ECLI:NL:RBDHA:2024:10324
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op asielaanvragen en de geldigheid van beslistermijnen
Op 26 juni 2024 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak waarin eisers, die asiel aanvragen hadden ingediend, beroep hebben ingesteld tegen het niet tijdig beslissen door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De eisers, vertegenwoordigd door mr. F.W. Verweij, stelden dat de beslistermijnen van hun aanvragen niet geldig waren verlengd door het besluit WBV 2023/3, dat op 27 januari 2023 in werking trad. Dit besluit verlengde de beslistermijnen van asielaanvragen die zijn ingediend tussen 1 januari 2023 en 1 januari 2024 met negen maanden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de asielaanvragen van eisers, ingediend op 5 augustus 2023, onder de reikwijdte van dit besluit vallen. Hierdoor was de beslistermijn verlengd en diende de Staatssecretaris uiterlijk op 5 november 2024 te beslissen op de aanvragen.
De rechtbank oordeelde dat de ingebrekestelling van 17 februari 2024 te vroeg was ingediend, omdat de verlengde beslistermijn nog niet was verstreken. Dit betekende dat niet was voldaan aan de voorwaarden voor het indienen van een beroep op grond van het niet tijdig beslissen. De rechtbank verklaarde de beroepen van eisers niet-ontvankelijk, wat betekent dat de rechtbank niet inging op de inhoud van de beroepen. Tevens werd er geen proceskostenveroordeling opgelegd, omdat hiervoor geen aanleiding bestond. De uitspraak werd openbaar gemaakt op dezelfde dag, 26 juni 2024.