ECLI:NL:RBDHA:2023:9885
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de rechtmatigheid van een vrijheidsontnemende maatregel in het bestuursrecht
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 29 juni 2023, is de rechtmatigheid van een vrijheidsontnemende maatregel tegen een Syrische eiser beoordeeld. De eiser, die op Schiphol arriveerde na een vlucht vanuit Dubai, had eerder een asielaanvraag ingediend, maar deze was niet in behandeling genomen omdat Bulgarije verantwoordelijk werd geacht op basis van de Dublinverordening. De rechtbank oordeelde dat er geen aanleiding was om te concluderen dat de maatregel langer voortduurt dan noodzakelijk. De eiser had geen individuele omstandigheden aangevoerd die de voortzetting van de maatregel in twijfel trokken. De rechtbank vond dat de belangenafweging die verweerder had gemaakt, hoewel niet schriftelijk vastgelegd, voldoende was toegelicht tijdens de zitting. De rechtbank concludeerde dat de vrijheidsontnemende maatregel rechtmatig was en wees het beroep van de eiser af, evenals het verzoek om schadevergoeding. De uitspraak benadrukt het belang van de belangenafweging in het bestuursrecht, vooral in zaken die betrekking hebben op vreemdelingenrecht.