Ingeval van bemonstering, bedoeld in artikel 58, eerste lid, stuurt de vervoerder het uit een vracht dierlijke meststoffen genomen monster, onder vermelding van de betrokken leverancier van meststoffen en de afnemer, alsmede van het op deze vracht betrekking hebbende rVDM-nummer, uiterlijk tien werkdagen na bemonstering toe aan een door de minister erkend laboratorium als bedoeld in artikel 80a.
Ingeval van bemonstering, bedoeld in artikel 58, tweede lid, stuurt de vervoerder het uit een vracht dierlijke meststoffen genomen monster, onder vermelding van de betrokken leverancier van meststoffen, alsmede van het op deze vracht betrekking hebbende rVDM-nummer, uiterlijk tien werkdagen na bemonstering toe aan een door de minister erkend laboratorium als bedoeld in artikel 80a.
De vervoerder, bedoeld in het eerste en tweede lid, bewaart de monsters totdat zij aan het erkend laboratorium, bedoeld in artikel 80a, worden toegestuurd zodanig dat zij in goede staat blijven verkeren.
Ingeval van bemonstering, bedoeld in artikel 58, derde lid, stuurt de monsternemende organisatie het uit een vracht dierlijke meststoffen genomen monster, onder vermelding van de betrokken leverancier van meststoffen, alsmede van het op deze vracht betrekking hebbende rVDM-nummer, uiterlijk zeven werkdagen na bemonstering toe aan een erkend laboratorium, bedoeld in artikel 80a.
Ingeval van bemonstering, bedoeld in artikel 58, derde lid, bewaart de monsternemende organisatie de monsters totdat zij aan een erkend laboratorium, bedoeld in artikel 80a, worden toegestuurd zodanig dat zij in goede staat blijven verkeren.
Ingeval van bemonstering van een vracht vaste mest, bestaande uit dikke fractie, bevindt de plaats waar het genomen monster wordt bewaard zich niet op het terrein of in een opstal van de betrokken leverancier, vervoerder of afnemer van de vracht.
Degene die ingevolge deze regeling gegevens in de administratie moet opnemen of uit de administratie moet verstrekken, doet dit volledig en naar waarheid.
Het opnemen in of verstrekken uit de administratie van de in het eerste lid bedoelde gegevens geschiedt, voor zover niet uitdrukkelijk anders is bepaald, onverwijld nadat de gegevens bekend zijn bij degene die ze ingevolge deze regeling moet opnemen in of verstrekken uit de administratie.
De in het eerste lid bedoelde gegevens worden niet gewijzigd in de administratie en worden bewaard als onderdeel van de administratie, bedoeld in de artikelen 32, 39 of 44 van het besluit.