ECLI:NL:RBDHA:2024:11122
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing urgentieverklaring op basis van niet voldoen aan voorwaarden en hardheidsclausule
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag voor een urgentieverklaring. Eiseres, die lijdt aan MDS type 2, heeft een urgentieverklaring aangevraagd om dichter bij haar familie te kunnen wonen, aangezien zij afhankelijk is van hun zorg. De aanvraag werd door het college van burgemeester en wethouders van Delft afgewezen, omdat eiseres niet voldeed aan de voorwaarden. Eiseres had eerder twee passende woningen aangeboden gekregen, maar deze had zij geweigerd. De rechtbank heeft op 4 juli 2024 de zaak behandeld, waarbij zowel eiseres als de gemachtigde van verweerder aanwezig waren.
De rechtbank oordeelt dat de afwijzing van de urgentieverklaring door verweerder terecht was. Eiseres had haar huisvestingsprobleem redelijkerwijs kunnen voorkomen en had onvoldoende gereageerd op het beschikbare woningaanbod. De rechtbank stelt vast dat de afstand tot de aangeboden woningen niet zodanig was dat deze onacceptabel waren voor eiseres of haar familie. Bovendien had verweerder geen aanleiding om de hardheidsclausule toe te passen, aangezien er geen sprake was van een schrijnende situatie. De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is en dat eiseres geen recht heeft op terugbetaling van griffierecht of vergoeding van proceskosten. De uitspraak is gedaan door mr. E.K.S. Mollen en is openbaar uitgesproken op 19 juli 2024.