ECLI:NL:RBDHA:2023:946
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen en herwaardering functie van ambtenaar
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 3 februari 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, een ambtenaar, en de Commandant Zeestrijdkrachten. Eiser had in 2020 een aanvraag ingediend voor herwaardering van zijn functie, welke door verweerder werd afgewezen. Eiser heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar dit werd ongegrond verklaard. De rechtbank had eerder, op 19 januari 2022, het bestreden besluit vernietigd en verweerder opgedragen om binnen twaalf weken een nieuw besluit te nemen. Eiser heeft vervolgens beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van dit nieuwe besluit. Op 4 juli 2022 heeft verweerder het eerdere besluit ingetrokken en een nieuwe functiebeschrijving en -waardering gepresenteerd. Eiser heeft hiertegen bezwaar gemaakt en de rechtbank heeft het beroep op 9 januari 2023 behandeld. De rechtbank oordeelde dat het beroep tegen het niet tijdig beslissen niet-ontvankelijk was, omdat verweerder inmiddels had voldaan aan de eerdere uitspraak. De rechtbank heeft verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiser, die zijn vastgesteld op € 2.449,50, en heeft het griffierecht van € 184,- aan eiser toegewezen. De rechtbank heeft de uitspraak openbaar gemaakt en een afschrift verzonden aan de betrokken partijen.