ECLI:NL:RBDHA:2024:10922
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op asielaanvraag en prematuriteit van ingebrekestelling
In deze zaak heeft eiser beroep ingesteld tegen de Minister van Asiel en Migratie, omdat deze niet tijdig heeft beslist op zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De rechtbank heeft partijen geïnformeerd dat een zitting niet nodig is en heeft het onderzoek gesloten zonder behandeling op een zitting. Eiser heeft zijn asielaanvraag op 11 oktober 2023 ingediend, en volgens de nieuwe regelgeving, WBV 2023/3, zijn de beslistermijnen voor asielaanvragen die zijn ingediend tussen 1 januari 2023 en 1 januari 2024 met negen maanden verlengd. Eiser betwist dat de beslistermijn geldig is verlengd en stelt dat hij verweerder niet prematuur in gebreke heeft gesteld. De rechtbank oordeelt echter dat de ingebrekestelling van 12 april 2024 te vroeg is ingediend, omdat de beslistermijn tot 11 januari 2025 is verlengd. Hierdoor is niet voldaan aan de voorwaarden voor het indienen van beroep op grond van niet tijdig beslissen. De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door rechter mr. A. Skerka en is openbaar gemaakt op 5 juli 2024.