Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.De tenlastelegging
- niet de nodige voorzichtigheid in acht heeft genomen en/of onvoldoende aandacht heeft gehad voor het verkeer en/of de verkeerssituatie ter plaatse en/of
- niet voldoende rechts heeft gereden waardoor hij op de weghelft van het tegemoetkomende verkeer heeft gereden en/of
- niet tijdig tot stilstand heeft kunnen komen waardoor hij met zijn fiets in botsing is gekomen met een hem tegemoetkomende fietser, waardoor een ander te weten die fietser (genaamd [benadeelde partij] ) zwaar lichamelijk letsel, te weten (een) nekwervelfractu(u)r(en) en/of (een) borstwervelfractu(u)r(en) en/of (een) ribfractu(u)r(en), of zodanig lichamelijk letsel werd toegebracht, dat daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden is ontstaan;
hij, verdacht aldaar,
- niet de nodige voorzichtigheid in acht heeft genomen en/of onvoldoende aandacht heeft gehad voor het verkeer en/of de verkeerssituatie ter plaatse en/of
- niet voldoende rechts heeft gereden waardoor hij op de weghelft van het tegemoetkomende verkeer heeft gereden en/of
- niet tijdig tot stilstand heeft kunnen komen waardoor hij met zijn fiets in botsing is gekomen met een hem tegemoetkomende fietser, waardoor een ander te weten die fietser (genaamd [benadeelde partij] ) letsel heeft bekomen, door welke gedraging(en) van verdachte gevaar op die weg werd veroorzaakt, althans kon worden veroorzaakt, en/of het verkeer op die weg werd gehinderd, althans kon worden gehinderd.
3.De bewijsbeslissing
- niet de nodige voorzichtigheid in acht heeft genomen en onvoldoende aandacht heeft gehad voor het verkeer en de verkeerssituatie ter plaatse en
- niet voldoende rechts heeft gereden waardoor hij op de weghelft van het tegemoetkomende verkeer heeft gereden en
- niet tijdig tot stilstand heeft kunnen komen waardoor hij met zijn fiets in botsing is gekomen met een hem tegemoetkomende fietser, waardoor een ander te weten die fietser (genaamd [benadeelde partij] ) zwaar lichamelijk letsel, te weten nekwervelfracturen en borstwervelfracturen en ribfracturen, werd toegebracht.
4.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde
5.De strafbaarheid van de verdachte
6.De strafoplegging
7.De vordering van de benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel
toekomstige schade(groot € 98.994,47) het volgende. Toekomstige schade kan op grond van artikel 6:105 van het Burgerlijk Wetboek “na afweging van goede en kwade kansen bij voorbaat geschieden”. Dat kan alleen als voldoende concreet onderbouwd wordt dat deze schade ook daadwerkelijk zal worden geleden. Zoals blijkt uit het namens de benadeelde partij overgelegde advies van de medisch adviseur van ARAG van 6 juni 2024, geven de neurologische klachten van de benadeelde partij aanleiding tot de meeste klachten en beperkingen en kan tot twee jaar na het initiële trauma verbetering van het neurotrauma optreden. Die periode is nog niet verstreken. Verder blijkt uit het advies dat de benadeelde partij recent is geopereerd aan een nekhernia (fixatie van een groot gedeelte van de nek) en dat de herstelperiode hiervoor redelijkerwijs één jaar na de operatiedatum is. Ook die termijn is nog niet verstreken. Hoewel voorzienbaar is dat de benadeelde partij ook in de toekomst te kampen zal hebben met aanzienlijke (fysieke) beperkingen en daaruit voortvloeiende schade als gevolg van het bewezen verklaarde, is de rechtbank van oordeel dat onvoldoende is onderbouwd dat de gevorderde schade ook daadwerkelijk in die grootte zal worden geleden. De rechtbank zal de benadeelde partij daarom niet-ontvankelijk verklaren in de vordering voor zover deze betrekking heeft op de post toekomstige schade. De benadeelde partij kan zich, indien op een later moment nog meer schade ontstaat, wenden tot de civiele rechter.
medische kosten(voor zover het betreft het onderdeel tandartskosten), de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in de vordering. Dit deel van de vordering is namens de verdachte (gemotiveerd) betwist en namens de benadeelde partij onvoldoende onderbouwd. Zo is uit de factuur van de tandarts van 26 juli 2023 niet zonder meer op te maken dat de tandartskosten rechtstreeks verband houden met het schadeveroorzakende ongeval. De benadeelde partij de gelegenheid geven voor een nadere onderbouwing van dit deel van de vordering zou een onevenredige belasting van het strafgeding opleveren. De benadeelde partij kan dit deel van de vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
medische kosten(voor zover het betreft de onderdelen: eigen risico 2023, eigen risico 2024, pedicure), is namens de verdachte niet voldoende gemotiveerd betwist en namens de benadeelde partij voldoende onderbouwd. Op grond van het dossier en het onderzoek ter terechtzitting kan dan ook worden vastgesteld dat de benadeelde partij rechtstreeks schade heeft geleden door het bewezen verklaarde feit, ter grootte van het gevorderde bedrag (€ 785,00). Dat het eigen risico voor 2024 nog niet is volgemaakt staat daaraan niet in de weg, nu met voldoende mate van zekerheid kan worden vastgesteld dat dat wel het geval kan zijn, gelet op de medische klachten van de benadeelde partij.
verlies aan verdienvermogen, de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in de vordering. Dit deel van de vordering is namens de verdachte (gemotiveerd) betwist en namens de benadeelde partij onvoldoende onderbouwd. De benadeelde partij had een tijdelijk arbeidscontract met [bedrijfsnaam] V.O.F. Dit contract is, zo komt naar voren in een door de benadeelde partij overgelegde brief, niet verlengd om bedrijfseconomische redenen. De stelling van de benadeelde partij dat het ongeval de werkelijke reden tot de niet-verlenging heeft gevormd is niet onderbouwd. De rechtbank volgt de benadeelde partij daarom niet in zijn stelling dat hij na juli 2023 een nieuw (jaar)contract bij [bedrijfsnaam] V.O.F. zou hebben gekregen en de verdiensten daaruit is misgelopen. De benadeelde partij de gelegenheid geven voor een nadere onderbouwing van dit deel van de vordering zou een onevenredige belasting van het strafgeding opleveren. De benadeelde partij kan dit deel van de vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
zaakschade(kleding, fiets en overige goederen), is namens de verdachte niet voldoende gemotiveerd betwist en namens de benadeelde partij voldoende onderbouwd. Op grond van het dossier en het onderzoek ter terechtzitting kan dan ook worden vastgesteld dat de benadeelde partij rechtstreeks schade heeft geleden door het bewezen verklaarde feit, ter grootte van het gevorderde bedrag (€ 340,09).
kosten geannuleerde reis, is namens de verdachte niet (gemotiveerd) betwist en namens de benadeelde partij voldoende onderbouwd. Op grond van het dossier en het onderzoek ter terechtzitting kan dan ook worden vastgesteld dat de benadeelde partij rechtstreeks schade heeft geleden door het bewezen verklaarde feit, ter grootte van het gevorderde bedrag (€ 161,60).
reiskosten, is namens de verdachte niet (gemotiveerd) betwist en namens de benadeelde partij voldoende onderbouwd. Op grond van het dossier en het onderzoek ter terechtzitting kan dan ook worden vastgesteld dat de benadeelde partij rechtstreeks schade heeft geleden door het bewezen verklaarde feit, ter grootte van het gevorderde bedrag (€ 2.155,82).
huishoudelijke hulpoverweegt de rechtbank het volgende. De benadeelde partij heeft schade gevorderd die bestaat uit huishoudelijk werk verricht door zijn partner gedurende drie uur in het weekend. Voor de hoogte van de schade is aansluiting gezocht bij de Letselschade Richtlijn Huishoudelijke Hulp van de Letselschade Raad. Namens de verdachte is betwist dat dergelijke kosten voor vergoeding in aanmerking komen. De rechtbank overweegt dat vaste rechtspraak is dat in geval van letselschade de kosten van huishoudelijke hulp en/of verzorging door de aansprakelijke partij aan de benadeelde moet worden vergoed indien deze niet langer in staat is de desbetreffende werkzaamheden zelf te verrichten, voor zover het gaat om werkzaamheden waarvan het in de situatie waarin de benadeelde verkeert normaal en gebruikelijk is dat zij worden verricht door professionele, voor hun diensten gehonoreerde hulpverleners. Dit is niet anders indien die werkzaamheden in feite worden verricht door personen die daarvoor geen kosten in rekening (kunnen) brengen. Gelet op het voorgaande, en nu op grond van het dossier en het onderzoek ter terechtzitting kan worden vastgesteld dat de benadeelde partij rechtstreeks schade heeft geleden door het bewezen verklaarde feit, zal de rechtbank het gevorderde bedrag (€ 2.020,60) toewijzen.
verzorging/verpleging, is namens de verdachte niet (gemotiveerd) betwist en namens de benadeelde partij voldoende onderbouwd. Op grond van het dossier en het onderzoek ter terechtzitting kan dan ook worden vastgesteld dat de benadeelde partij rechtstreeks schade heeft geleden door het bewezen verklaarde feit, ter grootte van het gevorderde bedrag (€ 1.682,29).
daggeldvergoeding, is namens de verdachte niet (gemotiveerd) betwist en namens de benadeelde partij voldoende onderbouwd. Op grond van het dossier en het onderzoek ter terechtzitting kan dan ook worden vastgesteld dat de benadeelde partij rechtstreeks schade heeft geleden door het bewezen verklaarde feit, ter grootte van het gevorderde bedrag (€ 3.028,00).
badkamer en toilet, is namens de verdachte niet (gemotiveerd) betwist en namens de benadeelde partij voldoende onderbouwd. Op grond van het dossier en het onderzoek ter terechtzitting kan dan ook worden vastgesteld dat de benadeelde partij rechtstreeks schade heeft geleden door het bewezen verklaarde feit, ter grootte van het gevorderde bedrag (€ 2.360,12).
schilderwerkzaamheden, is namens de verdachte niet (gemotiveerd) betwist en namens de benadeelde partij voldoende onderbouwd. Op grond van het dossier en het onderzoek ter terechtzitting kan dan ook worden vastgesteld dat de benadeelde partij rechtstreeks schade heeft geleden door het bewezen verklaarde feit, ter grootte van het gevorderde bedrag (€ 1.491,52).
kosten keuring CBR, is namens de verdachte niet (gemotiveerd) betwist en namens de benadeelde partij voldoende onderbouwd. Op grond van het dossier en het onderzoek ter terechtzitting kan dan ook worden vastgesteld dat de benadeelde partij rechtstreeks schade heeft geleden door het bewezen verklaarde feit, ter grootte van het gevorderde bedrag (€ 207,50).
kosten aanvraag invalidenparkeerkaart, is namens de verdachte niet (gemotiveerd) betwist en namens de benadeelde partij voldoende onderbouwd. Op grond van het dossier en het onderzoek ter terechtzitting kan dan ook worden vastgesteld dat de benadeelde partij rechtstreeks schade heeft geleden door het bewezen verklaarde feit, ter grootte van het gevorderde bedrag (€ 11,00).
aangeschafte hulpmiddelen, is namens de verdachte niet (gemotiveerd) betwist en namens de benadeelde partij voldoende onderbouwd. Op grond van het dossier en het onderzoek ter terechtzitting kan dan ook worden vastgesteld dat de benadeelde partij rechtstreeks schade heeft geleden door het bewezen verklaarde feit, ter grootte van het gevorderde bedrag (€ 7.583,14).
kosten hydrotherapie, is namens de verdachte niet (gemotiveerd) betwist en namens de benadeelde partij voldoende onderbouwd. Op grond van het dossier en het onderzoek ter terechtzitting kan dan ook worden vastgesteld dat de benadeelde partij rechtstreeks schade heeft geleden door het bewezenverklaarde feit, ter grootte van het gevorderde bedrag (€ 168,50).
aanschaf auto met een hogere instap, acht de rechtbank toewijsbaar tot een bedrag van € 8.199,00. Op grond van het dossier en het onderzoek ter terechtzitting kan worden vastgesteld dat de benadeelde partij vanwege zijn medische klachten die het gevolg zijn van het ongeval, aangewezen is op een auto met een hogere instap. De rechtbank merkt de meerprijs die de benadeelde partij moet betalen na inruil van zijn oude auto, aan als rechtstreekse schade. Wel wordt hierop een correctie wordt gemaakt nu nieuwe auto een recenter bouwjaar heeft en een hogere economische waarde vertegenwoordigt. De rechtbank heeft daarbij acht geslagen op de ANWB-koerslijsten (een openbare bron). Het verschil in dagwaarde tussen beide auto’s bedraagt € 7.300,00. Het gevorderde bedrag van € 15.499,00 zal daarom met dit bedrag worden verminderd tot € 8.199,00. Voor het overige zal de rechtbank de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren.
kosten carwash, is namens de verdachte niet (gemotiveerd) betwist en namens de benadeelde partij voldoende onderbouwd. Op grond van het dossier en het onderzoek ter terechtzitting kan dan ook worden vastgesteld dat de benadeelde partij rechtstreeks schade heeft geleden door het bewezen verklaarde feit, ter grootte van het gevorderde bedrag (€ 195,00).
8.De toepasselijke wetsartikelen
9.De beslissing
1. Onderzoek, waargenomen letsel en behandeling