ECLI:NL:RBDHA:2024:1074

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
5 januari 2024
Publicatiedatum
31 januari 2024
Zaaknummer
SGR 23/2555
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beëindiging WIA-uitkering en geschiktheid voor arbeid na medische beoordeling

Op 5 januari 2024 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak tussen eiseres, vertegenwoordigd door mr. J. Heek, en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, vertegenwoordigd door mr. B.M. de Wolff. Eiseres had beroep ingesteld tegen de beëindiging van haar WIA-uitkering, die per 20 januari 2022 zou worden omgezet in een loonaanvullingsuitkering. De rechtbank constateerde dat het beroepschrift grotendeels een herhaling was van eerdere bezwaren en dat eiseres haar stellingen niet voldoende had onderbouwd met medische informatie. De rechtbank volgde het rapport van de verzekeringsarts bezwaar en beroep (b&b) van 23 februari 2023, waarin werd geconcludeerd dat de door eiseres genoemde klachten en beperkingen niet leidden tot een andere beoordeling van haar arbeidsongeschiktheid. De rechtbank oordeelde dat de geduide functies binnen de belastbaarheid van eiseres passen en dat er geen aanleiding was om de rapportage van de verzekeringsarts b&b te betwisten. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en wees het verzoek om proceskostenvergoeding af. De uitspraak benadrukt het belang van objectieve medische rapportages in de beoordeling van arbeidsongeschiktheid en de geschiktheid voor arbeid.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Bestuursrecht
zaaknummer: SGR 23/2555
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer van 5 januari 2024 in de zaak tussen

[eiseres], uit [woonplaats], eiseres

(gemachtigde: mr. J. Heek),
en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, verweerder
(gemachtigde: mr. B.M. de Wolff).

Inleiding

In het besluit van 20 oktober 2021 (het primaire besluit) heeft verweerder bepaald dat de loongerelateerde uitkering die eiseres op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) ontvangt per 20 januari 2022 wordt omgezet in een loonaanvullingsuitkering. De ex-werkgever van eiseres heeft tegen het primaire besluit bezwaar gemaakt.
In de brief van 14 december 2022 heeft verweerder meegedeeld voornemens te zijn het bezwaar van de ex-werkgever gegrond te verklaren en de WIA-uitkering van eiseres te beëindigen. Aan dit voornemen liggen rapporten van de primaire arts van 7 oktober 2022 en van de arbeidsdeskundige van 31 oktober 2022 ten grondslag. Eiseres heeft tegen dit voornemen bezwaar gemaakt.
In het besluit van 1 maart 2023 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van de ex-werkgever van eiseres gegrond verklaard en bepaald dat de WIA-uitkering van eiseres zes weken na dagtekening van het bestreden besluit wordt beëindigd. Aan het bestreden besluit liggen rapporten van de verzekeringsarts bezwaar en beroep (b&b) van 23 februari 2023 en de arbeidsdeskundige b&b van 1 maart 2023 ten grondslag.
Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
De rechtbank heeft het beroep op 5 januari 2024 op zitting behandeld. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. [naam]. Eiseres en haar gemachtigde zijn met voorafgaand bericht van verhindering niet op de zitting verschenen.

Beslissing

De rechtbank:
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst af het verzoek om vergoeding proceskosten.

Overwegingen

Gronden van eiseres
1. Eiseres voert aan dat zij meer arbeidsongeschikt is dan door verweerder wordt aangenomen. Zo heeft zij klachten en beperkingen als gevolg van bestraling, namelijk oververmoeidheid, heftige hoofdpijnen, overmatig slijm- en snotproductie, weinig speekselaanmaak, slikproblemen, smaakverlies, visusproblemen, prikkelhoest, zeer droge mond, gehoorverlies, weinig eetlust, aangezichtspijn op hoofd en hals, warm en koud doet pijn aan hoofd en hals, gevoelig oor huidklachten, kaakproblemen, hoge bloeddruk, agorafobie en paniekaanvallen. Eiseres is voor haar klachten onder behandeling bij de KNO-arts, bestralingsarts, endocrinoloog, huisarts, psychiater en psycholoog. Verder heeft eiseres last van slaapproblemen en moet zij twee keer per uur opstaan vanwege het spoelen van een te droge keel en neus en het ophoesten van slijm. Dit is van invloed op de nachtrust en betekent ook dat zij overdag niet kan bijslapen. Eiseres is daarom niet in staat om 8 uur per dag en 40 uur per week te werken. Eiseres betoogt verder dat zij vanwege haar klachten en beperkingen niet in staat is de geselecteerde functies te verrichten. Zo zijn de geselecteerde functies niet voor haar geschikt omdat zij niet in staat is om 8 uur per dag werkzaamheden te verrichten waarbij de gehele dag met handen en vingers gewerkt moet worden. Bij de werkzaamheden zoals het openen van brieven, verwerken van textiel en verwerken van papier en karton komt stof vrij en eiseres is zeer gevoelig voor stof want dat slaat direct op haar neus en keel aan. Eiseres moet dan vaak haar neus en keel spoelen en daar moet ze mogelijkheden voor hebben. Ook is ze niet in staat om zelfstandig naar het werk te reizen en is het tillen/dragen van 5 kg te zwaar voor eiseres. Meer specifiek voor de functie productiemedewerker textiel kan zij niet de hele dag in een gebogen houding werken. Voor de functie medewerker binderij, grafisch nabewerker kan eiseres de lijmgeur niet verdragen. Wat betreft de functie assemblagemedewerker besturingskasten en panelen is een goede oog-handcoördinatie vereist en dat heeft eiseres niet door haar beperkte en veranderde zicht.
Standpunt van verweerder
2. In het verweerschrift licht verweerder toe dat uit het rapport van de verzekeringsarts b&b van 23 februari 2023 blijkt dat rekening is gehouden met alle bekende aandoeningen. Zo geeft de verzekeringsarts b&b aan waarom een urenbeperking niet geobjectiveerd kan worden en is er aandacht besteed aan de uitgebreide opsomming van beperkingen die volgens eiseres zouden moeten gelden in de Functionele Mogelijkhedenlijst. Het is echter de expertise van de verzekeringsarts b&b om hierover een inschatting te maken. Wat betreft de functies die volgens eiseres niet geschikt zijn, is op alle door haar genoemde aspecten geen sprake van ontoelaatbare overschrijdingen. Eiseres is niet beperkt in zitten en zwaar tillen en dragen. Ook kan eiseres zelfstandig reizen in het geval van een vaste woon-werkroute. Daarvan is sprake in de geduide functies.
Op alle werkplekken is een sanitaire ruimte in de buurt. Van overschrijdingen op stof, rook, gassen en dampen is geen sprake in de geduide functies. Verweerder verwijst naar de Resultaat functiebeoordeling van 16 februari 2023.
Beoordeling door de rechtbank
3. De rechtbank constateert dat het beroepschrift grotendeels een herhaling is van hetgeen eiseres in bezwaar heeft aangevoerd. De rechtbank sluit zich aan bij het rapport van de verzekeringsarts b&b van 23 februari 2023 en overweegt als volgt. De verzekeringsarts b&b heeft de door eiseres benoemde klachten uitvoerig meegenomen in de heroverweging. De verzekeringsarts b&b geeft aan dat bij eiseres sprake is van late bestralingsschade in het neus- en keelgebied. De beperkingen moeten daarvan het gevolg zijn. Volgens de verzekeringsarts b&b is er geen aanleiding voor verdergaande beperkingen dan door de primaire arts zijn aangegeven. De beperkingen die zijn aangegeven voor de klachten in de mond, neus en keel zijn voldoende, namelijk een sanitaire ruimte met wasbak bij de werkplek en een niet prikkelende fysieke omgeving. De hoge bloeddruk wordt behandeld met medicatie en levert op zich geen beperkingen op. Dat eiseres onder controle is bij diverse specialisten leidt volgens de verzekeringsarts b&b ook niet tot beperkingen. De controles zijn ook niet dusdanig intensief dat deze zouden moeten leiden tot een verminderde beschikbaarheid voor arbeid. Wat betreft de paniekaanvallen en agorafobie zijn deze volgens de behandelaar beheersbaar en stabiel en is eiseres daarvoor niet meer in behandeling. Volgens de verzekeringsarts b&b kan een urenbeperking niet geobjectiveerd worden, omdat er geen sprake is van een actieve tumor die kan zorgen voor een te groot energiegebruik en er is ook geen verminderde beschikbaarheid vanwege een noodzakelijke medische behandeling. Er zijn geen extra langdurige perioden van noodzakelijke recuperatie. Verder acht de verzekeringsarts b&b van belang dat het dagverhaal en de verrichtte activiteiten vaag blijven en niet consistent zijn. In hetgeen eiseres aanvoert ziet de rechtbank geen aanleiding om van de heroverweging van de verzekeringsarts b&b af te wijken. De rechtbank acht het onderzoek van de verzekeringsarts b&b zorgvuldig. Daarbij is niet gebleken van onjuistheden. Verweerder heeft zich daarom op deze rapportage mogen baseren. Verder heeft eiseres haar stellingen ook niet nader onderbouwd met medische informatie. De rechtbank is van oordeel dat het medische onderdeel van het bestreden besluit in stand kan blijven.
4. Uitgaande van de juistheid van de FML is de rechtbank van oordeel dat verweerder zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat de geduide functies passen binnen de belastbaarheid van eiseres. De rechtbank overweegt dat in de FML geen beperkingen zijn aangegeven voor zitten, het werken met handen en vingers, het tillen/dragen van 5 kg, het werken in een gebogen houding en oog-handcoördinatie. In de geduide functies worden daarom op die punten geen signaleringen geconstateerd. Wat betreft de stelling van eiseres dat bij het werken in de verschillende functies stof zou vrijkomen waardoor zij vaak haar neus en keel moet spoelen, overweegt de rechtbank dat op alle werkplekken een sanitaire ruimte in de buurt is. Verder is er in de geduide functies geen sprake van overschrijdingen op stof, rook, gassen en dampen. Bovendien stelt eiseres zelf dat zij vrijwel geen reukvermogen heeft, zodat de rechtbank haar stelling dat ze de lijmgeur niet kan verdragen niet kan volgen. Verder is in de FML aangegeven dat eiseres zelfstandig kan reizen in het geval van een vaste woon-werkroute, waarvan sprake is in de geduide functies. Het arbeidskundige onderdeel van het bestreden besluit kan in stand blijven.
5. Uit het voorgaande volgt dat verweerder terecht heeft bepaald dat de WIA-uitkering van eiseres wordt beëindigd met ingang van 13 april 2023.
6. Het beroep is ongegrond.
7. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Deze uitspraak is gedaan door mr. C.G. Meeder, rechter, in aanwezigheid van mr. M. Klaus, griffier, op 5 januari 2024.
griffier
rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending van het proces-verbaal daarvan hoger beroep worden ingesteld bij de Centrale Raad van Beroep. Als hoger beroep is ingesteld, kan bij de voorzieningenrechter van de hogerberoepsrechter worden verzocht om het treffen van een voorlopige voorziening.