ECLI:NL:RBDHA:2024:12232
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- B.F.Th. de Roos
- Rechtspraak.nl
Terugkeerbesluit en inreisverbod in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 1 augustus 2024 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende een terugkeerbesluit en een inreisverbod. Eiser, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. S.C. van Paridon, heeft beroep ingesteld tegen het besluit van de minister van Asiel en Migratie, dat op 21 maart 2024 is genomen. Dit besluit houdt in dat aan eiser een terugkeerbesluit en een inreisverbod voor de duur van twee jaar is opgelegd. Tijdens de zitting op 1 augustus 2024 is eiser, ondanks berichtgeving, niet verschenen, terwijl de gemachtigde van de verweerder wel aanwezig was.
De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard. De rechtbank overweegt dat het terugkeerbesluit niet is bestreden en dat er een risico bestaat dat eiser zich aan het toezicht zal onttrekken. Eiser heeft aangevoerd dat hij een Poolse vriendin in Duitsland heeft en dat hij zijn vader in Kroatië wil bezoeken, maar deze stellingen zijn niet onderbouwd. De rechtbank concludeert dat de minister terecht een inreisverbod heeft opgelegd, omdat er geen bijzondere omstandigheden zijn die het inreisverbod onterecht maken. Eiser heeft de mogelijkheid om in de toekomst een aanvraag in te dienen voor het uitoefenen van gezinsleven, wat kan leiden tot opheffing van het inreisverbod.
De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, binnen vier weken na verzending van het proces-verbaal.