In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen het besluit van verweerder om een omgevingsvergunning te verlenen aan vergunninghoudster voor het veranderen en renoveren van het winkelcentrum Leyenburg in Den Haag. Eiser stelt dat de omgevingsvergunning had moeten worden voorbereid met de uniforme openbare voorbereidingsprocedure, omdat het bouwplan een wijziging van een stedelijk ontwikkelingsproject zou zijn. Daarnaast betoogt eiser dat er sprake is van een evidente privaatrechtelijke belemmering, aangezien de parkeerplaatsen die worden gebruikt deels op gemeentegrond zijn gelegen.
De rechtbank heeft het beroep op 4 juni 2024 behandeld. Eiser, zijn gemachtigde, de gemachtigde van verweerder en de gemachtigde van vergunninghoudster waren aanwezig. De rechtbank overweegt dat de aanvraag om een omgevingsvergunning is ingediend op 8 juli 2021 en dat de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) van toepassing blijft, omdat de aanvraag vóór de inwerkingtreding van de Omgevingswet is ingediend.
De rechtbank concludeert dat het bouwplan van vergunninghoudster niet kan worden gekwalificeerd als een wijziging van een stedelijk ontwikkelingsproject. De toename van de bruto vloeroppervlakte is relatief beperkt en er is geen sprake van een ingrijpende functiewijziging. Daarnaast oordeelt de rechtbank dat er geen evidente privaatrechtelijke belemmering is, omdat de gemeente geen problemen heeft met het gebruik van de parkeerplaatsen op gemeentegrond. Het beroep van eiser wordt ongegrond verklaard, wat betekent dat hij geen gelijk krijgt en geen vergoeding van proceskosten ontvangt.