andere elementen, waaronder de precieze vormgeving van het frame, de kleurstelling en de vorm van de achterdrager, spatborden, kettingkast, stuur, handvatten en zadel, en de plaatsing van verlichting heeft een ontwerper een grote(re) mate van vrijheid, al dan niet door te kiezen uit een grote variëteit standaardonderdelen. De keuze van het frame, van de toepassing van de kleurstelling op het gekozen frame en van de verschillende losse elementen getuigen, alles in samenhang bezien, naar voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter van een (voldoende) creatieve keuze.
4.18.
Fietsenwinkel c.s. heeft betoogd dat vergelijkbare ontwerpen reeds tot het vormgevingserfgoed behoren. In dat verband heeft zij een document (GP12) overgelegd met daarin afbeeldingen van zeven damesvarianten van e-bikes die – zo is niet bestreden – in 2018/2019, vóór de eerste openbaarmaking van het ontwerp van de QWIC Premium e-bikes, op de markt waren. De daarin opgenomen afbeeldingen zijn omwille van de leesbaarheid van dit vonnis weergegeven in Bijlage 1, welke bijlage een integraal onderdeel vormt van dit vonnis. Na bestudering van die zeven e-bikes stelt de voorzieningenrechter vast dat zij weliswaar stuk voor stuk beschikken over één of meer vormgevingselementen die ook in het ontwerp van QWIC Premium e-bikes zijn aan te wijzen, maar dat geen enkele fiets alle kenmerken die QWIC Premium e-bikes zijn gecombineerd, worden verenigd. Daardoor heeft het ontwerp van de QWIC Premium e-bikes, hoewel dat ontwerp onmiskenbaar verwantschap vertoont met andere ontwerpen van e-bikes en de verschillende elementen los van elkaar bezien niet (alle) oorspronkelijk zijn, toch een eigen unieke uitstraling die het gevolg is van creatieve keuzes die hebben geleid tot de in het ontwerp van de QWIC Premium e-bikes verenigde specifieke combinatie van bedoelde elementen.
4.19.
Haar stelling dat het ontwerp van de herenvariant van de QWIC Premium e-bikes ook aan een vergelijkbaar, tot het vormgevingserfgoed behorend ontwerp is ontleend, heeft Fietsenwinkel c.s. onvoldoende onderbouwd. Zij heeft geen voorbeelden aangewezen van fietsen met een vergelijkbaar ontwerp die reeds vóór (het ontwerp van) de QWIC Premium e-bikes geopenbaard waren. In dat verband laat de voorzieningenrechter overigens de in productie GP16 (getiteld: ‘Actueel Umfeld 2024’) opgenomen afbeeldingen (van zowel dames- als herenmodellen) van fietsen met vergelijkbare frames, buiten beschouwing nu nergens uit blijkt op welke datum de daar getoonde ontwerpen zijn geopenbaard. De voorzieningenrechter kan er derhalve niet vanuit gaan dat de in die productie weergegeven fietsen in 2019 – toen het ontwerp van de QWIC Premium e-bikes openbaar werd, zo staat onbestreden tussen partijen vast – tot het relevante vormgevingserfgoed behoorden.
4.20.
Gelet op het voorgaande doorstaat het ontwerp van de QWIC Premium e-bikes de hiervoor onder 4.14 weergeven ‘werktoets’. Nu die toets conform de jurisprudentie van het Hof van Justitie van de EU, waaronder het door Fietsenwinkel c.s. ingeroepen ‘Cofemel-arrest’ [12] , de enige maatstaf vormt voor de beoordeling of een voorwerp voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking komt, luidt de slotsom dat het ontwerp van de QWIC Premium e-bike auteursrechtelijke bescherming geniet.
4.21.
De voorzieningenrechter volgt Fietsenwinkel c.s. niet in haar betoog dat Ecomotion c.s. niet de rechthebbende is op de auteursrechten die zijn verbonden aan het ontwerp van de QWIC Premium e-bikes. Aan dat betoog legt Fietsenwinkel c.s. de niet nader onderbouwde stelling ten grondslag dat een merk doorgaans slechts een schets aanlevert en de producent (in dit geval Maxcom) en andere betrokkenen bij het ontwerp- en productieproces op grond daarvan tot een (finaal) ontwerp komen. Ecomotion c.s. heeft die stelling onder meer door overlegging van verschillende ontwerptekeningen weersproken. Daarbij komt dat in artikel 1.2 van de tussen Maxcom en Fietsenwinkel c.s. gesloten
Sales Agreementstaat dat de “
[t]he product design of all the E-Bikes listed above was given by QWIC.” Bij die stand van zaken is voorshands voldoende aannemelijk dat Ecomotion c.s. de auteursrechten op het ontwerp van de QWIC Premium e-bikes heeft verworven toen zij alle intellectuele eigendomsrechten uit de failliete boedel van Hartmobile kocht.
4.22.
Voor de beantwoording van de vraag of sprake is van inbreuk op een auteursrecht op een gebruiksvoorwerp dient naar Nederlands recht te worden beoordeeld in welke mate de totaalindrukken van het beweerdelijk inbreuk makende werk (in dit geval: de BSP Quantum e-bike) en het beweerdelijk bewerkte of nagebootste werk (in dit geval: de QWIC premium e-bike) overeenstemmen. [13]
4.23.
Ten behoeve van de te maken vergelijking beeldt de rechtbank de QWIC Premium e-bikes (QWIC Premium i MN7+ dames- en herenvariant) en de BSP Quantum e-bikes (BSP Quantum N7 dames- en herenvariant), bezien van de zijkant, hieronder naast elkaar af.
QWIC Premium i MN7+ dames
BSP Quantum N7 dames
QWIC Premium I MN7+ heren
BSP Quantum N7 heren
4.24.
Volgens Fietsenwinkel c.s. zijn er meerdere opvallende verschillen tussen het ontwerp van de QWIC Premium e-bikes en de BSP Quantum e-bikes, met name de vormgeving rondom de accu in het frame, het zadel, (het ontbreken van) het ringslot en de handvatten. Daardoor wijkt de totaalindruk van de BSP Quantum e-bikes in voldoende mate af van het ontwerp van de QWIC Premium e-bikes.
4.25.
De voorzieningenrechter is het niet met Fietsenwinkel c.s. eens. Hoewel de beschermingsomvang van het auteursrecht dat rust op het ontwerp van de QWIC Premium e-bikes beperkt is tot de specifieke combinatie van de verschillende vormgevingselementen en, aldus, met relatief kleine afwijkingen in die specifieke combinatie al een andere totaalindruk kan ontstaan, zijn de door Fietsenwinkel c.s. genoemde verschillen tussen de QWIC Premium e-bikes en de BSP Quantum e-bikes van zodanig ondergeschikte aard, dat niet van een andere totaalindruk kan worden gesproken.
4.26.
Die totaalindruk wordt naar voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter met name gevormd door de dikte van de buizen van het frame, de hoek waarin die buizen met elkaar verbonden zijn (en bij de herenvariant: de hoek/knik in de stang), de zadelpen en de plaatsing en vorm van de bagagedrager. De door Fietsenwinkel c.s. genoemde (van de QWIC Premium e-bikes) afwijkende elementen van de BSP Quantum (handvatten, zadel en het ontbreken van een ringslot), wijken qua vormgeving onvoldoende opvallend af van dezelfde elementen in het ontwerp van de QWIC Premium e-bike. Fietsenwinkel c.s. heeft er verder op gewezen dat bij de QWIC Premium e-bikes op het frame rond de accu een zwart vlak is aangebracht. Daardoor wordt het zwarte vlak van de accu (optisch) verbreed en verlengd en valt minder op dat zich in het frame een (losse) accu bevindt. Bij de BSP Quantum is ervoor gekozen om het hele frame te lakken en daarmee de accu op te laten vallen. Ook dat verschil is naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter weinig in het oog springend. In beide fietsmodellen bevindt zich op dezelfde plaats in het frame een zwart vlak (namelijk de accu). Weliswaar oogt de accu in het ontwerp van de QWIC Premium e-bike door de inbedding in een zwart vlak dat is aangebracht op het frame, wat meer geïntegreerd (onderdeel van het frame). Daartegenover staat echter dat, zeker in de uitvoering van de e-bikes in een donkere kleur (blauw, grijs, bruin) – zoals hierboven onder 4.23 weergegeven – en van een afstand bezien, het zwarte vlak van de accu én op het frame van de QWIC Premium e-bikes niet in het oog springt. Voor de totaalindruk maakt het weglaten van het zwarte vlak op het frame van de BSP Quantum e-bikes naar voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter dan ook geen relevant verschil.
4.27.
Het voorgaande leidt tot de conclusie dat, naar voorlopig oordeel, Fietsenwinkel c.s. met het aanbieden en verkopen van de BSP Quantum e-bikes inbreuk heeft gemaakt op de auteursrechten van Ecomotion c.s. Gelet daarop behoeft de subsidiaire grondslag (onrechtmatige daad door slaafse nabootsing) geen beoordeling.
De vorderingen
4.28.
Dat betekent dat de vorderingen (grotendeels) voor toewijzing in aanmerking komen.
4.29.
Fietsenwinkel c.s. heeft betoogd dat de vorderingen niet toewijsbaar zijn jegens Hei-Bike omdat zij geen voorbehouden handelingen zou hebben verricht. De
Sales Agreementis gesloten tussen Maxcom en Fietsenwinkel en alleen Fietsenwinkel biedt de BSP Quantum e-bikes in haar (online en fysieke) winkels aan. De voorzieningenrechter is echter voorshands van oordeel dat de vorderingen ook jegens Hei-Bike kunnen worden toegewezen. Op de BSP Quantum e-bikes is immers het BSP-merk aangebracht waarvan, zo heeft Ecomotion c.s. onweersproken gesteld in randnummer 17 van de dagvaarding, Hei-Bike rechthebbende is. Hei-Bike heeft de verhandeling van de (inbreukmakende) BSP Quantum e-bikes waarop met haar toestemming haar BSP-merk is aangebracht, derhalve in haar macht en kan de hiervoor vastgestelde inbreuk op de rechten van Ecomotion c.s. in zoverre ook voorkomen of beëindigen. Gelet daarop kan Hei-Bike zelfstandig, naast Fietsenwinkel, verantwoordelijk worden gehouden voor het vastgestelde inbreukmakend handelen.
4.30.
Het onder I. gevorderde bevel tot het staken van iedere auteursrechtinbreuk zal worden toegewezen. Bij toewijzing van een aanvullend verbod tot onrechtmatig handelen bestaat geen belang, zodat de voorzieningenrechter dat zal afwijzen. Het onder II. gevorderde bevel tot het staken van iedere inbreuk op de QWIC-merken zal eveneens worden toegewezen. Aan de toe te wijzen bevelen zal de voorzieningenrechter ter voorkoming van executieproblemen, hoewel Fietsenwinkel c.s. het aanbieden van de BSP Quantum e-bikes sinds het gelegde beslag (noodgedwongen) heeft gestaakt, een (korte) executietermijn van 24 uur verbinden.
4.31.
Nevenvorderingen zijn in kort geding in zoverre (spoedeisend en) toewijsbaar indien deze ertoe strekken om verdere inbreuken te beëindigen of te voorkomen. [14] De onder V. gevorderde opgave zal de voorzieningenrechter daarom in (zeer) beperkte vorm toewijzen, namelijk enkel voor zover dit ziet op informatie over de (wederver-)kopers (niet zijnde consumenten) van de BSP Quantum e-bikes, in- en verkoopaantallen en op het aantal nog in voorraad zijnde BSP Quantum e-bikes. Voor zover de opgaveverplichting strekt tot verkrijging van in- en verkoopprijzen en omzet- en winstgegevens, zal deze, wegens gebrek aan spoedeisend belang, worden afgewezen. Om diezelfde reden zal de voorzieningenrechter de onder III. primair en subsidiair gevorderde inzage in het gelegde bewijsbeslag (en de daaraan onder IV. gekoppelde dwangsom) afwijzen.
4.32.
De voorzieningenrechter zal de gevorderde, aan de op te leggen bevelen te koppelen dwangsommen maximeren en voor wat betreft de opgave matigen, zoals vermeld in de beslissing.
4.33.
Fietsenwinkel c.s. is grotendeels in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van Ecomotion c.s. worden in navolging van de door partijen gemaakte en ter zitting door hen bevestigde proceskostenafspraak begroot op € 15.000,- aan salaris advocaat, te vermeerderen met de dagvaardingskosten van € 117,87, het verschuldigde griffierecht van € 688,- en de nakosten.
4.34.
Daarmee komt het totaalbedrag aan proceskosten aan de zijde van Ecomotion c.s. op dit moment op:
- kosten van de dagvaarding
117,87
- griffierecht
688,00
- salaris advocaat
15.000,00
- nakosten
178,00
(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
15.983,87
4.35.
De voorzieningenrechter zal de in dit vonnis gegeven veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad verklaren. Daarbij gaat de voorzieningenrechter voorbij aan het door Fietsenwinkel c.s. daartegen gevoerde verweer, reeds omdat zij (het bestaan van) het door haar gestelde restitutierisico op geen enkele wijze heeft geconcretiseerd [15] , terwijl het belang van Ecomotion c.s. bij een uitvoerbaar bij voorraad verklaring van de in dit kort geding gevorderde bevelen, evident is: zij moet iedere inbreuk op haar intellectuele eigendomsrechten effectief een halt kunnen toeroepen.

5.De beoordeling in reconventie

Bevoegdheid
5.1.
De (relatieve) bevoegdheid van de voorzieningenrechter om kennis te nemen van de reconventionele vordering vloeit voort uit artikel 110 Rv, nu Ecomotion c.s. die bevoegdheid niet heeft betwist.
Gelegd beslag is rechtmatig
5.2.
Nu uit de beoordeling in conventie volgt dat Fietsenwinkel c.s. met de verhandeling van de BSP Quantum e-bikes inbreuk heeft gemaakt op de merk- en auteursrechten van Ecomotion c.s., kan niet worden geoordeeld dat het door Ecomotion c.s. gelegde bewijsbeslag en beslag tot afgifte onrechtmatig is. De reconventionele vordering die strekt tot opheffing van die beslagen, zal daarom worden afgewezen.
Proceskosten
5.3.
Fietsenwinkel c.s. zal als de in reconventie in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten aan de zijde van Ecomotion c.s. worden veroordeeld. Nu de voorzieningenrechter begrijpt dat de proceskostenafspraak van partijen ook op de procedure in reconventie betrekking heeft, maar – gelet op de samenhang van het geschil in conventie en in reconventie – de voor vergoeding in aanmerking komende proceskosten aan de zijde van Ecomotion c.s. volledig kunnen worden toegerekend aan de procedure in conventie, zal de voorzieningenrechter de proceskosten van Ecomotion c.s. in reconventie begroten op nihil.

6.De beslissing

De voorzieningenrechter
in conventie
6.1.
beveelt Fietsenwinkel c.s. binnen 24 uur na betekening van dit vonnis te staken en gestaakt te houden iedere inbreuk op de auteursrechten van Ecomotion c.s., meer in het bijzonder door het (laten) produceren, aanbieden, verkopen en in voorraad houden van de BSP Quantum e-bikes, waaronder uitdrukkelijk mede wordt verstaan het onmiddellijk verwijderen van haar website, sociale mediakanalen en uit de fysieke winkels van iedere afbeelding of verkoopaanbieding van de BSP Quantum e-bikes;
6.2.
beveelt Fietsenwinkel c.s. binnen 24 uur na betekening van dit vonnis binnen het gehele gebied van de Europese Unie te staken en gestaakt te houden iedere inbreuk op de QWIC-merken, in het bijzonder door te staken en gestaakt te houden ieder gebruik, zonder toestemming van Ecomotion c.s., van een identiek en/of overeenstemmend teken voor de waren (elektrische) fietsen, meer in het bijzonder, de BSP Quantum e-bikes;
6.3.
beveelt Fietsenwinkel c.s. aan Ecomotion c.s. een onmiddellijk opeisbare dwangsom te betalen van:
a. € 10.000, - (zegge: tienduizend euro) voor iedere keer dat Fietsenwinkel c.s. niet (volledig en/of tijdig) voldoet aan enig hiervoor onder 6.1 en 6.2 (weer)gegeven bevel en per dag (waarbij ieder gedeelte van een dag als hele dag gerekend wordt) dat deze overtreding voortduurt of deze overtredingen voortduren,
of, zulks naar keuze van Ecomotion c.s.,
b. € 1.000, - (zegge: duizend euro) voor iedere fiets waarmee Fietsenwinkel c.s. niet (volledig en/of tijdig) voldoet aan enig hiervoor onder 6.1 en 6.2 (weer)gegeven bevel,
tot, in totaal, een maximum van € 500.000,-;
6.4.
beveelt Fietsenwinkel c.s. binnen zeven dagen na betekening van dit vonnis aan (de advocaten van) Ecomotion c.s. schriftelijke opgave te doen van de volledige naam- en adresgegevens van de kopers (niet zijnde consumenten) van de door Fietsenwinkel c.s. verkochte exemplaren van de BSP Quantum e-bikes, van het aantal in- en verkochte exemplaren van de BSP Quantum e-bikes en van het aantal nog in voorraad zijnde BSP Quantum e-bikes, op straffe van een dwangsom van € 1.000,- (zegge: duizend euro) per dag (waarbij ieder gedeelte van een dag als hele dag gerekend wordt) dat Fietsenwinkel c.s. niet (volledig en/of tijdig) voldoet aan dit bevel met een maximum van € 30.000,-;
6.5.
veroordeelt Fietsenwinkel c.s. in de proceskosten, aan de zijde van Ecomotion c.s. tot op heden begroot op € 15.983,87, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met € 92,00 plus de kosten van betekening;
6.6.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
6.7.
wijst het meer of anders gevorderde af.
in reconventie
6.8.
wijst de vordering van Fietsenwinkel c.s. af;
6.9.
veroordeelt Fietsenwinkel c.s. in de proceskosten, aan de zijde van Ecomotion c.s., tot op heden begroot op nihil;
Dit vonnis is gewezen door mr. H.D. Overbeek, rechter, bijgestaan door mr. J.J. de Jong, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 5 augustus 2024.
Bijlage 1:
Trek LM5+ Lowstep 2018-2019
Pegasus Ravenna EVO 8F 2018
Kalkhoff Image Move B8 2018
Flyer GoTour 6 7.23 2019
Ebike Das Orginal C004 Dutch Comfort 2018
Koga E-Tour 2019
Brinckers Granville Sport M9 2019
--------------------------------------- einde Bijlage 1 -------------------------------------------------

Voetnoten

1.De (niet in dit vonnis afgebeelde) ‘QWIC Premium i MN7+ belt’ heeft hetzelfde ontwerp als de (wel afgebeelde) QWIC Premium i MN7+. Het enige verschil betreft de aandrijflijn: bij de ‘belt’ is dat niet een ketting die (volledig) door een kettingkast wordt omsloten, maar een carbon riem zonder kast.
2.Ook voor de (niet in dit vonnis afgebeelde) BSP Quantum N7 Pro geldt dat het ontwerp overeenkomt met het ontwerp van de (wel afgebeelde) BSP Quantum N7. Het enige verschil betreft wederom de aandrijflijn: bij de ‘Pro’ is dat niet een ketting die (volledig) door een kettingkast wordt omsloten, maar een carbon riem zonder kast.
3.Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.
4.Verordening (EU) 2017/1001 van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2017 inzake het Uniemerk.
5.Auteurswet.
6.Burgerlijk Wetboek.
7.HvJEG 16 juli 2009, ECLI:EU:C:2009:465, C-5/08 (Infopaq I) en HvJEU 1 december 2011, ECLI:EU:C:2011:798, C-145/10 (Painer).
8.Hoge Raad 22 februari 2013, ECLI:NL:HR:2013:BY1529 (Stokke / H3).
9.Hoge Raad 30 mei 2008, ECLI:NL:HR:2008:BC2153 (Endstra-tapes).
10.Hoge Raad 16 juni 2006, ECLI:NL:HR:2006:AU8940, (Lancôme / Kecofa).
11.Hoge Raad 22 februari 2013, ECLI:NL:HR:2013:BY1529 (Stokke / H3).
12.Hof van Justitie van de Europese Unie van 12 september 2019,
13.Vergelijk HR 12 april 2013, ECLI:NL:HR:2013:BY1533 (Hauck/Stokke) en zie r.o. 169 van gerechtshof Den Haag 14 juli 2020, ECLI:NL:GHDHA:2020:1218 (Vitra/Kwantum).
14.Zie bijvoorbeeld gerechtshof Den Haag 18 mei 2010: BMW v. Inter-Tyre (IEPT20100518/IER 2010,67).
15.Vergelijk HR 17 juli 1994, ECLI:HR:1994:ZC1400.