ECLI:NL:RBDHA:2024:10310
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op asielaanvraag, niet-ontvankelijkheid van het beroep
Op 1 juli 2024 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak betreffende een asielaanvraag. Eiser, vertegenwoordigd door mr. E. Arslan, had beroep ingesteld tegen de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, omdat er niet tijdig was beslist op zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de asielaanvraag van eiser op 3 oktober 2023 was ingediend en dat deze onder de werking van WBV 2023/3 valt, wat betekent dat de beslistermijn met negen maanden is verlengd. Hierdoor moest de Staatssecretaris uiterlijk op 3 januari 2025 beslissen op de aanvraag.
Eiser had op 8 april 2024 een ingebrekestelling ingediend, maar de rechtbank oordeelde dat deze te vroeg was ingediend, aangezien de verlengde beslistermijn nog niet was verstreken. De rechtbank concludeerde dat niet was voldaan aan de voorwaarden voor het indienen van een beroep op grond van niet tijdig beslissen, zoals vastgelegd in de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Daarom werd het beroep van eiser niet-ontvankelijk verklaard.
De rechtbank heeft geen zitting gehouden, omdat partijen geen verzoek daartoe hebben ingediend. De uitspraak is openbaar gemaakt op dezelfde dag als de uitspraak zelf, en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om in beroep te gaan bij de Raad van State als zij het niet eens zijn met deze beslissing.