Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.De procedure
- de dagvaarding van 6 september 2023, met producties 1 tot en met 56;
- de conclusie van antwoord met producties 1 tot en met 8;
- het tussenvonnis van 28 februari 2024, waarbij een mondelinge behandeling is bevolen;
- de mondelinge behandeling van 5 juni 2024, waarvan aantekeningen zijn gemaakt; en
- het B16-formulier van [eiseres] (hierna: het B16-formulier) waarin zij te kennen geeft dat partijen een afspraak hebben bij de notaris voor de overdracht van de strook grond waarop de overbouw gerealiseerd is en dat ten aanzien van de overdracht geen vonnis gewezen hoeft te worden. Partijen hebben geen afspraken kunnen maken met de andere bewoners van het hofje over de erfdienstbaarheid zodat ten aanzien van dat punt wel vonnis gewezen moet worden.
2.De beoordeling
Feiten
[eiseres] is verplicht de prijs voor het vestigen van de mandeligheid en de grond onder de overbouw geheim te houden.
Indien na verloop van een jaar na heden blijkt dat minder dan 8 van de 11 van de eigenaren van woningen aan het [straatnaam] medewerking willen verlenen aan het vestigen van een recht van mandeligheid, zal [gedaagde] meewerken aan het vestigen van een erfdienstbaarheid van overpad en ten behoeve van het plaatsen van tuinmeubilair, fietsen en plantenbakken, tegen een eenmalige door [eiseres] te betalen retributie van
De verplichting van [gedaagde] , om te dulden dat [eiseres] het recht heeft om op het dienend erf tuinmeubilair, één (1) stadsfiets, en plantenbakken te plaatsen, zulks onder de navolgende voorwaarden:
het tuinmeubilair en de plantenbakken dienen binnen zestig centimeter (60 cm) van de gevel van de op het heersend erf staande woning geplaatst te worden;
de erfdienstbaarheden worden gevestigd voor onbepaalde tijd.’
LJNAO1948,
NJ2004/656 en gerechtshof Den Haag 19 april 2016,
ECLI:NL:GHDHA:2016:1217). Bij de uitleg moet dus niet alleen worden gekeken naar de letterlijke betekenis van de gebruikte woorden, maar er moet ook worden gelet op de overige omstandigheden van het geval.
- Kosten dagvaarding € 129,86
- Griffierecht: € 314,00
- Salaris advocaat: € 1.228,00 (2 punten x € 614 (tarief II))
- Nakosten: € 178,00 (met de hierna genoemde verhoging)
Totaal: € 1.849,86