ECLI:NL:RBDHA:2024:10348
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op asielaanvraag, niet-ontvankelijkheid van het beroep
Op 12 juni 2024 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak waarin eiser, vertegenwoordigd door mr. S. Thelosen, beroep heeft ingesteld tegen het niet tijdig beslissen door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel. De rechtbank heeft vastgesteld dat partijen geen zitting nodig achtten en het onderzoek heeft gesloten zonder verdere behandeling. Eiser had zijn asielaanvraag op 2 oktober 2023 ingediend, en volgens het besluit WBV 2023/3, dat op 27 januari 2023 in werking is getreden, zijn de beslistermijnen voor asielaanvragen verlengd met negen maanden. Dit betekent dat de Staatssecretaris uiterlijk op 2 januari 2025 op de aanvraag moet beslissen.
Eiser betwistte de geldigheid van de verlenging van de beslistermijn en stelde dat hij verweerder prematuur in gebreke had gesteld. De rechtbank oordeelde echter dat de ingebrekestelling van 3 april 2024 te vroeg was ingediend, omdat de verlengde beslistermijn nog niet was verstreken. Hierdoor was niet voldaan aan de voorwaarden voor het indienen van een beroep op grond van het niet tijdig beslissen. De rechtbank verklaarde het beroep van eiser niet-ontvankelijk en wees een verzoek om proceskostenvergoeding af. De uitspraak is openbaar gemaakt op dezelfde datum.