Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 22 januari 2024 in de zaak tussen
Vereniging Energie voor Mobiliteit en Industrie, te Den Haag,Vissers Energy Group B.V., te Horst,EG Retail (Netherlands) B.V., te Breda,Tamoil Nederland B.V., te Ridderkerk,TotalEnergies Marketing Nederland N.V., te Den Haag,eisers
de minister van Infrastructuur en Waterstaat,
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
3. In beroep hebben eisers hun betoog herhaald. De rechtbank overweegt als volgt.
Een beleidsregel wordt in artikel 1:3, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) gedefinieerd als een 'bij besluit vastgestelde algemene regel, niet zijnde een algemeen verbindend voorschrift omtrent de afweging van belangen, de vaststelling van feiten of de uitleg van wettelijke voorschriften bij het gebruik van een bevoegdheid van een bestuursorgaan’.
Dat is, zoals hiervoor is geoordeeld, bij het bezwaar tegen de Tijdelijke beleidsregel het geval. Dit document, noch de daarbij gegeven toelichting, geeft een aanknopingspunt voor de opvatting dat hierin een concretiserend besluit van algemene strekking is opgenomen. De Tijdelijke beleidsregel geeft uitsluitend op een tweetal punten – de geldigheidsduur van vergunningen en de vergunningstop – een aanvulling op de Kennisgeving voorzieningen verzorgingsplaatsen langs rijkswegen [3] . Die Kennisgeving blijft, volgens de toelichting, de drager van het relevante beleid.