Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser] , eiser,
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 4 juli 2024 uitspraak gedaan in een vervolgberoep tegen de maatregel van bewaring van eiser, die de Ghanese nationaliteit heeft. Eiser is op 27 maart 2024 in bewaring gesteld op grond van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet (Vw). Eiser heeft beroep ingesteld tegen het voortduren van deze maatregel en verzocht om schadevergoeding. De rechtbank heeft besloten dat een onderzoek ter zitting niet nodig was en heeft het onderzoek gesloten op 28 juni 2024.
Eiser stelt dat er onvoldoende zicht is op zijn uitzetting naar Ghana en dat de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid niet voortvarend handelt. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat er binnen een redelijke termijn zicht op uitzetting bestaat. De rechtbank verwijst naar een eerdere uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 6 december 2023, waaruit blijkt dat de Ghanese autoriteiten in het geval van eiser waarschijnlijk een laissez-passer zullen afgeven.
De rechtbank heeft ook overwogen dat eiser geen nieuwe omstandigheden heeft aangevoerd die de maatregel van bewaring onterecht zouden maken. Het belang van de staatssecretaris om eiser uit te zetten weegt zwaarder dan de persoonlijke omstandigheden van eiser, zoals zijn wens om bij zijn moeder in Nederland te blijven. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.