ECLI:NL:RBDHA:2024:10101
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op asielaanvraag, niet-ontvankelijkheid van het beroep
Op 26 juni 2024 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak waarin eiser, vertegenwoordigd door mr. A.J.M. Mohrmann, beroep heeft ingesteld tegen de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiser stelde dat verweerder niet tijdig had beslist op zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De rechtbank heeft vastgesteld dat partijen geen zitting nodig achtten en het onderzoek heeft gesloten zonder verdere behandeling.
De rechtbank overwoog dat indien een bestuursorgaan niet tijdig beslist, de betrokkene eerst een ingebrekestelling moet indienen. Eiser betwistte dat de beslistermijn geldig was verlengd door het besluit WBV 2023/3, dat sinds 27 januari 2023 van kracht is en de beslistermijnen voor asielaanvragen verlengt. Eiser meende dat verweerder niet prematuur in gebreke was gesteld en verzocht de rechtbank om het beroep gegrond te verklaren.
De rechtbank volgde het standpunt van eiser niet en verwees naar een eerdere uitspraak van 16 februari 2024, waarin was geoordeeld dat verweerder voldoende aannemelijk had gemaakt dat de verlenging van de beslistermijn geldig was. Aangezien de asielaanvraag van eiser onder de WBV 2023/3 viel, was de ingebrekestelling te vroeg ingediend. Hierdoor was niet voldaan aan de voorwaarden voor het indienen van beroep op grond van niet tijdig beslissen. De rechtbank verklaarde het beroep niet-ontvankelijk en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.