ECLI:NL:RBDHA:2023:9658
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bovenwettelijke uitkering niet meegenomen bij berekening dagloon
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 19 mei 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres en de raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) over de toekenning van een IVA-uitkering. Eiseres, die eerder werkzaam was als senior beleidsadviseur bij het ministerie van Buitenlandse Zaken, had een beroep ingesteld tegen het besluit van het UWV waarin haar bezwaar tegen de hoogte van haar IVA-uitkering ongegrond was verklaard. Eiseres stelde dat haar bovenwettelijke uitkering, die zij had ontvangen in de referteperiode, meegeteld moest worden bij de berekening van haar dagloon. Het UWV had echter gesteld dat deze uitkering niet als loon kon worden aangemerkt, omdat de dienstbetrekking was beëindigd.
Tijdens de zitting op 7 april 2023 heeft eiseres haar standpunt toegelicht, waarbij zij aanvoerde dat de bovenwettelijke uitkering als wachtgeld moest worden aangemerkt en niet als aanvulling. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de bovenwettelijke uitkering moet worden beschouwd als een aanvulling in de zin van het Dagloonbesluit en daarom niet meetelt bij de berekening van het dagloon. De rechtbank heeft de argumenten van eiseres verworpen en geconcludeerd dat het UWV de IVA-uitkering correct heeft vastgesteld.
De rechtbank heeft het beroep van eiseres ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. Eiseres kan binnen zes weken na verzending van de uitspraak hoger beroep instellen bij de Centrale Raad van Beroep. De uitspraak is openbaar gedaan en de griffier heeft een afschrift verzonden aan de betrokken partijen.