Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser 1], eiser 1,
ProcesverloopBij besluiten van 15 mei 2024 (de bestreden besluiten) heeft verweerder de asielaanvragen van eisers afgewezen als ongegrond.
Beslissing
Overwegingen
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 5 juli 2024 uitspraak gedaan in de asielprocedures van twee eisers, vertegenwoordigd door hun gemachtigde mr. M.C.W. van der Zanden, tegen de minister van Asiel en Migratie, vertegenwoordigd door mr. E.H.J.M. de Bonth. De rechtbank heeft de beroepen van de eisers niet-ontvankelijk verklaard. Dit volgde op de afwijzing van hun asielaanvragen door de minister op 15 mei 2024, welke als ongegrond zijn bestempeld. Tijdens de zitting op 5 juli 2024 zijn de eisers en hun gemachtigde niet verschenen, terwijl de minister zich wel liet vertegenwoordigen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de eisers op 25 juni 2024 met onbekende bestemming zijn vertrokken uit Nederland. De gemachtigde van de eisers heeft op 28 juni 2024 aangegeven geen recent contact meer te hebben met hen en verzocht om uitspraak te doen op basis van de beschikbare stukken. Gezien deze omstandigheden en recente jurisprudentie heeft de rechtbank geconcludeerd dat de eisers geen belang meer hebben bij de inhoudelijke beoordeling van hun beroepen, aangezien zij kennelijk niet langer prijs stellen op de aangevraagde internationale bescherming.
De rechtbank heeft daarom de beroepen niet-ontvankelijk verklaard en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en kan worden aangevochten bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen één week na bekendmaking.