In deze zaak heeft eiser, vertegenwoordigd door mr. M. Grigorjan, beroep ingesteld tegen de Minister van Asiel en Migratie wegens het niet tijdig nemen van een besluit op zijn aanvraag. De rechtbank had eerder, op 30 oktober 2023, bepaald dat de minister binnen twintig weken een nieuw besluit moest nemen. Aangezien de minister deze termijn niet heeft nageleefd, heeft eiser beroep ingesteld. De rechtbank heeft besloten dat het beroep gegrond is, omdat de minister niet binnen de gestelde termijn heeft gereageerd. De rechtbank heeft geen zitting gehouden, omdat dit in deze zaak niet nodig werd geacht. De rechtbank heeft de minister opgedragen om binnen twee weken na verzending van de uitspraak alsnog een besluit te nemen op de aanvraag van eiser. Tevens is er een dwangsom van € 200,- per dag opgelegd voor elke dag dat de minister de termijn overschrijdt, met een maximum van € 15.000,-. Eiser heeft recht op vergoeding van de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 437,50, en het griffierecht van € 187,- moet door de minister worden vergoed. De uitspraak is openbaar gemaakt op 15 juli 2024.