In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 30 juni 2023 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de maatregel van bewaring van eiser, die de Marokkaanse nationaliteit heeft. Eiser had eerder een maatregel van bewaring opgelegd gekregen op 19 december 2022, welke op 14 juni 2023 was opgeheven. Op 16 juni 2023 werd echter opnieuw een maatregel van bewaring opgelegd, wat eiser aanvoerde als misbruik van bevoegdheid. De rechtbank oordeelde dat de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid zijn bevoegdheid tot het nemen van besluiten niet voor het juiste doel had gebruikt, wat leidde tot de conclusie dat de maatregel van bewaring van 16 juni 2023 onrechtmatig was. De rechtbank verklaarde het beroep van eiser gegrond en beval de opheffing van de maatregel van bewaring met terugwerkende kracht. Tevens werd een schadevergoeding van € 1.500,- toegekend voor de onrechtmatige detentie en werden de proceskosten van eiser vastgesteld op € 1.674,-. De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige belangenafweging bij het opleggen van vrijheidsbenemende maatregelen en de noodzaak voor de overheid om tijdig en transparant te handelen in dergelijke procedures.