ECLI:NL:RBDHA:2024:11223

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
19 juli 2024
Publicatiedatum
18 juli 2024
Zaaknummer
09/058802-24
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van openlijk geweld en verboden wapenbezit na ongeregeldheden bij het Zalencentrum Opera te Den Haag

Op 19 juli 2024 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van openlijk geweld en het dragen van verboden wapens tijdens ongeregeldheden bij het Zalencentrum Opera op 17 februari 2024. De rechtbank heeft vastgesteld dat er op die dag ernstige gewelddadigheden plaatsvonden, waarbij de verdachte aanwezig was, maar niet kon worden bewezen dat hij daadwerkelijk geweldshandelingen heeft gepleegd. De verdachte werd staande gehouden in een auto met medeverdachten, maar de rechtbank concludeerde dat er onvoldoende bewijs was dat hij een significante bijdrage heeft geleverd aan het geweld. Daarom werd hij vrijgesproken van het eerste feit.

Wat betreft het tweede feit, het dragen van wapens, werden in de auto van de verdachte een houten stok met spijkers, een fietsketting en een vouwmes aangetroffen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte aannemelijk had gemaakt dat deze voorwerpen niet bedoeld waren om letsel toe te brengen, en sprak hem ook vrij van dit feit. De benadeelde partijen die schadevergoeding vorderden, werden niet-ontvankelijk verklaard, omdat de verdachte was vrijgesproken van de feiten die de grondslag vormden voor hun vorderingen. De rechtbank gelastte de teruggave van de inbeslaggenomen voorwerpen aan de verdachte.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Strafrecht
Meervoudige kamer
Parketnummer: 09/058802-24
Datum uitspraak: 19 juli 2024
Tegenspraak
(Promisvonnis)
De rechtbank Den Haag heeft op de grondslag van de tenlastelegging en naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting het navolgende vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte:
[de verdachte],
geboren op [geboortedag] 2001 te [geboorteplaats] (Eritrea),
BRP-adres: [adres] , [postcode] [woonplaats] .

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Het onderzoek is gehouden op de terechtzittingen van 17 mei 2024, 31 mei 2024, 3 juni 2024 (telkens inhoudelijke behandeling) en 5 juli 2024 (sluiting onderzoek).
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie mr. M.A. Visser en van hetgeen door de verdachte en zijn raadslieden mr. B. van Straaten en K.J. Zeegers naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
1
hij op of omstreeks 17 februari 2024 te ’s-Gravenhage openlijk, te weten, op en/of aan de Fruitweg en/of Parallelweg, althans in de nabijheid en/of in de buurt van het zalencentrum Opera (gelegen aan de Fruitweg), in elk geval op of aan de openbare weg en/of op een voor het publiek toegankelijke plaats, in vereniging geweld heeft gepleegd tegen:
- personen, te weten politieambtenaren en/of brandweerpersoneel en/of journalisten en/of fotografen en/of personen in het zalencentrum Opera, en/of;
- goederen, te weten politievoertuigen en/of personenauto’s en/of een touringcar en/of één of meerdere gebouwen (onder andere zalencentrum Opera en/of naastgelegen en/of in de (directe) nabijheid gelegen gebouwen en/of een tankstation),
door (meermalen):
- ( met stokken, stenen, messen en/of andere voorwerpen in de hand) (gegroepeerd) zich dreigend op te houden en/of op te stellen tegen en/of de confrontatie te zoeken/aan te gaan met de politie en/of brandweer en/of journalisten en/of fotografen, en/of;
- het zalencentrum Opera te bestormen en/of te proberen binnen te dringen (onder
andere door (met meerdere personen tegelijk) op de politie en/of het zalencentrum
Opera af te gaan/te rennen en/of te proberen zich door linies van de politie heen te
dringen), en/of;
- ( stukken/brokken van) stoeptegels en/of stenen en/of fietsen en/of straatmeubilair en/of vuurwerk en/of brandend/brandbaar materiaal en/of één of meerdere andere voorwerpen, naar/tegen voornoemde personen en/of goederen te gooien, en/of;
- één of meerdere (politie)voertuigen en/of een touringcar in brand te steken;
2
hij op of omstreeks 17 februari 2024 te Overbetuwe en/of 's-Gravenhage, in ieder
geval in Nederland, een of meerdere wapen(s) van categorie IV, onder 7 van de Wet wapens en munitie, te weten een houten stok met spijkers en/of een fietsketting en/of een vouwmes,
zijnde (een) voorwerp(en) waarvan, gelet op zijn/hun aard en de omstandigheden waaronder die/deze werd(en) aangetroffen, redelijkerwijs kon worden aangenomen dat die/deze bestemd was/waren om letsel aan personen toe te brengen en/of te dreigen heeft gedragen;

3.De bewijsbeslissing

3.1.
Inleiding
Op 17 februari 2024 hebben ongeregeldheden plaatsgevonden bij het Opera Zalencentrum aan de Fruitweg in Den Haag (hierna ook: het zalencentrum). In het zalencentrum vond op deze datum een bijeenkomst plaats die werd georganiseerd door de Federatie Eritrese Gemeenschappen in Nederland. Deze federatie vertegenwoordigt met name Eritreeërs die vóór het eind van de Onafhankelijkheidsoorlog (1961-1991) naar Nederland vluchtten en vaak aanhanger zijn van het huidige regime in Eritrea. In het zalencentrum, waar ook twee andere bijeenkomsten plaatsvonden, waren in totaal ongeveer 1500 mensen aanwezig.
Hoewel de locatie van de Eritrese bijeenkomst geheim was gehouden, hebben tegenstanders van het Eritrese regime, die ook tegen de bijeenkomst waren, achterhaald waar deze plaatsvond. Terwijl deelnemers aan de bijeenkomst rond 16.00 uur bij het zalencentrum arriveerden, werd daar ook een aantal tegenstanders van het Eritrese regime gesignaleerd. In korte tijd zwol dat aantal aan.
Vanaf 16.45 uur werden politieagenten, die ter bescherming van het zalencentrum aanwezig waren, met stenen bekogeld. Politie en Mobiele Eenheid (hierna: ME) zagen zich uiteindelijk geconfronteerd met 300 tegenstanders die het zalencentrum probeerden binnen te komen. Er ontwikkelden zich daarbij ernstige gewelddadigheden. Omstreeks 18.30 uur werd de ME uit Rotterdam verzocht om met spoed bijstand te verlenen aan de ME uit Den Haag. Ternauwernood kon worden voorkomen dat de tegenstanders het zalencentrum binnenkwamen. Omstreeks 19.20 uur leek de situatie toch onhoudbaar te worden en stonden de tegenstanders op het punt om het zalencentrum binnen te dringen.
Uiteindelijk wisten politie en ME de tegendemonstranten te verdrijven. Na 21.30 uur keerde op de Fruitweg de rust terug. Rond 22.30 uur konden de aanwezigen in het zalencentrum, onder politiebegeleiding, in bussen vertrekken. Bij het zalencentrum en in de omgeving van de Fruitweg bleef een spoor van vernielingen achter.
Tegen de verdachte is de verdenking gerezen dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van openlijk geweld tegen personen en goederen op 17 februari 2024 bij het Opera Zalencentrum (feit 1). Daarnaast wordt de verdachte ervan beschuldigd verboden wapens te hebben gedragen (feit 2).
3.2.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van de tenlastegelegde feiten.
De officier van justitie heeft gevorderd dat de verdachte ten aanzien van feit 1 wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden, met aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht, waarvan 2 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren. Ten aanzien van feit 2 heeft de officier van justitie gevorderd dat de verdachte wordt veroordeeld tot een geldboete van € 300,-, subsidiair 6 dagen hechtenis.
3.3.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft vrijspraak van beide tenlastegelegde feiten bepleit.
3.4.
De beoordeling van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat de ten laste gelegde feiten niet wettig en overtuigend bewezen kunnen worden verklaard en overweegt daartoe als volgt.
Medeplegen van de openlijke geweldpleging (feit 1)
Uit het dossier volgt dat al het in de tenlastelegging omschreven geweld zich op 17 februari 2024 heeft voorgedaan. Daar heeft op zitting geen discussie over bestaan. De rechtbank dient te beoordelen of ook de verdachte zich – in vereniging - schuldig heeft gemaakt aan het plegen van het openlijke geweld door hieraan een significante of wezenlijke bijdrage te leveren. De rechtbank stelt voorop dat uit het dossier niet is af te leiden dat de verdachte feitelijk geweldshandelingen heeft gepleegd tegen personen of goederen, door bijvoorbeeld het gooien van stenen of het in brand steken van voertuigen. De vraag is dus of de verdachte op een andere manier een voldoende significante of wezenlijke bijdrage heeft geleverd.
Uit het dossier en het verhandelde ter zitting blijkt het volgende. De verdachte is op 17 februari 2024 omstreeks 22.45 uur staande gehouden, als bestuurder van een personenauto waarin zich nog vier andere personen (medeverdachten) bevonden. Het kenteken van de auto van de verdachte was in het systeem voor automatische kentekenplaatherkenning (ANPR) gezet, omdat de verdachte - na onderzoek na eerdere wanordelijkheden - volgens de politie betrokken zou zijn bij de Brigade Nhamedu en de Eritrean Bright Future Movement. Om 22.33 uur had de politie een melding gekregen dat de auto van de verdachte zich bevond op de A15 ter hoogte van de afrit Geldermalsen, waarna de politie besloot om de identiteit van de inzittenden vast te stellen. Bij de aanhouding van de verdachte werden er twee mobiele telefoons bij hem aangetroffen, die zijn onderzocht. Uit dit onderzoek bleek dat beide telefoons door hem werden gebruikt. Op de telefoons is informatie aangetroffen die erop wees dat hij betrokken is bij de activiteiten van de Brigade Nhamedu. Ook is gebleken dat de verdachte aanwezig is geweest in de buurt van het zalencentrum tijde van de ongeregeldheden. Op een van de telefoons zijn verschillende filmopnames en screenshots van deze filmopnames gevonden waarop ongeregeldheden te zien zijn.
De verdachte heeft verklaard dat hij naar Den Haag is gegaan om deel te nemen aan een demonstratie. De vier anderen met wie de verdachte is aangehouden wonen bij hem in de buurt en zijn met hem meegekomen, omdat hij een auto heeft. Toen de verdachte ter plekke was, schrok hij van de rellen en van het aangestoken vuur. De verdachte heeft verklaard dat hij voor zichzelf videobeelden heeft opgenomen van wat er gaande was. Hij heeft van een afstand naar de ongeregeldheden gekeken en is daarna weggegaan, aldus de verdachte.
De rechtbank kan aan de hand van de beschikbare informatie in het dossier en wat de behandeling op zitting heeft opgeleverd niet vaststellen dat de verdachte met zijn aanwezigheid in de buurt van het zalencentrum de geweldpleging heeft bevorderd. Evenmin is vast te stellen dat het filmen van de rellen door de verdachte, dat blijkens de beelden op enige afstand van het geweld heeft plaatsgevonden, heeft bijgedragen aan een sfeer van ontremming. Het dossier biedt ook overigens onvoldoende grond voor de conclusie dat de verdachte een significante of wezenlijke bijdrage aan de geweldpleging heeft geleverd. Daarom kan de rechtbank niet vaststellen dat de verdachte medepleger is van het openlijk gepleegde geweld.
De rechtbank zal de verdachte vrijspreken van het onder 1 ten laste gelegde feit.
Dragen van wapens van categorie IV onder 7 van de Wet wapens en munitie (feit 2)
In de auto van de verdachte zijn een houten stok met spijkers, een fietsketting en een vouwmes aangetroffen. Deze voorwerpen kunnen als wapens in de zin van de Wet wapens en munitie worden aangemerkt indien - voor zover hier van belang - gelet op hun aard of de omstandigheden waaronder zij zijn aangetroffen, redelijkerwijs kan worden aangenomen dat zij zijn bestemd om letsel aan personen toe te brengen of te dreigen (artikel 1, eerste lid, categorie IV onder 7).
Deze voorwerpen zijn op verschillende plekken in de auto aangetroffen. De fietsketting lag onder de bestuurdersstoel, het mes in het handschoenenvak en de houten lat met spijkers in de kofferbak. De verdachte heeft verklaard dat hij de houten stok eerder had gebruikt als protestbord bij een vreedzame demonstratie. De spijkers zaten erin ter bevestiging van het bord. Deze stok had hij in zijn auto laten liggen. De fietsketting lag al tijden in de auto. Deze was een keer afgebroken tijdens een fietstocht. Hij had de fiets met zijn auto opgehaald, de fietsketting was in zijn auto blijven liggen. Het vouwmes had hij gebruikt bij zijn werk als magazijnmedewerker en had hij in zijn auto laten liggen. De verklaring van de verdachte over de aanwezigheid van de drie voorwerpen in zijn auto is niet zonder meer als ongeloofwaardig of onaannemelijk van de hand te wijzen. Tegenover de verklaring van de verdachte staat bijvoorbeeld niet een concrete aanwijzing dat hij deze voorwerpen had meegenomen met de bedoeling om deze bij de gewelddadigheden van 17 februari 2024 te gebruiken. Daarom kan niet worden vastgesteld dat deze voorwerpen wapens zijn van categorie IV onder 7.
De rechtbank zal de verdachte dus ook vrijspreken van het onder 2 ten laste gelegde feit.

4.De vorderingen van de benadeelde partijen

De volgende (rechts)personen hebben zich als benadeelde partijen gevoegd in het strafproces en hebben schadevergoeding, te vermeerderen met de wettelijke rente, gevorderd:
nr. 1: [naam 1]
nr. 2: [naam 2]
nr. 3: [naam 3]
nr. 4: [naam 4]
nr. 5: [naam 5]
nr. 6: [naam 6]
nr. 7: [naam 7]
nr. 8: [naam 8]
nr. 9: [naam 9]
nr. 10: [naam 10]
nr. 11: [naam 11]
nr. 12: [naam 12]
nr. 13: [naam 13]
nr. 14: [naam 14]
nr. 15: [naam 15]
nr. 16: [naam 16]
nr. 17: [naam 17]
nr. 18: [naam 18]
nr. 19: [naam 19]
nr. 20: [naam 20]
nr. 21: [naam 21]
nr. 22: [naam 22]
nr. 23: [naam 23]
nr. 24: [naam 24]
nr. 25: [naam 25]
nr. 26: [naam 26]
nr. 27: [naam 27]
nr. 28: [naam 28]
nr. 29: [naam 29]
nr. 30: [naam 30]
nr. 31: [naam 31]
nr. 32: [naam 32]
nr. 33: [naam 33]
nr. 34: [naam 34]
nr. 35: [naam 35]
nr. 36: [naam 36]
nr. 37: verbalisant 3254616
nr. 38: verbalisant 3254628
nr. 39: verbalisant 3254839
nr. 40: verbalisant 3254852
nr. 41: verbalisant 3254857
nr. 42: verbalisant 3254869
nr. 43: verbalisant 3254922
nr. 44: verbalisant 3255764
nr. 45: verbalisant 3255767
nr. 46: verbalisant 3256007
nr. 47: verbalisant 3256014
nr. 48: verbalisant 3256065
nr. 49: verbalisant 3256279
nr. 50: verbalisant 3256298
nr. 51: verbalisant 3256309
nr. 52: verbalisant 3256357
nr. 53: verbalisant 3256367
nr. 54: verbalisant 3256593
nr. 55: verbalisant 3256600
nr. 56: verbalisant 3256945
nr. 57: verbalisant 3257688
nr. 58: verbalisant 3258166
nr. 59: verbalisant 3259023
nr. 60: verbalisant 3259472
nr. 61: verbalisant 3260529
nr. 62: verbalisant 3272822
nr. 63: [naam 37]
nr. 64: [naam 38]
nr. 65: verbalisant Tp302
nr. 66: [naam 39]
nr. 67: [naam 40]
nr. 68: Veiligheidsregio Haaglanden
nr. 69: Nationale Politie
nr. 70: [naam 41]
nr. 71: [naam 42]
nr. 72: [naam 43]
nr. 73: [naam 44]
nr. 74: [naam 45]
nr. 75: [naam 46]
nr. 76: [naam 47]
nr. 77: [naam 48]
nr. 78: [naam 49]
nr. 79: [naam 50]
nr. 80: [naam 51]
nr. 81: [naam 52]
nr. 82: [naam 53]
nr. 83: [naam 54]
nr. 84: [naam 55]
nr. 85: [naam 56]
nr. 86: [bedrijfsnaam] Touring B.V.
De rechtbank zal alle benadeelde partijen niet-ontvankelijk verklaren in hun vorderingen, aangezien de verdachte zal worden vrijgesproken van de openlijke geweldpleging, die de grondslag vormt voor de aansprakelijkstelling van de verdachte voor de schade die de benadeelde partijen stellen te hebben geleden. Nu de benadeelde partijen niet-ontvankelijk zullen worden verklaard, zullen zij worden veroordeeld in de kosten door de verdachte ter verdediging van de vorderingen gemaakt. Die kosten worden tot op heden begroot op nihil.

5.De inbeslaggenomen voorwerpen

5.1.
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft primair gevorderd dat de op de lijst van inbeslaggenomen voorwerpen genoemde voorwerpen zullen worden verbeurdverklaard dan wel onttrokken aan het verkeer.
5.2.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich niet uitgelaten over een over de inbeslaggenomen voorwerpen te nemen beslissing.
5.3.
Het oordeel van de rechtbank
Nu de verdachte zal worden vrijgesproken van het onder 2 ten laste gelegde en het belang van strafvordering zich daartegen niet verzet, zal de rechtbank de teruggave aan de verdachte gelasten van de op de beslaglijst genoemde voorwerpen.

6.De beslissing

De rechtbank:
verklaart niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
bepaalt dat de hierna genoemde benadeelde partijen niet-ontvankelijk zijn in de vordering tot schadevergoeding:
nr. 1: [naam 1]
nr. 2: [naam 2]
nr. 3: [naam 3]
nr. 4: [naam 4]
nr. 5: [naam 5]
nr. 6: [naam 6]
nr. 7: [naam 7]
nr. 8: [naam 8]
nr. 9: [naam 9]
nr. 10: [naam 10]
nr. 11: [naam 11]
nr. 12: [naam 12]
nr. 13: [naam 13]
nr. 14: [naam 14]
nr. 15: [naam 15]
nr. 16: [naam 16]
nr. 17: [naam 17]
nr. 18: [naam 18]
nr. 19: [naam 19]
nr. 20: [naam 20]
nr. 21: [naam 21]
nr. 22: [naam 22]
nr. 23: [naam 23]
nr. 24: [naam 24]
nr. 25: [naam 25]
nr. 26: [naam 26]
nr. 27: [naam 27]
nr. 28: [naam 28]
nr. 29: [naam 29]
nr. 30: [naam 30]
nr. 31: [naam 31]
nr. 32: [naam 32]
nr. 33: [naam 33]
nr. 34: [naam 34]
nr. 35: [naam 35]
nr. 36: [naam 36]
nr. 37: verbalisant 3254616
nr. 38: verbalisant 3254628
nr. 39: verbalisant 3254839
nr. 40: verbalisant 3254852
nr. 41: verbalisant 3254857
nr. 42: verbalisant 3254869
nr. 43: verbalisant 3254922
nr. 44: verbalisant 3255764
nr. 45: verbalisant 3255767
nr. 46: verbalisant 3256007
nr. 47: verbalisant 3256014
nr. 48: verbalisant 3256065
nr. 49: verbalisant 3256279
nr. 50: verbalisant 3256298
nr. 51: verbalisant 3256309
nr. 52: verbalisant 3256357
nr. 53: verbalisant 3256367
nr. 54: verbalisant 3256593
nr. 55: verbalisant 3256600
nr. 56: verbalisant 3256945
nr. 57: verbalisant 3257688
nr. 58: verbalisant 3258166
nr. 59: verbalisant 3259023
nr. 60: verbalisant 3259472
nr. 61: verbalisant 3260529
nr. 62: verbalisant 3272822
nr. 63: [naam 37]
nr. 64: [naam 38]
nr. 65: verbalisant Tp302
nr. 66: [naam 39]
nr. 67: [naam 40]
nr. 68: Veiligheidsregio Haaglanden
nr. 69: Nationale Politie
nr. 70: [naam 41]
nr. 71: [naam 42]
nr. 72: [naam 43]
nr. 73: [naam 44]
nr. 74: [naam 45]
nr. 75: [naam 46]
nr. 76: [naam 47]
nr. 77: [naam 48]
nr. 78: [naam 49]
nr. 79: [naam 50]
nr. 80: [naam 51]
nr. 81: [naam 52]
nr. 82: [naam 53]
nr. 83: [naam 54]
nr. 84: [naam 55]
nr. 85: [naam 56]
nr. 86: [bedrijfsnaam] Touring B.V.
veroordeelt ieder van de genoemde benadeelde partijen in de kosten door de verdachte ter verdediging tegen die vorderingen gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
gelast de teruggave aan de verdachte van de op de beslaglijst genoemde voorwerpen, te weten:
1. STK Hout
(Omschrijving: PL0600-2024076636-3156939)
2 1 STK Steekwapen
(Omschrijving: PL0600-2024076636-3156933, Zwart)
3 1 STK Bouwmateriaal
(Omschrijving: PL0600-2024076636-3156941).
Dit vonnis is gewezen door
mr. H.P.M. Meskers, voorzitter,
mr. C.M.A. de Koning, rechter,
mr. B.J. van de Griend, rechter,
in tegenwoordigheid van mrs. L.E. Kramer en E. Scholten, griffiers,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 19 juli 2024.
Mr. C.M.A. de Koning is buiten staat dit vonnis te ondertekenen.