Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.De tenlastelegging
hij op of omstreeks 25 december 2023 te Delft ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [naam 1] opzettelijk van het leven te beroven, althans zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, die [naam 1] , meermalen, althans eenmaal, met een (vlees)mes, althans een scherp en puntig voorwerp, heeft gestoken/gesneden in zijn buik, althans zijn bovenlichaam, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
hij op of omstreeks 25 december 2023 te Delft ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [naam 2] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen die [naam 2] , meermalen, althans eenmaal, met een (vlees)mes, althans een scherp en puntig voorwerp, heeft gestoken/gesneden in zijn arm en/of been, althans in zijn lichaam, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
3.De bewijsbeslissing
hij op 25 december 2023 te Delft ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [naam 1] opzettelijk van het leven te beroven, die [naam 1] met een vleesmes heeft gestoken in zijn buik, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
hij op 25 december 2023 te Delft [naam 2] heeft mishandeld door die [naam 2] met een vleesmes te steken in zijn arm en been.
4.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde en van de verdachte
5.De strafoplegging
6.De vorderingen van de benadeelde partijen
7.De in beslag genomen voorwerpen
8.De toepasselijke wetsartikelen
9.De beslissing
6 (ZES) MAANDEN, niet zal worden tenuitvoergelegd onder de algemene voorwaarde dat de veroordeelde zich voor het einde van de hierbij op twee jaren vastgestelde proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit, en onder de bijzondere voorwaarden dat de veroordeelde:
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht daaronder begrepen;
Naar aanleiding van uw verzoek om medische informatie d.d. 21-03-2024 betreffende dhr. [naam 1] , geboren [geboortedag 3] -1992, kan ik u het volgende melden. Patiënt is bij ons binnengebracht op 26-12-2023 en ook operatief behandeld op die datum. Patiënt kwam binnen met de ambulance en het medisch mobiel team. Hij was door iemand gestoken en vervolgens is er 112 gebeld. Bij aankomst van de ambulance was hij matig aanspreekbaar en had hij een steekverwonding links bovenin het abdomen waarbij de darmen op dat moment a vue waren. Op straat heeft hij reeds fibrinogeen gehad, veel pijnstilling en 2 erytrocyten concentraten. Hier was patiënt bij opvang ABCD stabiel. Hij had een scalp verwonding aan de rechterzijde van ongeveer 8 cm in lengte. Een steekverwonding bij de scapula rechts van ongeveer 3 cm in lengte en bij het abdomen de verwonding met evisceratie van de darm. Aanvullend werd er nog een thoraxfoto gemaakt waarbij geen verdere afwijkende bevindingen werden gedaan. Patiënt is direct operatief behandeld. Hierbij is bij multipele letsels van de dunne darm 70 cm dunne darm gereseceerd. Patiënt heeft vervolgens opgenomen gelegen tot 02-01-2024 waarbij hij een goed herstel liet zien. Hij is vrij snel daarna nog een keer opgenomen geweest in verband met koorts waarbij het daarna weer goed is gegaan.