ECLI:NL:RBDHA:2024:12189
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig nemen van besluit op aanvraag om verlening van machtiging tot voorlopig verblijf in het kader van nareis
In deze zaak heeft eiser beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op zijn aanvraag om verlening van een machtiging tot voorlopig verblijf in het kader van nareis voor een familielid. De rechtbank, zittende in Middelburg, heeft op 30 juli 2024 uitspraak gedaan. Eiser had op 29 december 2022 zijn aanvraag ingediend, maar verweerder, de minister van Asiel en Migratie, heeft niet binnen de wettelijk vereiste termijn van 90 dagen beslist. Eiser heeft verweerder op 7 juli 2023 in gebreke gesteld, waarna het beroep op 22 september 2023 is ingediend. De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroep tijdig is ingediend en kennelijk gegrond is. De rechtbank heeft verweerder opgedragen om binnen acht weken na de uitspraak een besluit op de aanvraag bekend te maken, met een dwangsom van € 100 per dag voor elke dag dat deze termijn wordt overschreden, tot een maximum van € 7.500. Tevens zijn de proceskosten van eiser vastgesteld op € 418,50. De rechtbank heeft het verzoek om vrijstelling van griffierecht voorlopig toegewezen, en later definitief. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot verzet tegen deze uitspraak.