Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] , eiser
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 22 juni 2023 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de maatregel van bewaring van een eiser met de Gambiaanse nationaliteit. De eiser was op 12 juni 2023 door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid in bewaring gesteld op grond van artikel 59b van de Vreemdelingenwet 2000. Eiser heeft tegen dit besluit beroep ingesteld, waarbij hij tevens verzocht om schadevergoeding. Tijdens de zitting op 19 juni 2023 was eiser aanwezig, bijgestaan door zijn gemachtigde, en werd er een tolk ingeschakeld. De rechtbank heeft de rechtmatigheid van de staandehouding en de daaropvolgende maatregel van bewaring beoordeeld.
De rechtbank overweegt dat de verbalisanten op basis van een melding naar de Regisseursstraat in Almere zijn gegaan, waar een man met een onverzorgd uiterlijk mensen zou aanspreken. Bij de staandehouding bleek dat eiser geen identiteitsbewijs kon tonen, wat leidde tot zijn aanhouding. De rechtbank concludeert dat er voldoende gronden zijn voor de maatregel van bewaring, aangezien eiser niet op de voorgeschreven wijze Nederland is binnengekomen en eerder een terugkeerbesluit heeft genegeerd. De rechtbank oordeelt dat de zware en lichte gronden voor de bewaring voldoende zijn gemotiveerd en dat er geen lichter middel kon worden toegepast, ondanks de verklaringen van eiser over zijn asielaanvraag en persoonlijke omstandigheden.
Uiteindelijk verklaart de rechtbank het beroep ongegrond en wijst het verzoek om schadevergoeding af. De uitspraak is openbaar gemaakt op 22 juni 2023, en tegen deze uitspraak kan binnen één week hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.