Op 6 juli 2023 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een minderjarige verdachte, geboren in 2004, die beschuldigd werd van poging tot doodslag en openlijke geweldpleging. De zaak betreft een incident dat plaatsvond op 31 juli 2022 in Zoetermeer, waar de verdachte samen met anderen de aangeefster met een schaar meermalen in haar gezicht en nek heeft gestoken. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte opzettelijk heeft gehandeld, maar niet met de intentie om de aangeefster te doden. De rechtbank oordeelde dat er sprake was van voorwaardelijk opzet, omdat de verdachte de aanmerkelijke kans op de dood van het slachtoffer heeft aanvaard.
De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een jeugddetentie van 123 dagen, waarvan 120 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. Daarnaast is er een werkstraf van 200 uren opgelegd. De rechtbank heeft ook een behandelverplichting en een contactverbod met de aangeefster als bijzondere voorwaarden opgelegd. De vordering van de benadeelde partij is deels toegewezen, waarbij de verdachte aansprakelijk is gesteld voor materiële en immateriële schade.
De rechtbank heeft in haar overwegingen rekening gehouden met de ernst van de feiten, de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en de noodzaak van behandeling voor haar traumatische ervaringen. De rechtbank heeft besloten dat de verdachte niet opnieuw naar een jeugdgevangenis moet, gezien haar positieve ontwikkeling en bereidheid tot behandeling.