Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 5 juli 2024 in de zaak tussen
[eiseres] , v-nummer: [nummer] , eiseres
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
.Tot haar vertrek heeft zij met haar moeder samengewoond, bij haar grootouders. Eiseres verblijft zelf vanaf ongeveer oktober 2021 in Nederland. Daarvoor heeft eiseres in Turkije gewoond. In de periode 2019-2020 is bij eiseres kanker geconstateerd, zij is in deze periode twee maal geopereerd en zij heeft in het ziekenhuis gelegen. Ter onderbouwing zijn diverse foto’s overgelegd. Referente staat onder behandeling bij de GGZ voor onder andere sterke spanningsklachten, depressieve klachten en suïcidale gedachten. Ter onderbouwing heeft eiseres een brief overgelegd van de GGZ van 16 januari 2023 en een crisissignaleringsplan van 9 februari 2023. Referente heeft arbeid in loondienst verricht voor de [organisatie] .
.De staatssecretaris werpt in het besluit ten onrechte tegen dat eiseres aan moet tonen welke kosten zij moet maken om in haar levensonderhoud voorzien. Deze maatstaf volgt niet uit rechtspraak van het Hof van Justitie [5] . Verder heeft eiseres met documenten aangetoond dat zij in de periode 2019-2020 kanker heeft gehad. Hierdoor is zij hulpbehoevend en heeft zij ook materiële steun nodig. Tot slot betoogt eiseres dat de staatssecretaris een ongerechtvaardigd onderscheid maakt, omdat de staatssecretaris in de praktijk aanvragen van EU-onderdanen eerder inwilligt. Ter onderbouwing wijst eiseres op een zaak betreffende een gezinslid van een EU-burger waarbij de aanvraag wel was ingewilligd, terwijl er veel minder bewijsstukken zijn overgelegd, aldus nog steeds eiseres.