ECLI:NL:RBDHA:2023:9823
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het beroep tegen het niet in behandeling nemen van een asielaanvraag op basis van de Dublinverordening
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van eiser tegen het niet in behandeling nemen van zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de aanvraag met het bestreden besluit van 9 juni 2023 niet in behandeling genomen, omdat Spanje verantwoordelijk is voor de aanvraag. De rechtbank heeft het beroep op 27 juni 2023 behandeld, waarbij de gemachtigde van de staatssecretaris aanwezig was, terwijl eiser en zijn gemachtigde zich afmeldden.
De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris de aanvraag terecht niet in behandeling heeft genomen, op basis van de Dublinverordening. Deze verordening stelt dat een asielaanvraag niet in behandeling wordt genomen als een andere lidstaat verantwoordelijk is. In dit geval heeft Nederland een verzoek om terugname aan Spanje gedaan, dat door Spanje is aanvaard. Eiser voerde aan dat de staatssecretaris geen voornemen mocht uitbrengen voordat de verantwoordelijkheid van Spanje was vastgesteld, maar de rechtbank oordeelt dat er geen rechtsregel is die dit verbiedt.
Eiser heeft ook betoogd dat het interstatelijk vertrouwensbeginsel niet van toepassing is, omdat hij in Spanje geen opvang heeft gehad en 15 maanden op straat heeft geleefd. De rechtbank oordeelt echter dat de staatssecretaris in het algemeen mag uitgaan van dit beginsel ten aanzien van Spanje, en dat eiser niet heeft aangetoond dat dit in zijn geval niet kan. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat eiser ongelijk krijgt en de beslissing van de staatssecretaris in stand blijft. Eiser krijgt geen vergoeding van zijn proceskosten.