ECLI:NL:RBDHA:2024:10590
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- H. Hanssen - Telman
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag van Nigeriaanse eiseressen wegens ongeloofwaardige identiteit en vrees voor besnijdenis
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van twee Nigeriaanse eiseressen tegen de afwijzing van hun asielaanvraag. Eiseres 1 diende op 17 februari 2022 een aanvraag in voor een verblijfsvergunning asiel, die ook gold voor haar op 7 april 2022 geboren dochter, eiseres 2. De minister van Asiel en Migratie heeft deze aanvraag op 28 mei 2024 afgewezen als kennelijk ongegrond, met een terugkeerbesluit voor eiseres 1 zonder vertrektermijn. De rechtbank heeft op 2 juli 2024 de zaak behandeld, waarbij eiseres 1, haar gemachtigde en de gemachtigde van de minister aanwezig waren.
De rechtbank oordeelt dat de minister de asielaanvraag terecht als kennelijk ongegrond heeft afgewezen. Eiseres 1 heeft geen originele identificerende documenten overgelegd en haar identiteit is ongeloofwaardig geacht. De rechtbank concludeert dat de minister niet ten onrechte heeft gesteld dat eiseres 1 geen aannemelijke vrees heeft voor besnijdenis van haar dochter in Nigeria. De rechtbank wijst erop dat eiseres 1 niet heeft aangetoond dat zij of haar dochter daadwerkelijk risico lopen op besnijdenis bij terugkeer naar Nigeria, en dat de minister de afwijzing van de asielaanvraag op zorgvuldige wijze heeft gemotiveerd. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en er worden geen proceskosten vergoed.