ECLI:NL:RBDHA:2023:9671
Rechtbank Den Haag
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Internationale kinderontvoering en teruggeleiding van minderjarige na uitspraak Spaanse rechter
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Den Haag op 3 juli 2023, betreft het een verzoek tot teruggeleiding van de minderjarige [voornaam minderjarige01], geboren op [geboortedatum01] 2008 in Argentinië, door de vader, die in Spanje woont. De vader heeft verzocht om de moeder te gelasten de minderjarige onmiddellijk terug te brengen naar Spanje, na haar ongeoorloofde overbrenging naar Nederland begin januari 2023. De moeder heeft verweer gevoerd en zelfstandig verzocht om de vader te veroordelen tot betaling van haar proceskosten. De rechtbank heeft de zaak behandeld tijdens een regiezitting op 20 april 2023, waarbij partijen de gelegenheid kregen om een crossborder mediation traject te volgen, maar zij hebben hiervan geen gebruik gemaakt.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de uitspraak van de Spaanse rechter, die heeft geoordeeld dat de overbrenging van de minderjarige naar Nederland niet onrechtmatig was. De rechtbank concludeert dat met deze uitspraak aan de ongeoorloofde overbrenging en achterhouding door de moeder een einde is gekomen. De rechtbank wijst het verzoek van de vader tot teruggeleiding af, omdat er geen sprake meer is van ongeoorloofde overbrenging in de zin van het Haagse Verdrag inzake de burgerrechtelijke aspecten van internationale ontvoering van kinderen. De rechtbank compenseert de proceskosten en beëindigt de werkzaamheden van de bijzondere curator, tenzij er hoger beroep wordt ingesteld.
De beslissing van de rechtbank is genomen door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en is openbaar uitgesproken. Van deze beschikking kan binnen twee weken hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof Den Haag.