Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 11 augustus 2023 in de zaak tussen
[eiser] , te [woonplaats] , eiser
Administratiekantoor [derde-partij], te [vestigingsplaats] (werkgever).
Procesverloop
Overwegingen
4 uur per dag en 20 uur per week, De verzekeringsarts b&b onderschrijft echter niet dat er na iedere inspanning vaste rustmomenten zouden moeten zijn. Dit is volgens hem niet passend bij het ziektebeeld. Vervolgens heeft de arbeidsdeskundige b&b aan de hand van de aangepaste FML, met daarin de gewijzigde urenbeperking, bezien of er nog passende functies konden worden geduid. Dit bleek niet het geval. Er kon niet worden voldaan aan de minimumeisen van het Schattingsbesluit. De theoretische verdiencapaciteit bleek nihil.
Gelet hierop heeft verweerder bij besluit van 25 mei 2023 een gewijzigde beslissing op bezwaar genomen. Daarbij is bepaald dat eiser volledig arbeidsongeschikt is, en dat de Wet WIA-uitkering van eiser per 1 december 2020 wordt herzien naar de klasse van 80 tot 100%.
Naar het oordeel van de rechtbank heeft eiser geen belang meer bij de beoordeling van zijn beroep gericht tegen het oorspronkelijk bestreden besluit van 3 maart 2021 nu dit besluit inmiddels is vervangen door het nieuwe besluit. Het beroep tegen het bestreden besluit van 3 maart 2021 zal daarom niet-ontvankelijk worden verklaard.
De verzekeringsarts dient zich een oordeel te vormen over de duurzaamheid van de arbeidsongeschiktheid in de zin van artikel 4 van de Wet WIA. Hierbij moet hij een inschatting maken van de herstelkansen, in de zin van een verbetering van de functionele mogelijkheden van de verzekerde. De inschatting van de verzekeringsarts van de kans op herstel in het eerste jaar na het ontstaan van het recht op uitkering en in de periode daarna dient te berusten op een concrete en deugdelijke afweging van de feiten en omstandigheden die bij de individuele verzekerde aan de orde zijn, voor zover die feiten en omstandigheden betrekking hebben op de medische situatie van de verzekerde op de datum in geding. Indien die inschatting berust op een (ingezette) medische behandeling, is een onderbouwing vereist die ziet op het mogelijke resultaat daarvan voor de individuele verzekerde.
23 mei 2023 uiteengezet waarom hij vindt dat er nog geen sprake is van duurzame beperkingen. Hij constateert dat er recentelijk bij eiser sprake is van een forse toename van psychische klachten. Het is niet duidelijk in hoeverre de destijds aangegeven klachten en beperkingen uitsluitend toe te schrijven waren aan CVS. Behandelingen voor de psychische klachten zal daarom forse verbeteringen kunnen geven voor de belastbaarheid.
- kosten van rechtsbijstand in de beroepsprocedure: 1 punt voor het beroepschrift, 1 punt voor de zitting en 0,5 punt voor de schriftelijke reactie op het nieuwe besluit na de tussenuitspraak; bedrag per punt € 837,-. De totale vergoeding van de kosten van rechtsbijstand is € 2.092,50;
- de kosten van de door eiser geraadpleegde medisch adviseur, tot een bedrag van € 1.713,-;
Ook dient verweerder het door eiser betaalde griffierecht van € 49,- te vergoeden.
Beslissing
de overwegingen van deze uitspraak;