ECLI:NL:RBDHA:2024:1057

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
25 januari 2024
Publicatiedatum
31 januari 2024
Zaaknummer
NL23.30056
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Buiten behandelingstelling van asielaanvraag wegens niet verschijnen aanmeldgehoor

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 25 januari 2024 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de asielaanvraag van eiseres, een Syrische vrouw die in Nederland een asielaanvraag had ingediend. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had de aanvraag buiten behandeling gesteld omdat eiseres niet was verschenen bij twee aanmeldgehoren, zonder een geldige reden op te geven. Eiseres stelde dat zij niet op de hoogte was van de aanmeldgehoren omdat zij in Libanon verbleef en dat haar afwezigheid dus verschoonbaar was. De rechtbank oordeelde dat de staatssecretaris terecht had besloten de aanvraag buiten behandeling te stellen. Eiseres had niet aangetoond dat haar afwezigheid verschoonbaar was, en bovendien had zij geen informatie verstrekt over haar verblijf in Libanon aan de staatssecretaris. De rechtbank concludeerde dat eiseres zich niet beschikbaar had gehouden voor de staatssecretaris en dat het niet verschijnen bij de aanmeldgehoren aan haar kon worden toegerekend. Het beroep van eiseres werd ongegrond verklaard, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.30056

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam], eiseres

v-nummer: [nummer]
(gemachtigde: mr. R.C. van den Berg),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,

(gemachtigde: mr. S. Zuithoff).

Procesverloop

Bij besluit van 14 september 2023 heeft verweerder de asielaanvraag van eiseres buiten behandeling gesteld.
Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
De rechtbank heeft het beroep op 14 december 2023 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiseres, de gemachtigde van eiseres, A. Toma als tolk en de gemachtigde van verweerder.

Overwegingen

1. Eiseres stelt te zijn geboren op [geboortedatum] 2003 en de Syrische nationaliteit te hebben. Bij besluit van 22 april 2022 is eiseres in het bezit gesteld van een reguliere verblijfsvergunning (in het kader van nareis). Op 13 maart 2023 heeft zij een asielaanvraag ingediend in Nederland.
2. Bij het bestreden besluit is de asielaanvraag van eiseres op grond van artikel 30c, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vw [1] buiten behandeling gesteld. Verweerder heeft overwogen dat eiseres niet is verschenen bij het aanmeldgehoor op 28 juni 2023 en 17 augustus 2023 zonder daarvoor een reden op te geven. Eiseres is in het voornemen in de gelegenheid gesteld om binnen twee weken aan te tonen dat het niet verschijnen bij het gehoor niet aan haar toe te rekenen is, maar zij heeft van deze gelegenheid geen gebruik gemaakt en heeft geen zienswijze ingediend.
3. Eiseres stelt dat haar aanvraag ten onrechte buiten behandeling is gesteld. Volgens eiseres is het niet verschijnen bij een aanmeldgehoor namelijk geen reden voor een buitenbehandelingstelling. Uit de nareisprocedure is immers al veel over eiseres bekend bij verweerder, waardoor een aanmeldgehoor geen noodzakelijk onderdeel is van haar asielaanvraag, omdat in dat gehoor de vluchtmotieven niet besproken worden. Hierbij verwijst eiseres naar een uitspraak van deze rechtbank en zittingsplaats van 22 november 2023. [2] Volgens eiseres heeft zij wel degelijk een goede reden voor het niet verschijnen bij de twee geplande aanmeldgehoren. Zij was immers niet op de hoogte van die afspraken. Zij was namelijk vanaf eind juni tot 6 september 2023 op bezoek bij haar echtgenoot in Libanon en heeft om die reden de uitnodigingen voor de gehoren niet gezien. Eiseres verwijst naar een verklaring van een gynaecoloog die zij op 21 augustus 2023 in Libanon vanwege problemen met haar zwangerschap heeft bezocht. Ook verwijst zij naar een vliegticket van Beirut naar Amsterdam voor een vlucht op 6 september 2023. Deze stukken onderbouwen haar verblijf in Libanon. Vanwege genoemde problemen met de zwangerschap kon zij niet eerder terugkeren. Tot slot heeft eiseres ter zitting aangevoerd dat het voornemen haar nooit heeft bereikt. Zij heeft dan ook geen zienswijze kunnen indienen.
De rechtbank oordeelt als volgt.
Juridisch kader
4. Op grond van artikel 30c, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vw kan een asielaanvraag buiten behandeling worden gesteld in de zin van artikel 28 van de Procedurerichtlijn, indien de vreemdeling heeft nagelaten te antwoorden op verzoeken om informatie te verstrekken die van wezenlijk belang is voor zijn aanvraag.
5. Op grond van artikel 3.45b, eerste lid, van het VV [3] kan de asielaanvraag buiten behandeling worden gesteld op grond van artikel 30c, eerste lid, onder a, van de Vw, indien de vreemdeling twee keer heeft nagelaten te antwoorden op verzoeken om informatie te verstrekken over de elementen ter staving van zijn aanvraag, bedoeld in artikel 31, tweede en derde lid, van de Vw.
6. Volgens het beleid van verweerder in paragraaf C2/8 van de Vc [4] kan een aanvraag op alle momenten na de indiening daarvan buiten behandeling worden gesteld indien de vreemdeling heeft nagelaten te antwoorden op verzoeken om informatie te verstrekken over de elementen ter staving van zijn aanvraag, bedoeld in artikel 31, tweede en derde lid, van de Vw.
Beoordeling
7. Niet in geschil is dat eiseres, zonder bericht van verhindering, niet is verschenen op het aanmeldgehoor van 28 juni 2023 en op het aanmeldgehoor van 17 augustus 2023. Hoewel, zoals verweerder in het verweerschrift en ter zitting heeft toegegeven, al informatie over eiseres bekend is bij verweerder, is een aanmeldgehoor bedoeld om meer/andere informatie te vergaren dan in een nareisprocedure het geval is. Hierbij verwijst verweerder terecht naar de WI [5] 2021/8, waarin het doel van het aanmeldgehoor is omschreven. Zo wordt tijdens een aanmeldgehoor onder meer gevraagd naar de asielmotieven van eiseres, om zo een inschatting te kunnen maken van de complexiteit en inwilligbaarheid van de aanvraag en om eventuele benodigde onderzoeken te kunnen starten. Ook in het geval van eiseres moet een individuele beoordeling van haar asielverzoek worden gemaakt, en daarvoor is de informatie uit het aanmeldgehoor nodig. Eiseres wordt dan ook niet gevolgd in haar betoog dat het niet verschijnen op een aanmeldgehoor geen reden is voor een buitenbehandelingstelling. Deze beroepsgrond slaagt dan ook niet.
8. Voorts is ter beoordeling of eiseres verschoonbaar niet is verschenen bij het aanmeldgehoor. Uit het overgelegde vliegticket en de doktersverklaring blijkt dat zij ten tijde van het op 17 augustus 2023 geplande aanmeldgehoor bij haar echtgenoot in Libanon was. Uit de verklaringen van eiseres ter zitting blijkt verder dat zij zich ook bij het geplande aanmeldgehoor van 28 juni 2023 al in Libanon bevond. Verweerder heeft de verklaring van eiseres dat zij eind juni al naar Libanon is vertrokken, niet bestreden.
Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder zich op het standpunt kunnen stellen dat het niet verschijnen bij de aanmeldgehoren aan eiseres toe te rekenen is. Uit artikel 55, eerste lid, van de Vw volgt immers dat een vreemdeling die in afwachting is van een beslissing op zijn aanvraag zich beschikbaar moet houden voor verweerder in verband met het onderzoek naar de inwilligbaarheid van de aanvraag. [6] Eiseres heeft zich niet beschikbaar gehouden voor verweerder. Zij heeft verweerder ook niet op de hoogte gesteld van haar verblijf in Libanon. Op het moment van de geplande aanmeldgehoren wist verweerder niet waar eiseres verbleef en verweerder mocht er dan ook van uitgaan dat eiseres de uitnodiging voor de gehoren heeft ontvangen. Eiseres heeft niet onderbouwd dat haar afwezigheid bij de aanmeldgehoren verschoonbaar was. Hoewel het begrijpelijk is dat eiseres haar echtgenoot wilde bezoeken, heeft eiseres niet onderbouwd dat zij op dat moment genoodzaakt was om naar Libanon vertrekken.
De beroepsgrond van eiseres dat zij het voornemen niet heeft ontvangen en dat ook om die reden de aanvraag niet buiten behandeling kan worden gesteld, slaagt ook niet. De rechtbank stelt vast dat het voornemen dateert van 24 augustus 2023 en op 11 september 2023 door verweerder retour is ontvangen. Uit het door eiseres overgelegde vliegticket blijkt dat zij een vlucht had geboekt van Beirut naar Antalya op 6 september 2023 en van Antalya naar Amsterdam op 7 september 2023. Gelet op het feit dat eiseres op 28 juni 2023 en 17 augustus 2023 niet op het aanmeldgehoor is verschenen en pas op 7 september weer in Nederland was, stelt de rechtbank vast dat zij niet in Nederland was op het moment dat zij het voornemen in ontvangst moest nemen. Dit terwijl zij, gelet op wat hiervoor is overwogen, zich beschikbaar moest houden voor verweerder en haar huidige verblijfplaats aan verweerder moest doorgeven. Dat eiseres het voornemen niet heeft ontvangen komt dan ook voor haar eigen rekening.
9. Om die reden heeft verweerder de aanvraag van eiseres op grond van artikel 30c, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vw buiten behandeling kunnen stellen.
Conclusie
10. Het beroep is ongegrond.
11. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S.E. van de Merbel, rechter, in aanwezigheid van mr. Ż.A. Meinert, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Informatie over hoger beroep
Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met de uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen 1 week na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Voetnoten

1.Vreemdelingenwet 2000.
3.Voorschrift Vreemdelingen 2000.
4.Vreemdelingencirculaire 2000.
5.Werkinstructie.
6.Zie ook hoofdstuk A5/4, van de Vreemdelingencirculaire 2000.