Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiseres] , eiseres
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
.
Rechtbank Den Haag
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van een Jemenitische vrouw tegen de afwijzing van haar asielaanvraag. De vrouw, geboren in 1999, heeft op 13 november 2021 asiel aangevraagd in Nederland, na eerder in Georgië te hebben gewoond waar zij een asielstatus had. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft haar aanvraag op 10 november 2023 niet-ontvankelijk verklaard, met de stelling dat Georgië als veilig derde land kan worden beschouwd. De rechtbank heeft op 13 juni 2024 de zaak behandeld, waarbij de eiseres en haar gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigde van de verweerder en een tolk.
De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris terecht heeft geoordeeld dat de asielaanvraag van eiseres niet-ontvankelijk is. De rechtbank overweegt dat eiseres onvoldoende heeft aangetoond dat zij niet kan terugkeren naar Georgië, waar zij eerder drie jaar heeft gewoond en toegang had tot voorzieningen. De rechtbank heeft ook de geloofwaardigheid van eiseres' verklaringen over haar seksuele geaardheid in twijfel getrokken, en oordeelt dat de staatssecretaris voldoende heeft gemotiveerd dat Georgië voor haar als veilig derde land kan worden aangemerkt. De rechtbank wijst erop dat eiseres niet heeft aangetoond dat zij niet tot Georgië zal worden toegelaten of dat zij geen toegang heeft tot de benodigde zorg in Georgië.
Uiteindelijk verklaart de rechtbank het beroep ongegrond, wat betekent dat de asielaanvraag van eiseres niet inhoudelijk wordt behandeld en zij naar Georgië moet terugkeren. De rechtbank wijst ook de vergoeding van proceskosten af.