Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser] , eiser
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
Hoe komt het dat je dat niet weet?”als eiser vage antwoorden geeft. Verweerder heeft inderdaad niet doorgevraagd op het punt van het uiterlijk van de mannen die eiser hebben aangevallen. Dit had wel voor de hand gelegen gelet op het summiere antwoord dat eiser hierop gaf, namelijk
‘Zwarte haren. Zoals mensen met zwarte haren eruitzien, met zwarte wenkbrauwen enzo’. Eisers stelling dat verweerder ook niet heeft doorgevraagd over de datum waarop de gebeurtenissen hebben plaatsgevonden, volgt de rechtbank niet. Zo heeft verweerder door middel van andere vraagstelling geprobeerd meer informatie te achterhalen over het moment van het incident. Verweerder vraagt bijvoorbeeld aan eiser:
“Je zegt dat je de datum niet weet. Weet je nog op welke dag van de week dat was?”. Hieruit volgt dat verweerder heeft doorgevraagd naar de datum van het incident. Naar het oordeel van de rechtbank kan het enkele niet doorvragen over het uiterlijk niet leiden tot het slagen van eisers beroepsgrond. Uit het verslag van het nader gehoor blijkt immers dat eiser in het nader gehoor in voldoende mate is geconfronteerd met tegenstrijdigheden en vaagheden in zijn verklaringen die hem in het bestreden besluit zijn tegengeworpen, is hij op diverse onderdelen nader bevraagd door verweerder en heeft verweerder eiser de ruimte geboden om zijn relaas te verhelderen. Dat verweerder op dit enkele punt niet heeft doorgevraagd, is dan ook onvoldoende om het betoog te laten slagen.