ECLI:NL:RBDHA:2024:12097
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op asielaanvraag niet-ontvankelijk verklaard
In deze zaak heeft eiseres beroep ingesteld tegen de minister van Asiel en Migratie, omdat zij van mening is dat de minister niet tijdig heeft beslist op haar aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De rechtbank heeft partijen geïnformeerd dat een zitting niet nodig is en heeft het onderzoek gesloten zonder behandeling op een zitting. Eiseres heeft op 23 oktober 2023 haar asielaanvraag ingediend, die valt onder de nieuwe beslistermijnen zoals vastgesteld in het besluit WBV 2023/3, dat op 27 januari 2023 in werking is getreden. Dit besluit verlengt de beslistermijnen voor asielaanvragen die zijn ingediend tussen 1 januari 2023 en 1 januari 2024 met negen maanden.
Eiseres betwist dat de beslistermijn geldig is verlengd en stelt dat de ingebrekestelling die zij op 24 april 2024 heeft ingediend, te vroeg was. De rechtbank oordeelt dat de ingebrekestelling niet voldoet aan de voorwaarden voor het indienen van beroep wegens niet tijdig beslissen, omdat de verlengde beslistermijn van toepassing is. De rechtbank verwijst naar een eerdere uitspraak van 16 februari 2024, waarin is geoordeeld dat de minister voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat er sprake was van een situatie die de verlenging van de beslistermijn rechtvaardigt.
Uiteindelijk verklaart de rechtbank het beroep van eiseres niet-ontvankelijk, omdat de ingebrekestelling te vroeg is ingediend en er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door rechter A. Skerka en is openbaar gemaakt op 18 juli 2024.