ECLI:NL:RBDHA:2023:9647

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
25 april 2023
Publicatiedatum
4 juli 2023
Zaaknummer
AWB - 22_153
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing Wajong-uitkering wegens gebrek aan duurzame arbeidsongeschiktheid

In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 25 april 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, die een Wajong-uitkering aanvroeg, en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen. Eiseres, geboren in 1992, had op 4 januari 2021 een aanvraag ingediend voor een uitkering op grond van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong 2015). Het primaire besluit van 16 maart 2021 wees haar aanvraag af, en het bestreden besluit van 29 november 2021 verklaarde het bezwaar ongegrond. Eiseres stelde dat zij duurzaam geen mogelijkheden tot arbeidsparticipatie had vanwege fibromyalgie en reuma, maar de rechtbank oordeelde dat er geen sprake was van duurzame arbeidsongeschiktheid. De rechtbank baseerde haar oordeel op rapportages van verzekeringsartsen en de behandeling die eiseres onderging. De rechtbank concludeerde dat eiseres in de toekomst mogelijk haar arbeidsvermogen kan ontwikkelen, en dat de afwijzing van de Wajong-uitkering door verweerder terecht was. Het beroep van eiseres werd ongegrond verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Bestuursrecht
zaaknummer: SGR 22/153

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 25 april 2023 in de zaak tussen

[eiseres], te [woonplaats], eiseres

(gemachtigde: mr. H. van der Heide-Boertien),
en

de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen,

verweerder
(gemachtigde: G.M. Folkers-Hooijmans).

Procesverloop

Bij besluit van 16 maart 2021 (het primaire besluit) heeft verweerder het verzoek van eiseres om een uitkering op grond van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong 2015) afgewezen.
Bij besluit van 29 november 2021 (het bestreden besluit) heeft verweerder het
daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
Eiseres heeft beroep tegen het bestreden besluit ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 14 maart 2023. Eiseres is verschenen, vergezeld door haar partner [naam] en bijgestaan door haar gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Eiseres, geboren op [geboortedag] 1992, heeft op 4 januari 2021 een aanvraag ingediend voor een uitkering op grond van de Wajong 2015.
2. Naar aanleiding van deze aanvraag concludeert de primaire verzekeringsarts in de rapportage van 3 maart 2021 dat eiseres op haar achttiende verjaardag of tijdens haar studie vanwege fibromyalgie en reuma niet in staat kan worden geacht om tenminste vier uur per dag te werken en/of gedurende één uur aaneengesloten een taak te verrichten, maar dat nog niet kan worden aangenomen dat deze beperking duurzaam is. Eiseres is door de huisarts verwezen naar Basalt waar zij vanaf 8 maart 2021 behandeling zal krijgen met het oog op revalidatie. Daarom kan niet worden uitgesloten dat haar mogelijkheden tot participatie in de toekomst zullen toenemen.
3. De primaire arbeidsdeskundige vermeldt in de rapportage van 15 maart 2021 dat eiseres niet over basale werknemersvaardigheden beschikt omdat zij niet belastbaar is. Eiseres is beperkt ten aanzien van afspraken met werkgevers nakomen en instructies begrijpen, onthouden en uitvoeren, maar de beperkingen kunnen nog niet duurzaam worden geacht. Eiseres heeft het MBO-4 diploma Apothekersassistente behaald. Bij het primaire besluit heeft verweerder de aanvraag afgewezen.
4. Bij het bestreden besluit heeft verweerder, onder verwijzing naar de rapportage van 19 november 2021 van de verzekeringsarts bezwaar en beroep, het primaire besluit gehandhaafd. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft dossieronderzoek verricht en op 8 juli 2021 eiseres op het spreekuur gezien. Daarnaast is informatie van de behandelend sector bij het onderzoek betrokken, te weten een brief van 8 maart 2021 van J.K. Vermeulen (Vermeulen), manueel therapeut bij Basalt, en een e-mailwisseling op 19 en 21 mei 2021 tussen eiseres en Vermeulen. Om duidelijkheid te krijgen over eventuele onderliggende psychische klachten heeft de primaire verzekeringsarts een psychiatrische expertise laten uitvoeren door H.C. Basaran (Basaran). Basaran stelt in de rapportage van 13 oktober 2021 dat er geen aanwijzingen zijn voor een depressieve stoornis, een somatisch symptoomstoornis of pathologische rouw. Ook persoonlijkheidsproblematiek is niet aan de orde, omdat geen sprake is van disfunctioneren op meerdere levensgebieden vanaf de jeugd of vroege volwassenheid. De klachten van eiseres worden volgens Basaran veroorzaakt door lichamelijke pijnklachten vanwege de fibromyalgie die zij vanaf 2017 in toenemende mate ervaart. De verzekeringsarts bezwaar en beroep concludeert op grond van voornoemde informatie dat eiseres weliswaar op de datum in geding geen arbeidsvermogen heeft, maar dit in de toekomst nog wel zal kunnen ontwikkelen. Uit de psychiatrische expertise volgt dat de lichamelijke pijnklachten niet samenhangen met onderliggende psychiatrische problematiek. Voor zover de lichamelijke klachten samenhangen met fibromyalgie, geldt dat deze ziekte wel tot verminderde belastbaarheid leidt, maar dat (niet te zware) arbeid wel mogelijk is. Door te starten met het revalidatietraject bij Basalt zal eiseres kunnen herstellen tot het niveau van de gemiddelde fibromyalgiepatiënt.
5. Eiseres stelt dat zij recht heeft op een Wajong-uitkering omdat het ontbreken van arbeidsvermogen duurzaam is. In 2018 is de diagnose fibromyalgie gesteld en genezing van deze ziekte is niet mogelijk, zoals blijkt uit een e-mail van 21 mei 2021 van Vermeulen. Daarnaast is in 2017 de diagnose reuma gesteld. Vanwege haar lichamelijke klachten wordt eiseres thuis geholpen bij haar activiteiten. Eiseres heeft veel pijn en is erg vermoeid. Het revalidatietraject heeft als doel om eiseres om te leren gaan met chronische pijn, niet om het arbeidsvermogen te herstellen. Op 8 maart 2021 is door Vermeulen aangegeven dat eiseres uitbehandeld is en volgens de huisarts zal eiseres nooit meer kunnen werken. Verder krijgt eiseres psychologische behandeling voor haar psychische klachten als gevolg van het overlijden van haar moeder in 2015. Na het overlijden van haar moeder zorgde eiseres voor het gezin, zij werkte en zij volgde een opleiding. De psychische problemen van eiseres gaan gepaard met woedeaanvallen, agressief gedrag, concentratieproblemen, faalangst en paniekaanvallen. Ook heeft eiseres migraine en klachten als gevolg van epilepsie. Ter zitting heeft eiseres hieraan toegevoegd dat zij in 2022 vanaf juni bij twee werkgevers in dienst is geweest. Tijdens deze twee dienstverbanden heeft eiseres zich diverse malen ziek moeten melden.
6. De rechtbank oordeelt als volgt.
6.1
Ingevolge artikel 1a:1, eerste lid onder a, Wajong 2015 is jonggehandicapte de ingezetene die op de dag waarop hij achttien jaar wordt als rechtstreeks en objectief medisch vast te stellen gevolg van ziekte of gebrek duurzaam geen mogelijkheden tot arbeidsparticipatie heeft. Op grond van het vierde lid van dit wetsartikel wordt onder duurzaam geen mogelijkheden tot arbeidsparticipatie hebben de situatie verstaan waarin de mogelijkheden tot arbeidsparticipatie zich niet kunnen ontwikkelen.
6.2
In artikel 1a, eerste lid, Schattingsbesluit arbeidsongeschiktheidswetten
is bepaald dat de betrokkene geen mogelijkheden tot arbeidsparticipatie heeft als hij:
a. geen taak kan uitvoeren in een arbeidsorganisatie;
b. niet over basale werknemersvaardigheden beschikt;
c. niet aaneengesloten kan werken gedurende ten minste een periode van een uur; of
d. niet ten minste vier uur per dag belastbaar is, tenzij hij ten minste twee uur per dag belastbaar is en in staat is per uur ten minste een bedrag te verdienen dat gelijk is aan het minimumloon per uur.
6.3
Met betrekking tot de vraag of mogelijkheden tot ontwikkeling van arbeidsvermogen voor eiseres bestaan, volgt de rechtbank eiseres niet in haar standpunt dat Vermeulen heeft aangegeven dat eiseres is uitbehandeld. Uit de gedingstukken volgt dat eiseres op 8 maart 2021 bij Vermeulen op het spreekuur is geweest. Eiseres heeft in dat gesprek aangegeven dat zij een traject bij Basalt te intensief vindt en dat zij zich eerst wil aanmelden voor behandeling bij een psycholoog. Eiseres heeft tijdens het gesprek van Vermeulen uitleg gekregen over centrale sensitisatie en is gewezen op mogelijkheden om om te leren gaan met chronische pijn. Ook uit de emailwisseling tussen eiseres en Vermeulen kan niet worden afgeleid dat eiseres volgens Vermeulen is uitbehandeld. Eiseres geeft in haar email van 19 mei 2021 aan Vermeulen aan dat zij wil starten met pijnrevalidatie bij Basalt. Vermeulen geeft in zijn email van 21 mei 2021 aan eiseres aan dat bij pijnrevalidatie ook aan de psychische klachten wordt gewerkt omdat zij in de weg kunnen staan aan een succesvolle pijnrevalidatie. Uit deze medische informatie volgt niet dat (gedeeltelijk) herstel van arbeidsvermogen niet mogelijk is. Ter zitting heeft eiseres bevestigd dat zij nog niet met het revalidatietraject bij Basalt is begonnen. Niet uitgesloten is dat eiseres baat bij dit traject kan hebben en als gevolg hiervan arbeidsvermogen kan ontwikkelen. Ook de stelling dat de huisarts heeft gezegd dat eiseres nooit meer kan werken kan eiseres niet baten, omdat het niet aan behandelaren zoals de huisarts is om de mate van arbeidsongeschiktheid vast te stellen. [1] Tot slot volgt uit het feit dat eiseres in de periode van juli 2022 tot en met januari 2023 heeft getracht te werken en zich regelmatig ziek heeft moeten melden niet dat sprake is van duurzame arbeidsongeschiktheid. Verweerder heeft ter zitting terecht daaraan toegevoegd dat het voor de Wajong niet relevant is of eiseres haar eigen werk (apothekersassistente) kan doen, maar gaat het om de vraag of eiseres eenvoudige taken kan uitvoeren.
6.4
Gelet op het voorgaande heeft verweerder terecht geconcludeerd dat geen sprake is van het duurzaam geen mogelijkheden hebben tot arbeidsparticipatie per datum in geding. Verweerder heeft terecht vastgesteld dat eiseres geen recht heeft op een Wajong-uitkering.
7. De rechtbank zal het beroep ongegrond verklaren.
8. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. N.E.M. de Coninck, rechter, in aanwezigheid van mr. H.B. Brandwijk, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 25 april 2023.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij de Centrale Raad van Beroep. Als hoger beroep is ingesteld, kan bij de voorzieningenrechter van de hogerberoepsrechter worden verzocht om het treffen van een voorlopige voorziening.

Voetnoten

1.CRvB 4 januari 2023, ECLI:NL:CRVB:2023:5.